Hoge Raad zet werkende student voet dwars

De kwestie heeft bijna vier jaar gesleept en draaide om eenstudente op kamers. Die had slechts een basisbeurs en kwamdaarnaast rond van een baantje. Over het jaar 1996 wilde zij bij defiscus een aftrekpost opvoeren voor studiekosten (collegegeld,boeken en dergelijke).

Dat mocht van de belastingdienst. Maar dan moest de studente welhaar basisbeurs verrekenen met die studiekosten.

De studente wilde echter slechts een bedrag aftrekken ter hoogtevan de beurs voor thuiswonende studenten. Een kamerbewoner krijgtweliswaar meer geld, betoogde de student, maar dat extra bedrag isuitsluitend bedoeld om de hogere kosten van levensonderhoud tedekken.

De belastingdienst verwierp dit betoog, maar het Amsterdamsegerechtshof gaf de studente gelijk. Toenmalig staatssecretarisVermeend van Financin legde de zaak voor aan de Hoge Raad. En daarverloor de studente alsnog - nu definitief. Volgens die raad wordende regels voor studiefinanciering en inkomstenbelasting anders"onuitvoerbaar"

De uitspraak heeft gevolgen voor studenten die meer dan 10.000gulden per jaar verdienen met een baantje. Het verschil in dehoogte van de aftrekpost zou netto zo'n 1300 gulden per jaar hebbenopgeleverd.

HOP, HO