Het einde van de doctorandus
Gwenda Knobel
Eén Europese standaard voor alle afgestudeerden van het hoger onderwijs. Praktisch in het kader van de internationalisering van onderwijs en onderzoek en handig in het kader van uitwisselingen tussen studenten. Het waren twee voorname redenen voor 29 Europese landen om in 1999 tot het Bologna-akkoord te komen. Hierin werd het bachelor-master stelsel aangekondigd zoals zo'n zeven jaar daarvoor de Europese munteenheid. Duurde de ondertekening van het 'euro-akkoord' tot het verdwijnen van de gulden tien jaar, op onderwijsgebied werd op Nederlandse bodem veel voortvarender te werk gegaan. In januari 2002 kwam de euro in onze portemonnee, in september 2002 kon je aan de meeste universiteiten als bachelor beginnen.
Eindsprint
Hoewel de eerste bachelors en masters al gediplomeerd rondlopen, zijn er op dit moment nog studenten bezig om hun doctoraalopleiding af te ronden. Zij zijn aan de eindsprint begonnen, want voor 31 augustus moeten ze hun studie hebben afgerond. Voltijders met uitstel én deeltijders mogen nog een jaar langer werken aan hun laatste vakken of scriptie. In totaal moeten er nu nog zo'n 3500 Utrechtse studenten aan het sprinten zijn. Exacte cijfers zijn echter niet te geven. Examencommissies weten niet altijd of ze alle studenten wel hebben benaderd. "Sommige studenten hebben we waarschijnlijk niet kunnen vinden. Zij kunnen zich uitgeschreven hebben om collegegeld te besparen. Maar dat zijn vaak wel de studenten die nog in het oude systeem willen afstuderen", zegt Liesbeth Bol van Rechten.
Eén vinger
De universitaire einddatum voor de 'doctors in opleiding' kwam vrij abrupt. Natuurlijk werd vanaf het moment dat het bama-stelsel zich aankondigde een finalejaar geopperd voor de studenten oude-stijl. Maar elke faculteit maakte zijn eigen regels. Bij Rechten konden studenten ontspannend achteroverleunen zo leek het, want het eerste jaartal dat daar werd genoemd was 2011. Andere faculteiten stelden 2008 of 2009 als einddatum in zicht. Het college van bestuur besloot in januari dat het allemaal best een tikje sneller kon: het werd september 2007.
De simpele verklaring voor de centrale datum is dat het college af wil van de doctoraaltrajecten. De invoering van de bachelor is in 2002 door de UU aangegrepen om het hele onderwijs te vernieuwen: nieuwe curricula, nieuwe trajecten, andere invulling van vakken. Het in de lucht houden van twee onderwijssystemen is, zo zegt het college, een extra belasting voor de opleidingen. Tenslotte moeten zij doctoraalvakken met aparte tentamens en hertentamens blijven aanbieden. En om daar nu een punt achter te zetten, is volgens de collegeleden redelijk. Tenslotte waren de laatste doctoraalstudenten in 2001 begonnen. De gemiddelde studieduur van een doctoraalopleiding is 5,5 jaar. Ze hebben tijd genoeg gehad. De deadline, zei collegevoorzitter Yvonne van Rooy in januari, moet hen nu tot actie bewegen.
Het college van bestuur kreeg niet zondermeer de steun van de universiteitsraad. Vooral de studentgeleding heeft tot het bittere eind gestreden voor een meer soepele hantering van de einddatum. Eerdere afspraken met de studenten konden niet zo maar geschonden worden, vond ze. De personeelsgeleding was het daar niet mee eens en met een nipte meerderheid van één vinger werden de meeste doctoraalstudenten tot grotere haast gespoed.
Harde knip
Bij de faculteiten werd deze 'algemene maatregel van bestuur' verschillend ontvangen. Bij bijvoorbeeld Scheikunde, Biologie en Sociale Geografie lag de deadline voor vol- en deeltijders al op 31 augustus 2007. Maar bij Rechten en Sociale Wetenschappen kregen vele doctoraalstudenten het knap benauwd. Studieadviseur Marianne Habraken van Antropologie heeft te doen met haar studenten. "Het komt op hen als niet helemaal rechtvaardig over. Ze hadden van de faculteit tot 2009 gekregen. Vele studie-afstudeerplannen waren daar ook op afgestemd. Studenten konden het zich nog veroorloven om een vak niet te halen."
Deze studenten moeten nu extra haast maken. "Ik ken hun verhalen", zegt Habraken. "Het zijn echt niet alleen studenten die niet hard genoeg gewerkt hebben. Er zijn vele diverse en genuanceerde redenen voor hun studievertraging. Wij praten met de studenten met problemen, dus dan is het hard als je op een gegeven moment niets meer voor ze kan betekenen."
Ze noemt een voorbeeld van een student die alleen nog het verplichte onderdeel statistiek moet halen. "Het gaat om twee studiepunten. Ik ga nu vragen of de docent een extra tentamen wil maken, zodat deze student nog een kans krijgt, want voor dit jaar staat er geen tentamen meer gepland. Maar ja, wat als ze het niet haalt?"
Dan zullen deze studenten voor een diploma toch moeten overstappen naar het bachelor-master systeem. "Wij hebben", zegt Frans Warnaar van Biologie, "studenten die twijfelen of ze de deadline halen geadviseerd zich in te schrijven voor zowel de bachelor- als de doctoraalopleiding. Mochten ze de eindstreep niet halen, dan kunnen ze zonder verdere vertraging hun studie voortzetten en afronden. Bij ons zijn de eerste drie jaar van de oude opleiding - dus de propedeuse plus de twee daaropvolgende jaren van het doctoraal - gelijk aan de bachelor."
Maar niet bij alle opleidingen gaat dit naadloos. Studenten Notarieel- of Fiscaal recht moeten eerst nog enkele bacheloreisen halen om door te stromen naar een master. Net als bijvoorbeeld studenten Psychologie. "En dat kost tijd vanwege de zogenoemde harde knip", zegt studieadviseur Caroline Smulders, "een bachelor moet zijn afgerond voordat begonnen mag worden met een master. Overstappen werkt dan extra in het nadeel van de student."
Het aantal van 3000 doctoraalstudenten waarmee het jaar 2006 werd ingegaan, is inmiddels geslonken. Sommige studenten blijken hun studie gestaakt te hebben, sommigen waren al overgestapt naar de bacheloropleiding. Toch verwachten opleidingen de komende maand nog vele verontruste telefoontjes. "Tot nog toe viel het wel mee", zegt Liesbeth Bol van Rechten, "maar sommige studenten hebben we gewoon niet kunnen vinden, en sommigen zullen zich pas melden als ze de deadline nog erger gaan voelen. Dat soort dingen weten we uit ervaring...."
De Bolognalanden
Alle Nederlandse universiteiten zijn hun doctoraalopleidingen aan het afbouwen, maar de ene universiteit heeft dat wat sneller gedaan dan een andere. Een landelijke einddatum is er niet, zegt Jurjen van den Bergh van de Vereniging Samenwerkende Nederlandse Universiteiten (VSNU).
Op Europees niveau zijn de verschillen nog groter. Sommige landen die mede het Bologna-akkoord hebben ondertekend, hebben nog niet eens een aanzet gemaakt met de invoering van het bachelor-masterstelsel. Van den Bergh: "Slovenië bijvoorbeeld. Die hebben de afgelopen jaren een heel lang traject gehad rond een nieuwe wet. Universiteiten zijn daar nu pas toe aan het invoeren van een twee-cyclisysteem. Zij hebben ook een heel ander onderwijssysteem dat moeilijker om te vormen is tot een bama-stelsel dan ons doctoraalsysteem."
Dat Nederland zo voortvarend aan de slag is gegaan, is volgens Van den Bergh alleen maar gunstig. "Er komen nu al meer buitenlandse studenten naar Nederland omdat het systeem herkenbaar en erkend is. Nu geregeld is dat Nederlandse studenten hun studiefinanciering mee mogen nemen naar het buitenland, leidt dat ook vast tot meer mobiliteit."
Doctorandus, hij die nog doctor moet worden
Hoogleraar universitaire geschiedenis Leen Dorsman weet te melden dat in 1815 de eerste nationale onderwijswetgeving werd gemaakt met het Organiek Besluit. De dan geldende titel voor academici is het doctoraat. Er moest een propedeuse en een kandidaatsexamen voor worden afgelegd. De term doctorandus - hij die nog doctor moet worden - werd al wel gebruikt, maar had geen status. Met het academisch statuut van 1921 kwam de drs.-titel voor het eerst in zwang, maar niet iedereen vond deze titel volwaardig, zegt Dorsman. Toch werd de titel vaker gebruikt en kreeg zo een zogenoemd civiel effect - een eerstegraadsleraar bijvoorbeeld droeg deze titel.
De titel doctorandus werd vervolgens beschermd door de Wet Wetenschappelijk Onderwijs van 1960. De titel zelf mag - tot een nieuwe wet dit eventueel verandert - nog gewoon gebruikt worden door masters. Maar de verwachting is dat studenten die afstuderen als master niet de titel doctorandus gaan gebruiken.