Het eerst artikel van prof. dr. Harry Voorma, biochemicus: 'De helft van de ingespoten kippen legde het loodje'

Het eerst artikel van prof. dr. Harry Voorma, biochemicus: 'Dehelft van de ingespoten kippen legde het loodje'

Dit is het niet, dacht de huidige rector magnificus toen hij in1961 in soldatentenue over de hei rende. De verplichte militairedienst, die in de jaren zestig nog twee jaar duurde, was niks voorde pas afgestudeerde biochemicus. Dus stapte Harry Voorma naar dekolonel en vroeg of er binnen het leger niets op biochemisch gebiedte doen was. Dat was er wel. En binnen de kortste keren was Voormabezig met het oplossen van problemen met de pokkenvaccinatie.

"Het Nederlandse leger wilde voorbereid zijn op uitzending naarverre oorden", verklaart Voorma het onderzoek bij de Geneeskundigetroepen. Het pokkenvirus heerste in Nederland niet, maar in anderedelen van de wereld des te meer. De bestaande vaccinatie tegenpokken leverde problemen op. Na inenting met het vaccin werd eenklein aantal soldaten ziek, zij liepen kans ophersenvliesontsteking.

"Tijdens het onderzoek spoten we kippen in met een proefvaccinen toen legde de helft van alle dieren het loodje!", verteltVoorma. Daar was iets aan de hand. De kippen bleken gesneuveld tezijn door een al te heftige afweerreactie tegen het vaccin, eenanafylactische shock. De aanstichter daarvan bleek een'verontreiniging' van het vaccin, een eiwit te zijn. De conclusiesvan het onderzoek leidden tot het eerste artikel van Voorma.

"Het is grappig om te zien dat dit onderzoek naar virussen envaccins, waar ik volstrekt toevallig ingerold ben, gedurende derest van mijn leven een soort rode draad is gebleven", zegt Voorma.Na zijn militaire dienst bleef de biochemicus in Leiden hangen enhij promoveerde daar in 1965. Nadat hij een jaar onderzoek hadgedaan in Amerika, keerde hij terug naar Leiden. In 1974 belanddehij uiteindelijk in Utrecht. Al die tijd was hij bezig metonderzoek aan virussen, waaronder het mazelenvirus.

In 1997 werd Voorma rector magnificus maar hij zegde daarmee debiologie niet definitief gedag. "Ik houd de belangrijksteliteratuur op mijn vakgebied nog bij", vertelt hij, en hij pakt eenschrift van het bureau en laat verse aantekeningen zien. "Ik vinddat je op inhoud moet sturen, ik ervaar mijn biologischeachtergrond bij het nemen van beslissingen over biomedische zakenaan de universiteit dan ook als een pre." Een interessant gegevenvoor zijn opvolger. Want volgend jaar maart bereikt Voorma depensioengerechtigde leeftijd en dat betekent het einde van zijnhuidige baan. Hij zegt het met enige spijt in zijn stem.

Rinze Benedictus