Huisarts vecht tegen negatief imago

Het gaat niet goed met de huisarts. Dat stelt een enquête van studentenplatform KNMG. Nog maar één op de tien studenten geneeskunde loopt warm voor het beroep van huisarts. De negatieve aspecten van het vak zouden veel afgestudeerden weerhouden de huisartsenopleiding te volgen. Zorgwekkend? "Nee, huisarts is een prachtig vak."

Ook Ward Waardenburg (30) is huisarts in opleiding. Hij zit in zijn derde en laatste jaar. "Het is ontzettend leuk. Ik behandel het hele plaatje zelf. Ik sta midden in de maatschappij en behandel alle problemen; van medisch tot sociaal maar ook de chirurgische en de alledaagse dingen." Toch heeft Waardenburg ook getwijfeld en was neurologie een optie voor hem. "Ik werd wel afgeschrikt door de beeldvorming van hard werken en weinig geld verdienen. Maar neurologie was voor mij niet breed genoeg, ik vond het voornamelijk te veel diagnostiek. Ik wil ook meer zelf doen. Als huisarts heb je te maken met een breed scala aan klachten."

Waardenburg zoekt de oorzaken van de animo-daling bij de opleiding. "Het vak huisarts wordt in het curriculum te onderbelicht; alle professoren mogen hun onderzoeken in specialismes in colleges komen vertellen. Daarnaast komt de huisarts onterecht te negatief in het nieuws met bijvoorbeeld een staking. Hij komt in het algemeen wat klagerig over."

Specialisten zijn in

Dekkers en Waardenburg behoren tot de schaarse studenten die nog zin hebben in het vak huisarts. Op dit moment studeren jaarlijks gemiddeld 1500 basisartsen af. Het capaciteitsorgaan, dat schattingen maakt voor de overheid van het aantal op te leiden artsen, berekende al eerder dat nog maar 20 procent van hen huisarts wil worden, wat betekent dat er een tekort van 2400 huisartsen in 2012 zal zijn. Volgens de nieuwere enquête van het KNMG-studentenplatform is de belangstelling verder teruggelopen naar 11 procent. Het jaarlijkse aantal van 670 op te leiden huisartsen zal volgens het KNMG in de toekomst niet worden gehaald.

Ron Pieters, hoofd huisartsafdeling in Utrecht geeft als oorzaak een negatieve beeldvorming onder studenten aan. "De snelle specialisten zijn in, gestimuleerd door tv-series als Medisch Centrum West en E.R. Het vak huisarts wordt vervolgens in Nova behandeld met een dokter die niet met zijn tijd is meegegaan en geen plezier meer heeft in zijn werk." Pieters, die zelf al 25 jaar huisdokter is in Breukelen, nuanceert de KNMG-enquête. "Bij veel studenten gaan de ogen open op het moment dat ze voor het eerst meelopen bij een huisarts. Ze zien dat een dokterspraktijk geen doorverwijsbureau is, maar dat de dokter 90 procent van de klachten zelf behandeld. De studenten worden dan vanzelf enthousiaster voor het vak."

Gerdien Tramper (26) erkent de nuance die Pieters stelt. Tramper is bijna klaar als basisarts, en loopt nu een maand co-schappen bij Huisartsenpraktijk Weerdsingel. Het bevalt haar goed, precies zoals ze verwacht had. "Het is niet zo erg zoals het wordt voorgespiegeld. Het is een leuk vak, en een stuk ontspannender dan werken in een ziekenhuis. Ik ben mijn eigen baas en deel vaak mijn eigen tijden in." Toch kiest Tramper voor een andere richting. "Ik wil iets in de kindergeneeskunde. Ik vind het aantrekkelijker om dieper op de stof in te gaan en langer te puzzelen voor een oplossing. Maar huisarts schrikt niet af, integendeel."

Koffiedik

Fulco Seegers, woordvoerder van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) vindt dat er sprake is van een imagoprobleem bij huisartsen. "Het beroep wordt onaantrekkelijk door veel administratieve klussen waardoor de arts nog weinig tijd heeft om zich echt met zijn vak te bemoeien. Het is een gegeven dat er een hoge werkdruk is waarin een vijftig-urige week minimaal lijkt en waar je constant kans hebt om 's nachts uit je bed te worden gebeld."

De LHV vindt dat de negatieve aspecten van het beroep verbeterd moeten worden. "In het voorjaar waren er kabinetsplannen om wat aan het probleem te doen, maar in de huidige begroting is er 0,0 cent voor uitgetrokken. Begin met een vergoeding voor de werkdruk en praktijkkosten, en neem meer ondersteunend personeel aan. Startende artsen kiezen nu vaker voor bijvoorbeeld arbo-arts; dan verdienen ze hetzelfde netto-salaris als een huisarts, maar draaien normale kantooruren." Het heeft volgens Segers geen zin om de numerus fixus af te schaffen. "De studenten kiezen het vak niet omdat het niet kan, maar omdat ze niet willen. Huisarts is nu wel meer een vak dan een roeping. "

Volgens huisartsenopleider Pieters is het ook afwachten of het zin heeft om de opleidingscapaciteit te verhogen. Het kan volgens hem wel meevallen met het huisartsentekort. "Het is koffiedik kijken. Er is een tekort, dus maatregelen moeten er wel genomen worden door adequate bedrijfsondersteuning en uitbreiding van opleidingsassistenten, maar het is geen doemscenario. Vroeger werkte een huisarts 60 tot 80 uur per week, voor dat aantal uren werk zijn nu drie dokters nodig. Het plaatje kan straks heel anders zijn als veel vrouwelijke parttimers weer meer willen gaan werken als hun kinderen groot zijn. Bovendien is de economische recessie is in ons voordeel. De zorg biedt een zekere baan. Inclusief studenten hebben we over zes jaar misschien wel een overschot."

Zover is het nog niet. In de tussentijd zijn de huisartsen in opleiding meer dan nodig. Toch spreken zij niet van overwerk. Dekkers: "De administratieve dingen heb je ook bij andere banen. En door de centrale huisartsenpost in de regio Utrecht is het nachtwerk goed verdeeld." Waardenburg is het met haar eens. "Er moet nog wel een hoop gebeuren om het beroep van huisarts aantrekkelijker te maken. Maar de praktijkondersteuning door de centrale huisartsenposten vind ik erg goed. Het is niet zo dat ik constant uit mijn bed wordt gebeld."

Rins van Kouwen

Enquête: interesse voor huisarts daalt

Nog slechts 11 procent van de huidige geneeskundestudenten wil huisarts worden. Vijf jaar geleden was dit nog 20 procent. Dat blijkt uit een enquête van het studentenplatform van artsenorganisatie KNMG, onder duizend studenten geneeskunde aan alle acht Nederlandse universiteiten. Het platform vroeg welke specialisatie de student kiest en hoeveel deze bereid is te werken. Bijna de helft (48%) van de studenten die huisarts wil worden, wil meteen parttime aan de slag. Bijna net zoveel studenten (45%) wil binnen vijf jaar parttime werken. Over alle specialisaties blijkt dit gemiddeld 42% en 40%. Vrouwen zeggen tevens drie maal zo vaak parttime te willen werken dan mannen. Van alle studenten die de huisartsenopleiding volgen is 60 procent vrouw en volgens de KNMG zal dit aantal alleen maar groeien.

Wil jij nog huisarts worden?

• Patrick Struijker Boudier (derdejaars): "Werken als huisarts lijkt mij erg afwisselend. Dure praktijkkosten bijvoorbeeld, is voor mij geen argument om ervan af te zien. Ik hou alle mogelijkheden open. Ik wil sowieso niet in een kliniek werken. "

• Willemijn van Eeten (eerstejaars): "Ik weet het nog niet zeker maar huisarts lijkt mij wel leuk. Het is afwisselend, het geeft solide werk en een band met een patiënt."

• Gayaneh Heijne (tweedejaars): "Nee. Ik heb het idee dat je je als huisarts niet echt kan verdiepen in de patiënten. Het lijkt mij dat je als huisarts ook constant dezelfde klachten krijgt zoals in de winter weer een verkoudheidje."

• Roel Polak (eerstejaars): "Ik heb nog geen idee. Ik wil gewoon mensen helpen. Ik heb nog niet zo'n goed beeld van een huisarts. Ik heb het idee dat een huisarts vooral veel doorverwijst en minder diep op de problemen ingaat. Dat lijkt mij wel eentonig."

• Lidy Pols (eerstejaars): "Ik weet het nog niet, maar het lijkt me leuk om veel contact met de patiënt te hebben. En het spreekt me aan dat je als huisarts niet één specifiek onderdeel behandelt, maar alle soorten zieken ziet."

• Patrick van Walbeek (vierdejaars): Ja. Ik hou van een algemeen breed vakgebied en contact met patiënten. Maar ik wil wel parttime aan de slag. Al kan ik me wel voorstellen dat studenten geen zin hebben in al die wissewasjes van hun patiënten."