Hoe je je creativiteit richting geeft

Niveaudifferentiatie is niet onomstreden. Grootseplannen van het college van bestuur om met een keurmerk voorexcellente tracés concurrentie aan te gaan met andereuniversiteiten werden afgeschoten door verschillende faculteiten,waaronder de faculteit Ruimtelijke Wetenschappen. Toch timmert dezefaculteit op het gebied van plusprogramma's hard aan de weg, zobleek tijdens een vorige week gehouden presentatiemiddag.

Op het grote projectiescherm van de betonnen zaal van hetEducatorium is een dia te zien van Raphaël's fresco waaropPlato samen met Aristoteles door zijn Academie wandelt. Op hetpodium ervoor doet Marca Wolfensberger een poging tot, wat eenaantal jaren geleden bekend werd als, de Brinkman-shuffle; met eenloopmicrofoon en veel zelfvertrouwen over het podium heen en weerlopen om haar inleiding wat meer schwung te geven. Over deontdekkingsreis die de universiteit is, spreekt de'onderwijs-architecte', en over de noodzaak vanniveaudifferentiatie, want "iedereen heeft zijn of haar eigendromen en we moeten mensen de gelegenheid geven die dromen teverwezenlijken."

Aan pretenties geen gebrek, tijdens de presentatie van de oogstvan een jaar experimenteren met niveaudifferentiatie binnen deopleidingen sociale geografie en planologie. Studenten die in hetreguliere programma niet voldoende uitdaging vinden wordt een kadergeboden waarbinnen ze zich beter kunnen ontplooien. Zo schrijveneerstejaars studenten bijvoorbeeld een artikel of lezen ze,begeleid door een docent, een 'meesterwerk'.

Dat dit niet onmiddellijk tot opzienbarende wetenschappelijkeinzichten leidt zal niemand verbazen. "De winst ligt dan ook nietalleen op het vakinhoudelijke terrein", stelt Wolfensberger,coördinator van het project, "maar zeker ook op het gebied vande academische vorming." Het programma kent inhoudelijkeonderdelen, de zogenaamde 'bouwstenen', legt ze uit, daarnaastworden er eens in de drie weken 'Socratische workshops'georganiseerd waarin de verschillende groepjes uit een leerjaar aanelkaar presenteren wat ze de voorgaande weken gedaan hebben."Tijdens deze bijeenkomst leren ze van elkaar op het gebied vankritische reflectie en hoe je je creativiteit richting geeft", zegtWolfensberger.

Dit wordt bevestigd door Morag Torrance die in haar eentje een'intensiveprogramme' van de Europese Unie over waterverontreinigingvolgde. Ze wist al veel van dit onderwerp af en vond de collegesdie in het kader van dit zogeheten Erasmus-programma werden gegeveninhoudelijk dan ook niet zo interessant. "Toch heb ik het gevoeldat ik echt wat aan het excellente tracé heb gehad", verteltTorrance tijdens haar presentatie, "maar wel in een andere vorm danik had gedacht. Ik heb minder geleerd over geografische aspecten enmeer over samenwerken en je kritisch opstellen."

Alom bestaat er tevredenheid over de plusprogramma's waaraan ditjaar vijfenveertig studenten verdeeld over drie studiejaren hebbendeelgenomen. Het experiment zal dan ook zeker worden voortgezet.Het enige punt van onzekerheid is nog de certificering. Nu er geenuniversitair diogenes-keurmerk lijkt te komen waarmee de excellentetracés van de verschillende faculteiten geformaliseerd zoudenkunnen worden, is de faculteit Ruimtelijke Wetenschappen aan hetnadenken over een alternatief. "In plaats van studiepunten krijgende studenten die meedoen dan honoraire punten voor hun extrainspanningen", zegt Wolfensberger. "Als ze aan het einde van hunstudie voldoende honoraire punten hebben verzameld zouden ze inaanmerking kunnen komen voor certificering op of bij dedoctoraal-bul."

De vraag rijst of dit tot een devaluatie van de waarde van een'gewone' bul zal leiden. De meningen zijn hierover verdeeld.Verschillende fracties binnen de faculteitsraad hebben lange tijdhun bedenkingen gehad bij excellente tracés. Inmiddels hebbenzij hun initiële verzet opgegeven. Toch lijken de betrokkenenrekenschap te willen afleggen. In de verslagbundel die tijdens debijeenkomst werd uitgedeeld is een artikel opgenomen dat de goedeervaringen met 'honors'-programma's in de Verenigde Statenbeschrijft. Daarnaast benadrukt Wolfensberger herhaaldelijk datdeelname niet voorbehouden is aan een selecte groep. "In principeworden studenten met goede cijfers uitgenodigd om deel te nemen aanhet excellente tracé, maar iedereen met een goede motivatiekan mee doen."

Raymond van de Wiel