Honkvast of jobhoppen?

Hoe voorkom je dat veelbelovend personeel dat net isingewerkt naar een andere werkgever vertrekt? En hoe krijg jepersoneel dat vastgelopen is in het huidige werk zo ver, dat hetinziet dat een overstap naar een andere baan voor alle partijen hetbeste is? Vragen waar de afdelingen P&O van de universiteitvoortdurend mee te maken hebben.

Het P&O-netwerk, dat regelmatig themadagen organiseert,wijdde deze maand een dag aan het thema Uitstroom. Hoe groot deuitstroom van personeel is, verschilt per faculteit, zo leert eenbescheiden steekproef. Bij Diergeneeskunde en Letteren blijkt hetwetenschappelijk personeel honkvast. Moniek Arends,P&O-medewerkster Letteren: "Voor een kunsthistoricus liggen debanen niet voor het opscheppen, dus als hij eenmaal een leuke baangevonden heeft, blijft hij. Bij Letteren komt natuurlijke uitstroomhet meeste voor. Velen blijven tot hun pensioen."

Dat geldt ook voor Diergeneeskunde, zegt P&O-medewerksterWilma Grimmelikhuijsen. "De UU is de enige universiteit inNederland met zo'n faculteit. Wij zitten dan ook in de luxepositiedat we nog steeds kunnen kiezen uit gekwalificeerd personeel. Enhet personeel blijft lang aan de faculteit verbonden."

Hoe anders is dat bij Sociale Wetenschappen. Daar is deuitstroom groot. Dat is iets waar de faculteit zelf voor kiest,aldus P&O-medewerker Willeke Steenstra: "Wij werken veel mettijdelijke dienstverbanden. Omdat er veel projectmatig wordtgewerkt, geven we mensen een dienstverband voor de duur van zo'nproject." Kan de faculteit zich dat nog veroorloven in tijden datpersoneelskrapte opmars doet? "Vooralsnog wel", zegt Steenstra."Maar dat zal in de nabije toekomst zeker veranderen. Het wordt nual lastiger om aio's te vinden."

Hoe wordt ingespeeld op de te verwachten krapte? Wordt ergediscussieerd over de vraag of goede onderzoekers enonderwijsgevenden een vast dienstverband moeten krijgen? Steenstra:"Er wordt nauwelijks over gesproken. En er wordt geen beleid opgemaakt door het management. Het idee overheerst dat we doorgaan opde oude voet zolang het kan. En dan zien we wel verder. Helaas.Want de afdeling P&O wijst het management er regelmatig op dathet in de nabije toekomst moeilijker zal worden om personeel tevinden. Dus dat je best wat zuiniger mag zijn op je mensen."

Waar wetenschappelijk personeel met een vast dienstverbandredelijk honkvast is, geldt dat het ondersteunend personeel eenstuk mobieler is. En lastiger te vinden. Bijvoorbeeld bijsecretarieel medewerkers en secretaresses is de krapte op dearbeidsmarkt goed voelbaar.

De afdelingen P&O kunnen niet voorkomen dat mensen die wegwillen, weggaan. Het enige wat ze kunnen doen, is proberen tevoorkomen dat mensen weg willen. Een instrument daarvoor zou hetbinnenkort nieuw in te voeren 'Resultaat- en Ontwikkelinggesprek'kunnen zijn. Of het zogeheten entreegesprek: een half jaar nadatiemand aan de universiteit is komen werken, polsen of de baanvoldoet aan de verwachtingen en horen hoe tevreden men is met dewerkplek. Mocht dan blijken dat iemand niet helemaal tevreden is,dan kan in samenspraak met de direct leidinggevenden wordengeprobeerd tot oplossingen te komen. Grimmelikhuijsen: "Daar hebbenalle partijen baat bij. Wij wijzen leidinggevenden erop, dat ze hetniet bij een enkel gesprek moeten laten. Men moet gedurende hetdienstverband met elkaar in gesprek blijven."

Niet alle faculteiten voeren standaard entreegesprekken. "Maarhet is een goed idee", zegt Moniek Arends. "Misschien moeten wedaar bij Letteren ook werk van gaan maken." Ze heeft meer gehoordtijdens de themadag waarmee ze aan de slag wil. 'In hetbedrijfsleven wordt je carrirepad bij wijze van spreken op deeerste werkdag uitgestippeld. Op de universiteit wordt veel teweinig gesproken over de vragen 'Wat zijn je verwachtingen en hoekun je blijven groeien in je werk'. Terwijl dat heel goed zou zijn.Het helpt voorkomen dat mensen vastlopen in hun werk."

Grimmelikhuijsen: "Een van de rollenspellen die we tijdens dethemadag hebben gespeeld, bracht aan het licht hoe weinig creatiefwe soms zijn met het begeleiden van mensen die dreigen vast telopen. We zeggen te makkelijk: 'Helaas, er is geen andere functiebeschikbaar', of 'de formatieplaatsen zijn op', als iemand aangeeftmeer te willen. Terwijl er natuurlijk altijd mogelijkheden tevinden zijn, om iemands functie interessanter te maken."

Karin Alberts