Honkballer Glenn Romney kijkt naar Olympische Spelen op TV: geen knuppel maar een kater
Honkballer Glenn Romney kijkt naar Olympische Spelen op TV:geen knuppel maar een kater
Kijken naar Studio Sport in plaats van zelf de knuppel hanteren.Een vreemde gewaarwording, vindt de 23-jarige honkballer. Wanthoewel de uitschakeling in de halve finales van de play-offs alweereen week oud is, de pijn blijft. Zo dicht bij de een vierdeopeenvolgende finale, en toch met lege handen. Wat rest is dekater: "Je beseft het nog niet helemaal. Pas later krijg je in degaten wat je allemaal misloopt, waar je een jaar voor hebt gewerkt.Sneu. Het was onnodig om die tweede pot te verliezen." Deuitschakeling bleek extra zuur toen Neptunus afgelopen zondag dederde finalewedstrijd tegen ADO won, waardoor de landskampioen detitel prolongeerde.
Voor Romneys ploeg, Mr. Cocker/HCAW, bleek het RotterdamseNeptunus vorig weekeinde al een maatje te groot. In eenbest-of-three had Neptunus genoeg aan twee wedstrijden. Daardoorkwam er een einde aan het abonnement dat HCAW op de Holland Seriesleek te hebben: sinds 1996 wisten de Bussumers elk seizoen door tedringen tot de finalereeks, met de titel in 1998 als voorlopighoogtepunt. De uitschakeling sloot naadloos aan op het reguliereseizoen, want Romney is de eerste om te erkennen dat HCAW geentopseizoen achter de rug heeft. "Veel jongens hebben door diverseoorzaken onder hun normale niveau gespeeld. Ik hoor daar ook bij,ja." Toch werden de play-offs niet met angst en beven tegemoetgezien. "Wij presteren vaak pas als het erop aankomt, als we echtonder druk staan. De laatste jaren hebben we steeds in de finalegestaan. We hadden daarom alle vertrouwen."
Studeren
De uitschakeling biedt Romney in ieder geval alle tijd om zichvoor te bereiden op het nieuwe collegejaar. De rechtenstudent isinmiddels alweer zesdejaars, maar daar maakt hij zich weinig zorgenover: "Ik had mijn studie al lang af kunnen maken, maar ik wil nogwat extra vakken doen. Bovendien ben ik pas 23. Dan is het geenramp om nog te studeren." De combinatie van studie en honkbal heeftRomney nooit voor onoverkomelijke problemen gesteld. "Ik ben dezesituatie al gewend vanaf de middelbare school. Natuurlijk is hetwel eens lastig. Anderen hebben tijd om in het weekeinde testuderen. Dan speel ik juist mijn wedstrijden."
"Voor zaken als een studentenvereniging heb ik geen tijd," zegtRomney. "Maar de combinatie van sport en studie is echt nietonmogelijk. Met de universiteit kan ik vaak regelingen treffen. Ikkan bijvoorbeeld een tentamen uitstellen als ik op pad ben voor deEuropa Cup. Dat is fijn. Niet iedereen heeft dat geluk." Die studiemoet namelijk wel afgerond: "Van honkbal word je in Nederland nietrijk. Voor het geld hoef je het echt niet te doen."
Romney, zoon van een Arubaanse vader en een Nederlandse moeder,kreeg het honkbal met de paplepel ingegoten. Zijn vader meldde hemals vierjarige al aan bij het peanutbalteam van UVV. Romney werdgek van het spelletje. En waar kan een honkbalfanaat zijn sport noubeter bedrijven dan in Amerika, het honkbalmekka? Romney trok alszeventienjarige de stoute schoenen aan en schreef zich in voor eenjaar college in Jackson, Mississippi. De weg naar hethonkbalsterrendom bleek echter bezaaid met obstakels. Na een jaarwas hij weer terug in Utrecht, een illusie armer, een ervaringrijker.
Amerika
Toch bleef Amerika trekken. "Het was altijd mijn droom om geldte verdienen met mijn hobby. Heerlijk in de zon op een grasveldjeje spelletje doen, met de entourage eromheen. En er nog geld meeverdienen ook, al is het niet op het hoogste niveau. " Vorig jaarwaagde Romney een tweede poging in het beloofde land. Hij zettezijn studie tijdelijk op een laag pitje en vertrok opnieuw naar deVS. Van een contract kwam het evenwel ten tweede male niet. "Datavontuur pakte anders uit dan gedacht," bekent Romney. "Ik hadgedacht dat ik via trainingsdagen wel in aanmerking zou kunnenkomen voor een contract bij een profclub onder Major League-niveau.Maar het bleek n grote tegenvaller."
Het mislukken van het overzeese avontuur had meerdere oorzaken,denkt Romney. "Wanneer je in Nederland goed meekomt, kan je inAmerika ook een bepaald profniveau aan. Maar ze kennen je niet, jehebt geen cijfers achter je naam staan, je hebt geencollege-achtergrond Noem maar op. Ik kreeg al gauw te horen dat ikniet welkom was. Om het daar te maken moet je mensen kennen,eigenlijk net als in het hele leven. Zonder kruiwagen red je hetniet." Romney is in ieder geval een stuk wijzer geworden. Teruggaandoet-ie niet meer. "Mijn studie heeft nu prioriteit en bovendienben ik met 23 jaar eigenlijk al te oud."
Volgende week begint Romney aan een stage bij eenadvocatenkantoor Kort daarna speelt het Nederlands honkbalteam opde Olympische Spelen in Sydney. Vorig jaar maakte Romney nog deeluit van de selectie, maar nu zal hij de Spelen op de televisievanuit Utrecht moeten volgen. Een conflict met de toenmaligebondscoach Jan Dick Leurs ligt daaraan ten grondslag. "Vorig jaar,vlak voor het EK in Itali, kreeg ik mot met Leurs," zegt Romney."Ik had geen zin om op de bank te blijven terwijl anderen slechtspeelden. Ik had het gevoel dat hij mij er niet bij wilde hebben.Toen heb ik gezegd: ik stop ermee. Volgens mij vond Leurs dat nieteens erg."
Sterren
Daarmee kwam een einde aan een driejarig verblijf bij hetNederlands team, en ging indirect ook een streep door de OlympischeSpelen voor Romney. "Natuurlijk had ik graag aan de Spelen willenmeedoen. Australi staat bekend als een echt honkballand. Allerleiprofs en ex-profs doen mee. Je speelt tegen alle grote sterren. Ikhad mezelf tegenover Leurs al die tijd koest kunnen houden en nogsteeds bij het Nederlands team kunnen zitten. Maar dan verloochenje je principes. Het is jammer dat ik moest stoppen, maar ik moesteen streep trekken. Anders moest ik teveel slikken."
Van de nieuwe bondscoach Pat Murphy, die Jan Dick Leurs onlangsopvolgde, heeft Romney nog geen telefoontje gehad. "En dat verwachtik eerlijk gezegd ook niet," zegt hij. "Ik heb geen superseizoengedraaid en bovendien worden er veel goede Antilliaanse spelers bijhet Nederlands team gehaald. Dat maakt het voor mij een stukmoeilijker. Bovendien heb ik het nu goed. Ik speel bij een echtvriendenteam, lekker dicht bij huis. En ik heb toch een paar jaarmooie dingen meegemaakt met het Nederlands team: een EK, een WK entoernooien als de Haarlemse Honkbalweek." Maar zeg nooit nooit,weet ook Romney. "Wie weet wat de toekomst brengt. Veel ouderespelers zullen na de Olympische Spelen stoppen. Wellicht is hettijd voor een nieuwe generatie."
Michiel van Ruitenbeek