Het blinddatediner

"Moeten wij niet eens aan het blinddatediner?", roept één van mijn clubgenootjes op een dinsdagavond tijdens het jaarclubeten. In totaal zijn we met veertien vrouwen en bijna iedereen knikt uitbundig van ja. De lentekriebels zorgen er blijkbaar voor dat ze het tijd vinden om een kerel aan de haak te slaan. Normaal gesproken kan dat natuurlijk geregeld worden door extra met je billen te schudden op de dansvloer in een kroeg of discotheek, maar wanneer je met een hele groep succes wilt hebben is het blinddatediner een prima uitkomst.

Het idee is heel simpel. Met je jaarclub, huis, dispuut of ander gezelschap ongegeneerd aan het 'regelen', terwijl je geniet van een heerlijk stukje vlees en een glas (of zeven, acht) vers getapt bier. Je date is door iemand anders aangedragen, zodat een eventueel blauwtje je wordt bespaard. Nadeel is dat die ander wel eens een heel ander idee kan hebben over een soepele kerel dan jij. Maar daarom is dat diner er ook bijgehaald: mocht je date niets blijken te zijn, heb je toch nog altijd van het eten kunnen genieten.

Een blinddatediner is dan ook de ideale manier van daten, vinden mijn clubgenootjes. Die mening kan ik niet met ze delen. Bij het horen van de combinatie 'daten en diner' krijgt mijn hart het te kwaad en stokt mijn adem. Ik ben namelijk geen charmante eter. Als mijn bord na een etentje wordt weggehaald, is de omtrek ervan steevast af te meten aan de etensresten en geknoeide saus op het tafelkleed. En dan heb ik het nog niet eens over de kruimels aardappel die standaard aan mijn wang blijven plakken. Kortom: een diner is niet het beste moment om kennis te maken met mijn prins op het witte paard. Helaas begrijpt geen van mijn clubgenootjes de ernst van het probleem en moet ik er echt aan geloven. Een aantal weken later stap ik met knikkende knieën een rokerige ruimte op Veritas binnen. Hier moet het gaan gebeuren. Een stinkende bierwalm komt me tegemoet. Er staat een lange tafel met daarop een boel kaarsen, die de anders zo sombere ruimte romantisch verlichten. Op de achtergrond zijn de noten te herkennen van een zoetsappig muziekje, dat de gespannen aanwezigen in de juiste stemming moet brengen. Een clubgenootje loopt langs en duwt me een koud biertje in de handen. Om me moed in te drinken, want mijn date is er nog niet, zegt ze. Alsof ik mijn nagels nog niet ver genoeg heb opgegeten.

Ondertussen bekijk ik het mannelijk schoon dat zich al heeft gemeld. Ze zijn er in alle soorten en maten. Tja, smaken verschillen. Dan voel ik iemand op mijn schouder tikken. Dat moet hem zijn. Ik tel tot drie, neem een flinke hap adem en draai me om. Ik kijk in de donkerbruine ogen van een vrolijk lachende jongen. Hij stelt zich voor en kletst meteen honderduit. Blijkbaar is hij minder gespannen dan ik, of hij weet het goed te verbergen. Ik zet mijn leukste lach op en probeer daarmee mijn zenuwen te verhullen. Zal hij het doorhebben? Vast, want hij trekt mijn biertje uit mijn hand en ik krijg er iets sterkers voor terug.

Gelukkig doet de alcohol waar hij goed in is en worden de zenuwen die eerder door mijn lichaam raasden minder actief. We kletsen over van alles en nog wat, terwijl we aanschuiven aan de tafel waarop het diner wordt geserveerd. Tijd voor het cruciale moment. Ik doe mijn mond open en op het moment dat er een stukje vlees van mijn vork wil ontsnappen, staat mijn clubgenootje op en vraagt om de aandacht. Iedereen kijkt haar kant op. Ze houdt een korte speech en wenst iedereen smakelijk eten. Ondertussen moffel ik het stukje onder tafel en schuif mijn bord over de grote sausvlek op het tafelkleed. Mijn date heeft niets gezien. Nu kan er niets meer misgaan.