Het Protosgevoel? Veel bier én toch presteren
Mirjam Streefkerk
"Welkom in de hel van Protos", schreeuwt het zwartrode spandoek in sportcentrum Olympos, waar op zeven velden druk wordt gevolleybald. Vandaag heeft de Utrechtse Studenten Volleybalvereniging Protos een zogenaamde thuisdag: alle zestien teams spelen hun wedstrijd deze zaterdag in een van de twee grote zalen van het sportcomplex in De Uithof.
Het spandoek, met niet alleen tekst, maar ook vlammetjes, verwijst naar de 'achtste man': het Protospubliek bij de wedstrijden van Heren 1. Dat team sluit om vier uur de thuisdag af. Met hun gezang en lawaai zijn de supporters berucht bij alle tegenstanders uit de eerste divisie. Vorige week nog had Protos naar een uitwedstrijd meer supporters meegenomen dan er voor de thuisploeg waren: ze wonnen.
"Het Protosgevoel? Dat is veel bier na wedstrijden en trainingen", zegt student Bedrijfseconomie Nathan van Doorn die al zes jaar in het eerste van Protos volleybalt. "Daardoor is er tussen alle teams een hechte band."
Vrijwel iedereen die voorbij komt lopen, zegt Van Doorn gedag, of andersom. Heren 1 staat midden in de vereniging, horen we van veel Protosleden, iets dat bij andere clubs vaak niet het geval is. De selectieleden zijn trainer van andere teams, zitten in commissies en drinken net als alle andere Protosleden biertjes in het sportcafé, "zolang het niet de avond voor de wedstrijd is, kan dat gewoon". Op een thuisdag komen ze vaak wat eerder om voorafgaand aan de wedstrijd nog een uurtje te trainen en om andere teams aan te moedigen.
Zware kluif
In de zaal die grenst aan het sportcafé zal Heren 1 straks tegen Cito uit Zeist spelen. De Utrechtse volleyballers hebben alle punten nodig, want ze strijden tegen degradatie uit de eerste divisie. Aan Cito zullen ze een zware kluif hebben: dat team staat tweede in de competitie.
Pieter Glerum, vijfdejaars Biomedische Wetenschappen en Alex Boss, zesdejaars Natuurwetenschap- en Innovatiemanagement staan bij de wedstrijd van Dames 1 te kijken. Beiden waren tot dit seizoen lid van Protos. Glerum ging weg omdat hij in Barneveld in de B-league van de eredivisie kon gaan volleyballen, Boss ging naar de Utrechtse club Switch, omdat hij bij Protos niet geselecteerd werd voor het team waarin hij wilde spelen. Ondanks hun vertrek behielden ze het Protosgevoel.
"Ik kom nog steeds bij Protos, daar zitten toch veel van mijn vrienden", zegt Glerum. "En mijn vriendin speelt hier in het eerste, dus dat helpt ook." Boss is bij Protos trainer van Dames 2 en verwoordt het als volgt: "Switch is mijn team, Protos blijft mijn vereniging."
De verschillen tussen Protos en de burgervereniging waar de twee nu spelen, zijn groot. "Zo'n thuisdag is uniek", zegt Glerum. "Vrijwel geen andere club heeft zaalruimte genoeg om alle teams op een dag thuis te laten spelen." Boss: "En hier zit na elke trainingsavond het sportcafé vol met Protosleden uit alle teams. Bij mijn club wordt er misschien een drankje gedronken, maar daarna gaat iedereen naar huis."
Publiekstrekker
Het bier na de training en wedstrijden wordt door veel Protosleden genoemd als bindmiddel van de club. Soms wordt het ook al eerder genuttigd, blijkt als Dames 9, dat op het veld naast Dames 1 speelt, een time-out neemt. Bij de bank worden een paar flesjes bier opengetrokken. "Ze zijn al kampioen", licht Boss toe. Na een paar slokken en een toast gaan de dames het veld weer op.
Dames 1 wint haar wedstrijd in de promotieklasse met 3-1. De mannelijke collega's zijn ondertussen aan de warming-up begonnen. De tribune stroomt langzaam vol met gedouchte Protos-leden die hun wedstrijd achter de rug hebben. Lisanne van de Koevering en Gwen Boon hebben net met Dames 10 gewonnen en staan met een frisje in hun hand te wachten op de wedstrijd. Echt meezingen zullen ze niet, denken ze. "Maar we zullen wel af en toe 'hup' roepen." Ze blijven vooral kijken vanwege de gezelligheid.
Ook het niveau van Heren 1 is een publiekstrekker. Dat het team op een voor een studentenclub hoog niveau speelt, is niet het gevolg van bewust beleid geweest, vertelt voorzitter Marieke Spijker. De ploeg promoveerde twee jaar op rij, en "dat is vooral de verdienste van de trainer geweest en van het team dat goed op elkaar is ingespeeld. Het ging eigenlijk heel soepel allemaal."
Hesjes
Continuïteit is bij studentensportverenigingen een probleem. Door de jaarlijks wisselende besturen is het moeilijk een langetermijnbeleid te handhaven. Bovendien zijn de spelers uit de hogere teams vaak wat ouder. Het behouden van die oudere en betere spelers is lastig, aangezien verenigingen zich gedwongen zien afgestudeerden na een of twee jaar weg te sturen. Om in aanmerking te blijven komen voor subsidie van de universiteit, moet immers 80 procent van de leden student zijn.
Een rondgang langs andere verenigingen leert dat er geen uitzonderingen worden gemaakt voor spelers uit de eerste teams. Toch hebben ook die clubs de ambitie om zo hoog mogelijk te spelen.
Willem van Zant, hogeschoolstudent in Haarlem, werkt als voorzitter van de technische commissie van USHC aan een beleidsplan. De hockeyclub heeft meer last van het gebrek aan financiële middelen dan van het hoge verloop, zegt Van Zant: "Wij hebben geen eigen clubhuis en niet enorm veel sponsors, bij andere hockeyclubs zie je dat wel vaak." Met het beleidsplan wil USHC ervoor zorgen dat de randvoorwaarden voor hockey op een hoger niveau in orde zijn. "Als er genoeg hesjes zijn, voldoende oefenwedstrijden en goede trainers, ook voor de tweede teams, kunnen we in elk geval al een paar stappen in de goede richting zetten."
Bundesliga
USHC streeft ernaar om met het eerste heren- en damesteam een middenmoter in de eerste klasse te worden. Promotie naar die klasse kan dit jaar door beide teams nog bereikt worden. Van Zant: "Met hoger spelende teams trek je ook weer nieuwe spelers aan."
De prestaties van Protos oefenen inderdaad een aantrekkingskracht uit. Dit jaar zijn er voor het eerste team vijf jonge spelers van buiten bijgekomen. Maar mogelijk de belangrijkste speler van Protos is de 31-jarige Jarno Timmerman. Hij volleybalde eerder in de Duitse Bundesliga en in de Nederlandse eredivisie én kan, doordat hij nog een master Treasury Management aan de Vrije Universiteit volgt, zijn sportieve carrière bij Protos afbouwen. Als prof zag hij regelmatig duizenden supporters op de tribune zitten, maar volleyballen voor het Protospubliek is ook mooi, vindt hij. Hoewel de aanvoerder van het eerste niet altijd meetraint en ook lang niet bij alle stapavonden aanwezig is, voelt hij zich wel verbonden met de club: "Ik pik de krenten uit de pap er wel uit: vanavond ga ik lekker mee een biertje drinken."
Enkelsokken
De 'achtste man' is nog redelijk kalm als Protos de eerste set weet te winnen. Pas als de eerste kannen bier leeg zijn en Heren 6 zich met de trommels heeft geïnstalleerd barst de hel van Protos echt los. Nummer zes van Cito is de eerste die het moet ontgelden. Hij draagt enkelsokken, reden genoeg voor Natuurkundestudent Ruben Maas en Economiestudent Geert-Jan van Dijken om "hij is een held zonder sokken" te gaan zingen. Een andere speler van Cito die met de scheids in discussie gaat, wordt uitgejoeld: "Dat wordt janken in de rust." En als de bal in het net wordt geslagen zingen ze: "Wat is dat netje hoog."
"Licht provoceren", is de tactiek van de twee. "Volleyballen kunnen we niet", zegt Maas. "Maar bier drinken en zingen des te beter." Van Dijken schreeuwt ondertussen verder: "We gaan winnen van de nummer twee." Hij krijgt gelijk. Protos verslaat Cito uiteindelijk met 3-1. De club heeft met twaalf gewonnen wedstrijden vandaag een goede dag gehad: reden genoeg dus om in de kantine nog een biertje te drinken. Mét de zojuist nog uitgejouwde tegenstander.