'Het voelde als een vuurdoop'

Studenten Geneeskunde en hun co-schappen

"Van alle kanten hoorde ik dat het lopen van co-schappen zwaar zou zijn, en dat bleek ook zo: ik kon me niet meer vastleggen", zegt Albert. "Ik stopte met mijn werk voor mijn studentenvereniging en zei mijn bijbaan op." Annemarie: "Ik roeide heel fanatiek, maar dat heb ik opgegeven. Het is moeilijk afspraken te maken, als je niet weet hoe laat je 's avonds thuis bent. Je bent tijdens je co-schappen gewoon een stuk minder flexibel."

In tegenstelling tot andere universiteiten beginnen studenten in Utrecht al in het derde jaar met het lopen van co-schappen. Verspreid over het jaar doen ze er dan twee. Om basisarts te kunnen worden, moeten ze in totaal twaalf co-schappen bij verschillende instellingen lopen. Deze duren per keer vier tot zes weken. Daarnaast volgen ze tijdens elk co-schap wekelijks nog een dag onderwijs. Alles bij elkaar maakt dat het lopen van co-schappen volgens Roos uitputtend: "Je begint vaak al voor acht uur en werkt door tot zes uur 's avonds."

Albert, Annemarie, Roos, Cornelia, Lieke, Trudy, Tom, Carla, Marieke en Britta zijn allen student Geneeskunde en vijfde- of zesde jaars. Inmiddels zijn ze ervaren in het lopen van stages. Maar hun eerste stappen als co-assistent zijn ze nog niet vergeten. Zo herinnert Cornelia die de verhalen over een drukke tijd ook kende, dat ze eerst nog maar eens op vakantie ging. "Maar mijn boek over interne geneeskunde ging mee. Naarmate de co-schap dichterbij kwam, werd ik steeds zenuwachtiger. Ik keek er naar uit om eindelijk met echte patiënten in de echte praktijk te werken, maar je komt ook in een ziekenhuiscultuur die je nog helemaal niet kent. Je bent een groentje en toen ik begon, voelde het daarom echt als een vuurdoop."

Gelukkig voor haar bleek bij aankomst dat ze in 'haar' ziekenhuis co-assistenten tegenkwam die al twee weken bezig waren. "Zij hielpen me een beetje op weg." Vierdejaars student Trudy nam het zekere voor het onzekere op haar eerste dag. Ze herinnert zich dat ze gewapend met een nieuwe doktersjas, stethoscoop, boekjes en anamneseformulieren kwam aanzetten. "Volgens mij komen wij als nieuwe co-assistenten echt als verschrikte vogeltjes over." Roos was aanvankelijk ook wat onzeker. " Je ontdekt voor het eerst je sterke en zwakke punten van je medisch handelen en dat is wel een beetje confronterend." Lieke verbaasde zich die eerste keer erover dat ze veel meer mocht doen, dan ze had verwacht. Ze werd echt bij bepaalde vraagstukken betrokken en haar mening leek meestal op prijs te worden gesteld. Vanaf die eerste keer verbaast ze zich erover hoe bijzonder het is dat ze overal mag meekijken, dat ze met veel patiënten omgaat en dat ze zoveel vertrouwen krijgt. "Patiënten vertellen je persoonlijke dingen, puur omdat ik geneeskunde studeer."

Ongeschreven wetten

De co-schappen blijken onderling veel te verschillen en zijn qua sfeer afhankelijk van de instelling waar je als student terecht komt en de mate van verantwoordelijkheid die je krijgt. Zo is er een groot verschil in hiërarchie tussen academische en niet-academische ofwel perifere ziekenhuizen. "In een academisch ziekenhuis spreek je een professor ook aan met professor", legt Carla het verschil uit. "Dat zijn ongeschreven wetten. Net zoals het een ongeschreven wet is dat co-assistenten bij patiëntbesprekingen achterin moeten zitten. In een perifeer ziekenhuis wordt er meer van gedachten gewisseld met co-assistenten." Tom: "Je voelt je in een perifeer ziekenhuis vrijer om dingen te vragen aan een arts. In een academisch ziekenhuis vraag je dingen eerst aan de arts-assistent, en dan pas aan de arts."

De hiërarchie op zich is niet vervelend, maar bepaalde artsen kunnen studenten zich wel heel minnetjes laten voelen. "Tijdens een operatie maakte ik voor het eerst kennis met een bepaalde arts", zegt Marieke. "Ik stak mijn hand uit, waarna hij zei: 'Als je zegt 'ik wil me graag voorstellen', dan veronderstel je dus dat je iets voorstelt. Op die manier hoef je dus geen kennis te maken.' Dat bleek een opmerking te zijn die de arts standaard maakte bij nieuwe co-assistenten." Britta: "Die hiërarchie verschilt erg per co-schap. Bij kindergeneeskunde was mijn begeleider heel aardig, maar bij neurologie was dat weer heel anders. Er was een bepaalde arts, overigens niet mijn begeleider, die de co-assistenten echt als hulpjes gebruikte: we moesten koffie halen, recepten schrijven, bloed wegbrengen en allerlei secretariële klussen doen."

De vraag hoe je je moet opstellen in zo'n hiërarchische omgeving houdt veel studenten bezig. Cornelia: "Je moet in bepaalde mate wel zeker overkomen, maar ook weer niet bijdehand. De eerste dagen is het vaak 'de kat uit de boom kijken' en je positie aftasten. Daarna weet je wanneer je je mening kunt geven en wanneer je beter je mond kunt houden. Tijdens mijn co-schap gynaecologie in Suriname werd ik door de verloskundigen in het begin genegeerd. Ik vond het lastig om te bepalen of ik dit gevoel moest aankaarten of er maar het beste van moest maken. Ik koos voor het eerste en het bleek een goede zet, want daarna hebben ze me veel geleerd en heb ik prachtige bevallingen mogen leiden." Volgens Trudy moet je voelsprieten ontwikkelen die je duidelijk maken met wie je te maken hebt: maar er is soms geen pijl op te trekken, mensen proberen je uit. Britta: "Toen ik door een bepaalde arts bijna alleen maar werd ingezet om lullige klusjes te doen, heb ik hem daar ook op aangesproken. Hij zei op dat moment weinig terug, maar ik merkte daarna wel dat zijn houding ten opzichte van mij verbeterde. Het scheelde wel dat die arts niet mijn begeleider was, anders had ik het waarschijnlijk niet gedaan."

De hiërarchische stemming heeft indruk gemaakt, want de studenten zouden het 'later' zelf anders doen als ze te maken zouden krijgen met co-assistenten. Trudy: "Minder hiërarchie schept volgens mij een beter leermilieu. Als student durf je meer te vragen en arts-assistenten durven je meer uit te leggen. De sfeer is meer ongedwongen en dat lijkt me voor beide partijen beter." Ook Carla zou later voor co-assistenten iemand willen zijn aan wie ze gewoon vragen kunnen stellen. "En ik zou ook spontaan dingen willen uitleggen." Marieke: "Ik heb een veel betere herinnering aan co-schappen waar de sfeer minder hiërarchisch was. Ik zal later nooit een co-assistent behandelen alsof een co-schap een ontgroening is. Natuurlijk mag je wel kritische vragen stellen, maar met als doel de co-assistent iets te leren en niet om hem of haar te laten afgaan."

Zwaar

Van alle co-schappen is volgens de studenten chirurgie het zwaarst, zeker in een academisch ziekenhuis. Dit co-schap lopen alle studenten zowel in hun derde als vijfde jaar. Roos: "Veel chirurgen vinden chirurgie het belangrijkste onderdeel van de geneeskunde. Ze doen natuurlijk ook wel heroïsche dingen, maar toch. Chirurgie is heel praktisch, het is veel met de handen werken. Dit trekt toch een bepaald slag mensen aan." Albert deelt die mening: "Er wordt natuurlijk ook wel onder druk gewerkt, maar de sfeer kan echt veel beter. Het is echt een mannetjescultuur, die prestatiedrang ligt me helemaal niet." Britta vindt dat er bij dit co-schap heel duidelijk wordt gemaakt dat het belangrijk is dat je voldoende kennis hebt. "Je krijgt dan bijvoorbeeld overhoringen tijdens een operatie, en je wordt afgesnauwd als je het antwoord niet weet." "Ik heb me in een academisch ziekenhuis zes keer moeten voorstellen aan een bepaalde chirurg die mij begeleidde", vertelt Marieke. "Hij nam niet eens de moeite om mijn naam te onthouden."

Het co-schap chirurgie in het derde jaar in het Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein is berucht onder de studenten. Co-assistenten dienen daar elke vrijdag om half zeven aanwezig te zijn om broodjes klaar te zetten voor de wekelijkse patiëntenbespreking. Britta: "Iedereen zegt in het begin heel stoer 'ik ga die tafel echt niet dekken hoor', maar iedereen gaat erin mee. Al is het natuurlijk belachelijk dat wij dat soort dingen moeten doen."

Korte rok

Onlangs hield het Studentenplatform van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst, de KNMG, een onderzoek naar seksuele intimidatie tijdens co-schappen. Daaruit bleek dat 11 procent van de 1850 ondervraagde co-assistenten wel eens te maken heeft met seksisme. Ook een paar van de studenten die het Ublad sprak, kunnen daar over meepraten. Maar ze willen er alleen over vertellen als het anoniem mag: "Er werden bijvoorbeeld schuine grappen gemaakt die mij betroffen. Of ik kreeg opmerkingen als 'voor je beoordeling wel een kort rokje en diep decolleté, hè!'. Een bepaalde arts gaf op een gegeven moment ook aan, dat als iemand er ooit een klacht over zou indienen, diegene het zwaar zou bezuren. Hij besloot nogal lacherig met 'want hoe leg je dan uit dat het onschuldig is?' Ik voelde wel aan dat het niet serieus bedoeld was, en daardoor had ik er geen last van."

Weer een ander: "Het ziekenhuis waar ik toen een co-schap liep gaf een feest en de dag daarvoor hadden we het daar natuurlijk over. Een paar arts-assistenten, een andere co-assistent en ik waren in een ruimte aan het werk. Op een gegeven moment gingen de arts-assistenten precies vertellen wat we aan moesten doen (string, minirok etc..). Ik kon er wel mee omgaan, maar merkte wel dat de andere co-assistent het moeilijk had en knalrood werd. Later hebben we het met zijn tweeën weggelachen." Een ander werd door een arts die een patiënt aan het hechten was, per ongeluk in haar vinger geprikt: "Het enige wat hij zei was 'zat ie er goed in?' en ik reageerde met 'ja hoor, hij zat er lekker diep in.' Ik heb verder mijn mond gehouden, maar van binnen kookte ik. Na de operatie is hij er ook niet meer over begonnen. Het is zo'n lastige situatie, vooral omdat hij me ook nog moet beoordelen. Ik ben daarom ook huiverig om melding te maken van zijn opmerking. Uiteraard heb ik bij de Spoedeisende Eerste Hulp van het betreffende ziekenhuis wel melding van het prikaccident gemaakt, en werd de patiënt gelukkig negatief op hepatitis C en HIV getest."

"Mijn vader had ook gelezen over dat KNMG-onderzoek", zegt weer een ander, "en vroeg aan mij of ik daar ook wel eens mee te maken had gehad. In eerste instantie dacht ik van niet, maar toen kwamen er toch wat voorbeelden naar boven. Zo moest ik tijdens mijn eerste co-schap een mannelijke patiënt onderzoeken. Tijdens dat onderzoek keek hij me vreemd aan en toen ik zijn buik onderzocht zei hij op een vreemde toon 'dat voelt lekker'. Je begrijpt dat ik het niet prettig vond dat ik daarna ook nog zijn liezen moest onderzoeken."

De nieuwigheid van echt werken, de drukte, de hiërarchie en het seksisme zijn echter maar kleinigheden die een stage kleuren, want uiteindelijk staan alle studenten heel positief tegenover hun ervaringen als co-assistent. En dat is vooral omdat ze hebben mogen proeven aan het echte werk en daar mooie en emotionele ervaringen hebben opgedaan. Carla vertelt bijvoorbeeld dat een hartpatiënt van haar getuige mocht zijn bij een bruiloft, maar doodziek was. Uiteindelijk zorgde zij ervoor, in overleg met de behandelend arts, dat hij toch bij de bruiloft aanwezig kon zijn. "Drie dagen daarna is hij overleden. Ik ben heel blij dat ik nog heb kunnen helpen en ik heb echt het gevoel dat ik iets aan zijn leven heb toegevoegd." Albert werd gevraagd om een reanimatie te doen tijdens zijn co-schap chirurgie. "Dat heb ik toen gedaan, maar helaas overleed deze man. Toen daarna de familie moest worden ingelicht ben ik ook meegegaan. Dat was natuurlijk erg emotioneel, maar ook heel leerzaam. Het werd door de artsen erg gewaardeerd dat ik ook mee ging naar de nabestaanden." Britta krijgt wel eens complimentjes van patiënten. "Laatst werd een vrouw binnengebracht die haar pols had gebroken. Na onderzoek zag ik dat ze ook een elleboogfractuur had. Later zei die vrouw in mijn bijzijn tegen iemand anders: 'Zij had het goed door hoor!'. Dat is natuurlijk hartstikke leuk om te horen." En ook Lieke heeft het bij haar stages enorm naar de zin: "maar ik ben dan ook een echte vakidioot. Ik denk dat veel co-assistenten in het begin de lat te hoog leggen, ze stellen te hoge eisen aan zichzelf. Zelf ben ik heel relativerend; ik mag fouten maken, als ik er maar van leer." "En ik heb steeds vaker het gevoel: in het ziekenhuis hoor ik thuis", zegt Carla. "Het valt me wel op hoe weinig je aan het ziekenhuisbed van een patiënt bent. Het doen van het papierwerk rondom patiënten kost veel tijd." Roos voelt zich na haar co-schappen jaren ouder: "Al met al had ik niet gedacht dat ik het zo leuk zou vinden. Voor mijn gevoel is er nu een soort afstand met de andere studenten die nog geen co-schappen hebben gelopen: je hebt al zoveel meegemaakt. "

Weerwoord Antonius Ziekenhuis

W. Derksen, arts-assistent en begeleider co-assistenten afdeling Chirurgie Antonius Ziekenhuis: "Wij zien co-assistenten echt als onderdeel van ons team en proberen hen zo goed mogelijk te betrekken bij de afdeling. Het zorgen dat de broodjes voor het patiëntenoverleg op vrijdag om 7 uur op tafel staan, is inderdaad een taak van de co-assistenten. Dat is in de loop van de tijd zo gegroeid, maar als iemand daar problemen mee zou hebben, kan daarover gepraat worden. Het is dus absoluut niet als een soort ontgroening bedoeld! Het klopt overigens niet dat zij stipt om half 7 aanwezig moeten zijn, als één van de co-assistenten maar even de gesmeerde broodjes ophaalt uit het restaurant beneden. Dat is een paar minuten werk, en daarom hoeft echt niet iedereen om half 7 aanwezig te zijn."

Hiërarchie

Onderwijscoördinator co-schappen Chirurgie, dr. Kools: "Het lijkt alsof hiërarchie meer in de gedachten van de student leeft. Vaak zijn juist de hoogsten in rang (hoogleraren en opleiders) het makkelijkst benaderbaar. De student moet zich niet laten afschepen en zal tenslotte altijd met zijn of haar vragen terecht kunnen.

"Wat betreft het co-schap chirurgie: in dit beroep is een zekere mate van hiërarchie nodig om ongelukken te voorkomen. In de chirurgie moeten vaak snelle beslissingen worden genomen. Het handelen van de chirurg is niet zozeer uit prestatiedrang als wel uit, soms bittere, noodzaak. Sommige studenten zeggen dat ze worden afgesnauwd als ze onvoldoende kennis hebben, en dat is maar goed ook. Te weinig kennis is levensgevaarlijk! Als je je zaakjes in orde hebt is er geen reden meer om te snauwen. Wanneer een betreffende arts volledig buiten zijn boekje gaat, behoort hij daarover uiteraard aangesproken te worden. Er zijn vele mogelijkheden voor de co-assistent om dit onaanvaardbare gedrag te melden. Dit geldt bijvoorbeeld voor seksuele intimidatie, wat absoluut ontoelaatbaar is. Maar ook het prikaccident waarover een co-assistent sprak is een serieuze zaak. Jammer dat de co-assistent geen melding heeft gemaakt om een uiterst dubieuze reden: een beoordeling van een co-schap hangt nooit van één persoon af en bovendien heeft de coördinator het laatste woord."

Vertrouwelijke raad

Studieadviseur Geneeskunde Annelies Kruijshoop: "Co-assistenten stappen niet zo vaak naar ons toe als er conflicten zijn met begeleiders van hun co-schappen. Ik ben nu 5,5 jaar studieadviseur en heb maar enkele studenten gezien die om dit soort conflicten naar mij toe kwamen. Nu doe ik dit werk met nog twee andere studieadviseurs, maar zij hebben dezelfde ervaring. Ik denk dat ze het vooral zelf op willen lossen. Tijdens de co-schappen worden ook speciale coachinglessen gegeven op de terugkomdagen, waarschijnlijk kunnen studenten daar ook goed hun verhaal kwijt. Een andere reden voor hun afwezigheid kan een bepaalde angst zijn. Misschien hebben ze het idee dat ze hun eigen glazen ingooien bij het betreffende co-schap als ze hulp inschakelen. Dat ze dan minder serieus worden genomen. Maar ik raad de studenten aan om gewoon een afspraak te maken voor een vrijblijvend gesprek. Ze kunnen dan zelf bepalen of ze willen dat er iets aan de situatie gedaan gaat worden. Als ze alleen hun verhaal kwijt willen of advies nodig hebben kan dat natuurlijk ook. Wanneer co-assistenten een inhoudelijk probleem hebben, sturen we hen meestal door naar een vertrouwenspersoon. Zij zoeken dan met de student naar een oplossing van het conflict. Wat wij doen is bemiddelen in de situatie, we zijn alledrie niet medisch onderlegd en weten er inhoudelijk dus weinig vanaf. Je kunt ons in dat soort gevallen het beste zien als wegwijzers."

Tips voor aankomende co's (van ervaren co's)

1. Als je in het buitenland een co-schap kan lopen, doe het! Je verbreedt je horizon en het staat bovendien goed op je CV

2. Houd altijd een notitieboekje in de buurt zodat je onduidelijke dingen later nog een keer op kan zoeken

3. Zorg vanaf het begin van het co-schap dat duidelijk is wat je moet, mag en kunt doen

4. Zoek een flexibele bijbaan waar je desnoods tijdelijk mee kan stoppen

5. Zorg voor goed contact met de secretaresses en verpleegkundigen van de betreffende afdeling: zij weten goed hoe alles reilt en zeilt