Hospita sterft uit

De SJHU had vorig jaar ongeveer evenveel kamers te verdelen alsde jaren daarvoor. Maar het percentage `met hospita' is gedaald:van 51 procent in 1997 naar 44 procent in 1998. De daling van hetaantal hospitakamers kan worden weggestreept tegen een stijging

van de woonruimte in zogenoemde vrije panden, zondergastvrouw.

De Vereniging van Niet-Commerciƫle Kamerbureau's en deNederlandse Woonbond constateerden recentelijk dat er sprake is vaneen landelijke trend. In Den Haag en Rotterdam zou het aantalparticulieren dat een kamer aanbiedt in korte tijd met de helftzijn afgenomen.

De Utrechtse Stichting Jongerenhuisvesting denkt dat de noodzaakom met een student-in-huis wat bij te verdienen, is afgenomen. Ditzou te wijten zijn aan de toegenomen welvaart. Daar komt bij datvraag naar hospita's daalt, omdat studenten steeds meer waardehechten aan hun privacy.

Hoewel het totale aanbod aan woonruimte voor studenten ongeveergelijk blijft, vinden de organisaties dat er sprake is van eenprobleem. Want de vraag overtreft het aanbod nog altijd fors,zeggen ze. Zo had de SJHU had vorig jaar 765 kamers in deaanbieding, terwijl er meer dan drieduizend jongerenaanklopten.

In heel Nederland waren in augustus zo'n vijftigduizendstudenten op zoek naar onderdak, schat de Nederlandse Woonbond. Dataantal zou inmiddels zijn gedaald naar ongeveer twintigduizend. Demeeste studenten vinden binnen een jaar wat. "Maar dat geldt nietvoor de grote steden. Daar kunnen de wachttijden bij de stichtingenstudentenhuis-

vesting oplopen tot meer dan een jaar.

HOP, IdV