'Iedereen nam één rozijntje'

Toen ze begin januari na een tiendaagse studiereis door Iran naar het vliegveld van Teheran reden, was er nog niets aan de hand. Maar al snel begon in die nacht van zaterdag op zondag de sneeuw in zulke hoeveelheden te vallen dat het zicht nog maar twintig meter was. Van vliegen kon geen sprake zijn en dus begon voor de 35 Utrechtse en Leidse studenten het wachten. Afgezien van een paar uur in de residentie van de ambassadeur in de nacht van maandag op dinsdag zou dat wachten tot dinsdag laat in de middag duren. Telkens weer zou er een vlucht vertrekken, telkens weer bleek die niet te gaan.

"Het had wel wat van The Terminal, die film met Tom Hanks", zegt Jules lachend. "Om de tijd te doden hebben we niet alleen zitten klaverjassen, maar ook veel met de andere gestrande passagiers gepraat. Je wist op een gegeven moment precies dat je bij die ene Iraniër moest zijn voor informatie en dat die balie misschien nog iets te eten had. Ik had al snel een aardig netwerk."

In de Nederlandse media verschenen vorige week verhalen over forse ontberingen, maar daar was volgens de studenten geen sprake van. De hal was redelijk verwarmd, de wc's waren schoon en - heel belangrijk - er was gratis internet zodat het bezorgde thuisfront gerustgesteld kon worden. Alleen de hoeveelheid eten hield niet over, omdat de twee café's vanwege de sneeuwval niet bevoorraad werden. Jules: "Maar de sfeer in de groep was zo goed dat we alles met elkaar deelden. Op de derde dag ging er een klein zakje rozijnen rond en daaruit nam iedereen heel voorzichtig één rozijntje."

Over de andere gestrande reizigers en een deel van het personeel hebben de studenten niets dan lof. Lotte: "Toen er niet voor iedereen ontbijt was, en ik dat ging vertellen, begon het meisje achter de toonbank zelfs te huilen. Ze is er meteen achteraan gegaan." Thekla: "Er zat een mevrouw in de hal met een doos snoepjes en koekjes, die ze als cadeau had gekocht. Toen ze merkte dat wij niet veel te eten hadden, begon ze alles uit te delen."

Als hen één ding is bijgebleven, dan is het wel de onvoorstelbare vriendelijkheid en gastvrijheid van de Iraniërs die zij hebben ontmoet. Jules: "Ze willen ontzettend graag laten zien dat Iran niet het slechte land is, dat het buitenland er vaak van maakt. Schets alsjeblieft een objectief beeld over ons als je weer thuis bent, vroeg onze gids me. Dat heeft me echt ontroerd." Lotte; "Alleen doordat je naar Iran komt steek je ze al een hart onder de riem."

Een hoogtepunt van de reis was de toespraak van geestelijk leider Khamenei op het centrale plein van Yazd. "Een soort popconcert, maar dan religieus", beschrijft Thekla de bijeenkomst op het plein, waar de mannen en de vrouwen zorgvuldig van elkaar gescheiden werden. "Het was veel minder plechtstatig dan ik had verwacht. Veel mensen stonden tijdens de toespraak met elkaar te kletsen en er liepen er voortdurend weg. De sfeer was heel losjes."

Uiteraard was ook de ontmoeting met Iraanse studenten en met de Arabische wiskunde een hoogtepunt. Vooral de manier waarop docent Jan Hogendijk de wiskundige kennis van de Arabieren aanschouwelijk maakte aan de hand van mozaïeken in de koepels van moskeeën heeft indruk gemaakt. Jules: "In sommige middeleeuwse mozaïeken is wiskundige kennis verwerkt, die daarna verloren is gegaan. Heel fascinerend." Thekla: "We hebben bedacht dat dat een mooi thema zou zijn voor een summerschool met Nederlandse en Iraanse studenten." Ze lacht. "Lekker twee weken op onze rug wiskundige problemen liggen oplossen."

"Wist je trouwens dat in Iran zeventig procent van de bachelorstudenten vrouw is", vraagt Lotte enthousiast, "en dat in studentenflats meisjes voorrang krijgen?" Thekla: "De eerste dag dat wij er waren en meteen een hoofddoek om moesten doen, dacht ik: als vrouw heb je in Iran gewoon geen leven. Maar ik heb gemerkt dat die meiden zich niet laten kisten en keihard werken. Ze doen het gewoon heel goed. Ik heb door deze reis heel veel respect voor Iraanse vrouwen gekregen."

Erik Hardeman