Hersenonderzoeker Dick Swaab over ziekte van Alzheimer: Gebruik je hersens

Hersenonderzoeker Dick Swaab over ziekte van Alzheimer: Gebruikje hersens

"Ik heb mij altijd geïnteresseerd voor seksegerelateerdeverschillen in de hersenen", zegt Swaab. "Sekseverschillen in dehersenen blijken ook terug te komen bij de ziekte van Alzheimer."Bij die ziekte wordt het geheugen langzaam uitgewist. Depatiënt legt de ontwikkeling van baby tot volwassene inomgekeerde richting af. Wat ooit geleerd werd, wordt vergeten. Depatiënt raakt volkomen ontredderd en eindigt veelal infoetushouding op bed. Hoewel Alzheimer al in de 19e eeuw bekend wasen al in 1907 goed werd beschreven, was de ziekte lange tijdzeldzaam. De vroege vorm viel wel op, maar die kwam weinig voor. Demeest voorkomende vorm is Alzheimer op latere leeftijd. Dat dievorm zich nu zoveel manifesteert, is een gevolg van het feit datmensen steeds ouder worden. "Je kunt Alzheimer zien als de tol diewe daarvoor moeten betalen", stelt Swaab. "Maar accepteer je dat?Je kunt bij zo'n ontluisterende ziekte niet zeggen dat die nueenmaal bij het einde van het leven hoort. Om de kwaliteit van hetleven te bewaken, moet je er iets aan doen."

Nog steeds is de aanwezigheid van veranderingen in de hersenen(de 'neuritische plaques' en 'neurofibrillaire tangles') de enigeecht betrouwbare diagnose voor Alzheimer. Daarvoor moeten dehersenen na het overlijden worden onderzocht. Voor onderzoek zijnook hersenen nodig van pas overleden patiënten en gezondemensen. Om hersenonderzoek te kunnen doen, richtte Swaab in 1985 deNederlandse Hersenbank op. "Inmiddels heeft de Hersenbank zo'ntweeduizend hersenen ter beschikking gesteld aan 360onderzoeksgroepen in twintig verschillende landen", meldt Swaab. DeNederlandse Hersenbank is in staat binnen zes uur na een overlijdende hersenen uit te prepareren. Die snelheid is nodig omdat dechemie van de hersenen zo min mogelijk mag veranderen.

Oestrogeen

De ziekte van Alzheimer is aanvankelijk vooralbestudeerd infamilies die ermee erfelijk belast zijn. "Dat heeft de aandacht testerk gericht op de stapeling van eiwitten die toxisch voor dehersencellen zouden zijn en zo tot celdood en dementie leiden",zegt Swaab. Hij meent dat de familiaire aandoening eenverbijzondering is van de seniele dementie die op latere leeftijdoptreedt. "Zulk onderzoek belicht slechts een deel van het verhaal.Celdood vind je slechts in enkele hersenstructuren. Naar mijnindruk is het veel belangrijker dat de hersencellen weliswaarblijven leven, maar kleiner en minder actief worden."

Dat is een constatering die verstrekkende consequenties heeftvoor therapie, meent hij. "Dode cellen kunnen niet tot leven gewektworden. Bij kleine, inactieve, maar levende cellen is er altijd dekans dat ze door therapie gevitaliseerd kunnen worden."

De gangbare theorie voor de ziekte van Alzheimer is dat door hetgebruik van de hersenen steeds meer schade in de cellen ontstaat,wat uiteindelijk leidt tot onherstelbare schade en celdood. Deaanwezigheid van een bepaalde genetische opmaak (zoals het ApoE-(4gen) versnelt dit proces van 'wear and tear', evenals hart- envaatziekten, roken en het hebben van het vrouwelijke geslacht. Datlaatste waarschijnlijk omdat na de menopauze de productie vanoestrogeen wegvalt. Oestrogeen en - bij mannen - testosteronbeschermen tegen Alzheimer.

Swaab zet daar zijn 'use it or lose it'-theorie tegenover. Hetgebruik van de hersencellen houdt ze juist jong, stelt hij. Dit integenstelling tot de cellen in de rest van het lichaam. "Kijkennaar sport is gezonder dan zelf sporten", zegt Swaab, die niet deindruk maakt een fanatiek sporter te zijn. "Je hersencellen zijndan wel actief, maar je lichaamscellen niet." Vanuit die gedachteis het begrijpelijk dat goede scholing en een veeleisende baanblijken te beschermen tegen de ziekte van Alzheimer.

Omdat de hersencellen er nog liggen kunnen ze met therapiegereactiveerd worden. Verschrompeling van het gebied van debiologische klok verstoort bijvoorbeeld het slaapwaakritme vanAlzheimerpatiënten. Daardoor doen ze hazenslaapjes overdag enspoken ze 's nachts rond. "Licht stimuleert de biologische klok.Dagelijks een paar uur buiten lopen is al voldoende om deze cellente activeren", zegt Swaab, die het daarom betreurt dat veel ouderennauwelijks buiten komen vanwege personeelsgebrek of het ontbrekenvan zorgzame familieleden. "In China zit een familielid naast hetbed van elke Alzheimerpatiënt. Die gaat ook met hen naarbuiten", weet Swaab, die in Beijing betrokken is bij de oprichtingvan het eerste Chinese Alzheimercentrum.

De 'use it or lose it'-hypothese biedt ook perspectieven voorandere technieken die de hersencellen stimuleren. Een vroegediagnose van de ziekte is daarbij echter wenselijk, maar tot nu toeis die nieteenvoudig. Als therapie komen cognitieve inspanningen inaanmerking, maar ook technieken waarbij de cellen door elektrischesignalen van buitenaf worden geprikkeld. En natuurlijk debiochemie, waarbij op hersencellen gerichte chemische boodschappersen groeifactoren kunnen worden ingezet. "Daar is nog een lange wegte gaan", waarschuwt Swaab. "In Amerika is men begonnen metgentherapie met groeifactoren. Er worden genen in de hersenengebracht die de verschrompelde cellen stimuleren, maar er zijn noggeen eenduidige resultaten."

Euthanasie

Swaab meent dat het huidige onderzoek pas bij een volgendegeneratie wereldburgers vruchten zal afwerpen. De komende decenniazullen er twee tot drie keer zoveel patiënten met de ziektevan Alzheimer zijn dan nu. "Dat feit zouden we niet uit de wegmoeten gaan. We moeten ons de vraag stellen wat we dan zoudendoen."

Als je bij je volle verstand een euthanasieverklaring opsteltvoor het geval je later dement wordt, is die niet rechtsgeldig alsdat inderdaad gebeurt. In tegenstelling tot een testament,constateert Swaab oprecht verbaasd. "Euthanasie wordt nognauwelijks geaccepteerd door de samenleving, maar een goedvoorbereid afscheid kan blijvend goede herinneringen voor denabestaanden betekenen." Artsen zouden daar vaker met hunpatiënten over moeten praten, vindt Swaab. En natuurlijk overde mogelijkheid om door het afstaan van de hersenen voor obductiemee te werken aan betere kansen voor toekomstige generaties. Jebent directeur van een hersenbank of je bent het niet.

Maarten Evenblij/Illuster


David de Wiedlezing

Op 14 april houdt prof.dr. D.F. Swaab de jaarlijkse David deWiedlezing in het Educatorium. De titel van zijn lezing luidt:'Alzheimer onderzoek, het begin van een beter einde'. Helaas is hetaantal van 900 toegangskaarten reeds vergeven en is er geen plaatsmeer voor nog meer belangstellenden.

De David de Wiedlezing is uitgegroeid tot een belangrijke lezingvan de Universiteit Utrecht, bedoeld voor medewerkers, studenten enafgestudeerden. Op initiatief van het Rudolf Magnus Instituut voorNeurowetenschappen en in samenwerking met C&E-bankiers werd in1990 gestart met deze lezingencyclus. Telkens staat een actueelvraagstuk op het kruispunt van medisch-biologisch onderzoek en demaatschappij centraal. Een jury, bestaande uit hoogleraren van defaculteiten Biologie, Geneeskunde, Diergeneeskunde en Scheikunde,kiestjaarlijks de spreker uit. Eerdere sprekers waren ondermeerprof.mr. J. Remmelink, dr. A.H.G. Rinnooy Kan, prof.dr. H.Galjaard, prof.dr. F.B.M. de Waal en prof.dr. R.S. Kahn.


Dick Swaab

Prof.dr. Dick F. Swaab (1944) werd in 1978 directeur van hetNederlands Instituut voor Hersenonderzoek en in 1979 hoogleraarNeurobiologie aan de medische faculteit van de Universiteit vanAmsterdam. In 1985 richtte hij de Nederlandse Hersenbank op,waarvan hij directeur werd. Hij werd in 1996 verkozen tot EmilKraepelin gasthoogleraar aan het Max-Planck Instituut voorPsychiatrie in München en ontving in 1998 de KoninklijkeOnderscheiding Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Sedert1998 is hij gasthoogleraar in Hefei, China, en sedert 1999 inBeijing, China, met als doel het oprichten van het eersteAlzheimercentrum in China.