ICT: Chatten en mailen ondersteunen hoorcolleges

"Welke code moet ik ook alweer gebruiken als ik naar eenvolgende regel wil?", klinkt het aan de andere kant van hettussenschot. Kristine Steenbergh antwoordt terwijl ze op haar muisblijft klikken. "BR, break, niet HR." Het is donderdagochtend halftien. In kamer 1.14 van de 'the Next Generation'-computerleerzalenaan de Kromme Nieuwegracht ploeteren enkele studenten Engels met deopdracht voor de cursus Eighteenth Century Hypertext Course,afgekort ECHT, die wekelijks in HTML-taal moet worden aangeleverd.Steenbergh is aanwezig voor de begeleiding.

ECHT was vorig jaar de eerste cursus binnen de universiteitUtrecht waarbij gebruik werd gemaakt van WebCT, Web Course Tools.Hoewel meerdere Utrechtse opleidingen inmiddels gebruik maken vanhet programma, is de cursus nog immer een stokpaardje. Hetinitiatief voor het ontwikkelen van een interactieve leeromgevingop internet bij het vak achttiende-eeuwse literatuur kwam vanhoogleraar Peter de Voogd. De Voogd kreeg enkele jaren terug drieton uit het kwaliteit- en studeerbaarheidsfonds om zijn plan uit tewerken.

De WebCT-software bleek geschikt om een website te bouwenwaarmee de hoorcolleges ondersteund konden worden. Bovendien kunnendeelnemers onderling mailen, chatten en gebruik maken van eenbulletinboard. Deze mogelijkheden moesten ertoe leiden dat decursus met grotere inzet gevolgd zou worden en dat de onderlingecommunicatie zou toenemen. "De oude cursus was voor de meestestudenten behoorlijk taai", vertelt Steenbergh, die zelf betrokkenwas bij de ontwikkeling van ECHT. "Het zijn vaak dikke pillen diebestudeerd moeten worden en het lezen werd vaak uitgesteld tot hettentamen aan het einde van blok 2. Bovendien is de kloof tussen deoude boeken en de belevingswereld van de student vrij groot. Deslaagpercentages waren dan ook bedroevend laag."

Quiz

Na een testfase van twee jaar is de uiteindelijke versie vanECHT opgebouwd rondom een aantal beroemde auteurs. Iedere week iser een hoorcollege en moet een werk van de schrijver wordengelezen.Op de site van de cursus, waartoe ze met een password toeganghebben, kunnen de studenten meer lezen over de schrijver, zijn werken de cultuurhistorische context. Ook zijn er links opgenomen naarsites waar achtergrondinformatie kan worden gevonden. Het programmabiedt de studenten tevens de mogelijkheid een self-test doen. Dezedient als voorbereiding op de quiz, die wekelijks door de computerbeoordeeld wordt.

Belangrijk element in het eerste gedeelte van de cursus is hetwerken in groepjes. Per team van ongeveer drie personen moetwekelijks een opdracht worden ingeleverd. Samen met de quiz bepalende opdrachten het cijfer voor de cursus. Enthousiast laatSteenbergh een page zien met dansende vrouwfiguurtjes in jeans enkortgesneden topje. "Dit was de illustratie bij een hedendaagsebewerking van de achttiende-eeuwse politieke satire 'the Beggar'sOpera', die we de studenten hebben laten maken. Er zitten echtewizkids tussen."

Jo-Anne Vissers, tweedejaars Algemene Letteren en LiselotteJoling, tweedejaars Engels, behoren tot de weinige studenten diezich zo vroeg naar de computerleerzalen hebben begeven. Samen metnog een andere studente vormen ze een van de groepjes. Deze weekmoet in navolging van Alexander Pope een 'heroic couplet' wordengeschreven. Het rijmschema hebben ze al op papier staan. Jolingmaakte al eerder, bij een ander vak, kennis met WebCT en zegt hetniet meer te vinden dan "weer eens iets anders". Vissers isenthousiaster. "Op deze manier laat ik niet alles op zijn beloop.Je moet iedere week dat boek wel lezen om de quiz te kunnen doen ende opdracht te kunnen maken." Ook het werken in kleinere settingsbevalt haar goed. "Met zijn drieën is er veel meer discussie.In een werkcollege met twintig studenten doet niemand zijn mondopen."

De melding dat Kristine Steenbergh achter het tussenschot via de'designers mode' precies kan zien welke artikelen een student heeftgelezen en bijvoorbeeld ook wat hun score was voor de self-testverbaast de twee studentes. Toch blijken beiden geen moeite tehebben met de controle. "We moeten toch alles doen, anders halen wehet niet", aldus Vissers.

Begeleidster Steenbergh zegt lachend de informatie die ze doormiddel van het Big Brother-oog krijgt alleen te gebruiken om decursus verder te verbeteren. Het aanspreken van de studenten op hunstudiegedrag blijkt niet nodig: "Vrijwel iedereen slaagt nu, en metmeer dan een vijfje of zesje." De evaluatie onder de studentennadat de cursus vorig jaar voor het eerst had gedraaid gaf volgensde docente een verbazend beeld. "De reacties waren op hetsentimentele af. Studenten zeiden niets liever te willen dan datdeze cursus op deze manier wordt aangepakt."

Xander Bronkhorst