Iedereen bekend!
'De bladen en de tv-programma's zijn meestal gevuld met sterren met een alcoholprobleem of een te diepe decolleté. Of allebei'
'Als je een hele dag lang hebt zitten leren is er niets lekkerder dan op de bank hangen en kijken hoe Albert Verlinde de boel vals afzeikt'
'In de realitysoaps van Jan Smit of Frans Bauer gebeurt echt he-le-maal niets'
'Ik verheug me nu al die malle Georgina Verbaan in het volgende seizoen door Mexico te zien lopen sjokken'
'De term 'BN'er' is redelijk uniek. Er zijn geen Bekende Duitsers of Bekende Britten; zij hebben gewoon sterren'
'Jan Smit is een sukkeltje, iemand net als jij en ik'
De scheiding van Linda de Mol, de stem van Jan Smit, de foto's van Manon Thomas. Iedereen weet ervan. Ook studenten. Niet gelezen in een roddelblad bij de kapper, maar gezien bij RTL Boulevard of zelf opgezocht op internet. De interesse in BN'ers lijkt grenzeloos en schaamteloos.
In feite was 'de zaak Depla' een non-issue. De Nijmeegse wethouder Paul Depla zou een amoureus samenzijn hebben gehad met een mevrouw uit de gemeenteraad in de fietsenstalling, onder het registrerende oog van een beveiligingscamera. Het gebeurde niet onder druk van een van beide partijen en geen van de betrokkenen was minderjarig. Niets aan de hand. Hooguit goed voor een genante roddel op het stadhuis.
Maar het liep anders. Geenstijl.nl pikte het verhaal op en hoewel het populaire weblog geen bronnen vermeldde, knalde het het op de digitale voorpagina: 'PvdA-wethouder oraal bevredigd in het fietsenhok'. Nu heeft Geenstijl.nl tienduizenden lezers en dus werd een roddel een verhaal. Regionale media pikten het op, waardoor landelijke media zich op hun beurt verplicht voelde te reageren. Zo werd een relatief anonieme wethouder ineens voorpaginanieuws.
Het is een helder teken des tijds. Voor nieuws geldt steeds meer de vrije marktwerking - vraag en aanbod. Als de media niet geweten hadden dat lezers een smeuïg verhaal op prijs stellen, was het verhaal-Depla niet overal verschenen. Is het dan interessant wat een wethouder in het fietsenhok doet? Het antwoord zou 'Nee' moeten zijn, maar in de praktijk is het dat niet. De afgelopen jaren is er een onmiskenbare trend opgetreden waarin alles wat iedereen met een zekere mate van bekendheid doet als nieuws kan worden gebracht. Toen Paris Hilton, enkel bekend om haar achternaam en homevideo's, onlangs uit de gevangenis werd vrijgelaten, werd dat in de VS op meerdere kanalen live uitgezonden.
Sterren - of BN'ers - domineren daarom de televisieprogrammering. Als je de tv-gids op een willekeurige dag opengooit word je een heel scala aan programma's voorgeschoteld waarin 'sterren' actief zijn: Sterren dansen op het IJs, Dancing with the Stars, So you wannabe a Popstar en Wie is de Mol? Daar bovenop heb je dan nog eens Shownieuws en RTL Boulevard, die op metaniveau stand van zaken geven: hoe de ijsdansende, molzoekende BN'er het met zijn of haar vriend(innet)je doet. Op een willekeurige dag zijn deze twee programma's goed voor meer dan 800.000 kijkers.
Eggo Mueller is docent/ onderzoeker aan het Instituut Media en Representatie van de faculteit Geesteswetenschappen. Op dit moment zit hij in de VS, waar hij gastdocent is aan de universiteit van Michigan. Volgens hem is de bovenmatige interesse voor het privé-leven van sterren geen nieuw, autonoom proces: ook bij 'gewone' mensen wordt de scheiding tussen publiek en privé vager. Een goed voorbeeld is dat steeds meer jongeren gebruik maken van Hyves of MySpace, waarop ze precies laten zien wie hun vrienden zijn, naar welke muziek ze luisteren en waar ze het liefst uitgaan, vaak inclusief allerhande beeldmateriaal. "De reden dat we zo geïnteresseerd zijn in reality-tv is dat we er van houden andere mensen te observeren. Ik bedoel het niet denigrerend, maar in principe is Big Brother gewoon een dierentuin. Hier zit een identificatieproces achter. Een reality-programma is een spiegel, het stelt mensen in staat op hun eigen gedrag te toetsen aan dat van anderen.
"Als lid van een cultuur word je gevraagd om je eigen lifestyle te begrijpen. Wanneer je een t-shirt koopt moet je weten wat de betekenis is. Niet alleen letterlijk wat er op staat, maar ook wat voor impliciete waarde de afbeelding erop heeft en wat de status van het merk van het t-shirt is. Dat we sterren zo interessant vinden schuilt in het gegeven dat zij het talent hebben zo'n lifestyle duidelijk uit te dragen. Dit is een esthetische kwaliteit, een soort uitvergroting van wat u en ik ook hebben. Noem het charisma, noem het de X-factor. Maarten van Rossem is een voorbeeld, de manier waarop hij zich gedraagt is een vergroting van het beeld dat mensen hebben van een dwarse, eigenwijze professor. Dat maakt hem een populair icoon."
Maarten van Rossem dan, Utrechts grootste BN'er, ziet hij zichzelf als dusdanig? "Ik moet zeggen dat ik deze haast religieuze denotatie aan mijn adres kan waarderen. Niet dat ik mijzelf op die manier zie, maar uit dit soort dingen komen aardige dingen voort. Verkopen mijn boeken weer beter."
Wat is zijn verklaring voor de fascinatie met 'celebrities'? "Deze zogenaamde BN'ers fungeren als een soort dorpspomp van het land. Vroeger kwamen mensen bij elkaar bij de pomp, en roddelden dan over van alles en nog wat. Dit soort tv 'verdorpst': er zijn 16,5 miljoen Nederlanders die allemaal gekke dingen over bekende personen denken te weten - wie het met wie doet meestal - en dat is dan een bindmiddel tussen mensen. Opvallend is dat de bekendheden die het meest besproken worden zelden of nooit als rolmodel functioneren. Het zijn altijd de zondige types die ons fascineren, die dingen doen die we zelf niet kunnen. De bladen en de tv-programma's zijn meestal gevuld met sterren met een alcoholprobleem of een te diepe decolleté. Of allebei."
In deze optiek heeft die fascinatie voor de bekende medemens nog een culturele waarde, maar is het ook niet het ultieme vermaak, amusante low culture voor academici?
Masterstudente Internationale Betrekkingen Linda Nab (23) is naar eigen zeggen een 'dankbare kijker' van RTL Boulevard: "Als je een hele dag lang hebt zitten leren is er niets lekkerder dan op de bank hangen en kijken hoe Albert Verlinde de boel vals afzeikt."
Ze heeft een theorie over de populariteit van reallifesoaps van BN'ers: "De term 'soap' is in het leven geblazen in Amerika in de jaren vijftig. Toen wilden bedrijven een podium creëren waarmee ze huisvrouwen konden bereiken om hen wasmiddelproducten aan te smeren. Dus ze namen een flinterdun verhaallijntje, gooiden er een paar knappe acteurs tegenaan en voilà, meer was er niet nodig. Iets doms waarbij je je verstand op nul kon zetten en alleen werd onderbroken door reclames, van wasmiddelen.
"De realityprogramma's zijn de soaps van vandaag. Waarom zou je nog acteurs, scriptschrijvers en regisseurs inhuren als je voor hetzelfde geld een cameraman achter een semi-bekend iemand kunt aan laten lopen? Ze hoeven niet eens iets mee te maken: in de realitysoaps van Jan Smit of Frans Bauer gebeurt echt he-le-maal niets."
Nienke van Zwam (22) vindt het juist fijn als er wel wat gebeurt. 'Wie is de mol?' is veruit het lievelingsprogramma van de studente Nederlands. Hierin moet een groep BN'ers in een exotisch buitenland allerhande opdrachten vervullen, terwijl één van hen in het geheim de boel saboteert. "Het is het meest fantastische programma uit de geschiedenis van de Nederlandse televisie. Punt. Het is een soap, het is echt, het is spannend. Waar alle andere shows maar een van de elementen heeft, heeft WIDM ze allemaal."
Zou ze ook kijken als er geen BN'ers in zaten? "Het voordeel van een programma met BN'ers is dat je denkt dat je ze al kent. Je hebt van tevoren een idee hoe bepaalde mensen op elkaar gaan reageren. Ik verheug me nu al die malle Georgina Verbaan in het volgende seizoen door Mexico te zien lopen sjokken. Als je voor zo'n programma willekeurige onbekende mensen gebruikt heb je die voorpret niet. Met BN'ers stap je als kijker dus makkelijker in zo'n show."
De veronderstelde vertrouwdheid die mensen bij BN'ers lijken te ondervinden is juist endemisch voor Nederland, zegt Mueller: "De term 'BN'er' is redelijk uniek. Bij mijn weten zijn er geen Bekende Duitsers of Bekende Britten; zij hebben gewoon sterren. Een ster is iemand uit een andere categorie, onmogelijk te bereiken, behalve via objecten. Zo heb je mensen die een fortuin betalen voor een stukje van een jurk van Marilyn Monroe. In Nederland zijn de BN'ers te bekend, je kunt ze zo op straat tegenkomen."
Dit lijkt dan ook de rode draad die door de talloze reallifesoaps heen loopt. Frans Bauer, Jan Smit, Dries Roelvink: stuk voor stuk lijken ze in hun series te willen laten zien hoe toegankelijk en normaal ze wel niet zijn gebleven. Vooral dit element spreekt Daniel Coenen (23), student sociologie aan. "Het is toch leuk om te zien dat Jantje Smit precies hetzelfde doet als ik. Hij staat dan weliswaar voor volle zalen te zingen, maar 's avonds gaat hij gewoon met zijn vrienden naar de kroeg om keihard bier te hijsen. Het hardst moest ik lachen om een fragment waarin hij een glas water op het gezicht van zijn slapende manager gooi en daar het grootste plezier om heeft. Is dat dan een ster? Nee, het is een sukkeltje, iemand net als jij en ik. Dat is waarschijnlijk deel van de aantrekkingskracht van zulke programma's; je verwacht dat sterren bijzonder zijn en vervolgens blijken ze zo simpel en kinderlijk als wat."
Van Rossem heeft de vermeende familiariteit aan de lijve ondervonden: "Het gebeurt nog al eens dat mensen in cafés een arm om je heen slaan, in de veronderstelling dat je hun beste vriend bent omdat ze je kennen van tv. Dus dat soort plaatsen leer je te vermijden."
Volgens Mueller heeft de trend geen eeuwigheidswaarde. Het televisielandschap golft, er worden steeds weer nieuwe onderwerpen bedacht. Zoals Big Brother vervangen werd voor Celebrity Big Brother, zo komt er ook daar weer iets voor in de plaats. Van Rossem vindt het allemaal best en zegt er ondertussen rustig de vruchten van te plukken: "Ach, voorlopig wegen de voordelen op tegen de nadelen. Hoe bekender je bent, hoe vaker je wordt gevraagd om ergens te kunnen spreken. Dat vind ik leuk. En met leuk bedoel ik uiteraard niet het spreken zelf, maar wel de betaling die het met zich meebrengt. Al kan ik in het diepste geheim mededelen dat ik tot mijn grote spijt nog niet gevraagd ben om een speciaal tijdschrift te maken dat MAARTEN. heet."
Joost de Vries