'Ik neem nieuwe zaken alleen aan als ze interessant zijn voor onderzoek en onderwijs'

Geert-Jan Knoops, topadvocaat en fulltime professor strafrecht

Achterin collegezaal M van het Educatorium hebben veel studenten "geen idee" waarom docent prof.dr. G.J. Knoops enige bekendheid zou moeten genieten. Is dit een van Neerlands topadvocaten? Turend naar de bebrilde man die met licht Brabantse tongval de essentialia van het strafrecht uit de doeken doet, zegt een student. "Ik weet eigenlijk alleen hoe Moszkowicz en Spong eruit zien."

Het is illustratief voor de advocaat die de laatste jaren opzien baarde met ondermeer de Puttense- en de Deventer moordzaak, maar zelf buiten de schijnwerpers bleef. Wanneer hij in alle vroegte of laat op de avond zijn rondjes in het Vondelpark rent, doet hij dat nog steeds als anonieme jogger.

Dat Knoops' faam bij het grote publiek niet ver reikt, zal te maken hebben met een weinig flamboyante presentatie. Als hij voor de camera verschijnt, ziet kijkend Nederland een wat stuurse man die op zakelijke wijze commentaar geeft. In een blijmoedig tv-spelletje of glamourprogramma is hij niet te verwachten.

Tijdens het gesprek, waarvoor eindelijk een gaatje is gevonden tussen twee colleges, wekt hoogleraar Knoops echter een opvallend montere en open indruk. De bril is af, de wenkbrauwen staan verwachtingsvol hoog op het dagje-zeilen-bruine gezicht. Met enige graagte antwoordt hij: "Dat predikaat 'topadvocaat' staat me helemaal niet aan. Het is vaak weggelegd voor de advocaten die op televisie komen. Er zijn natuurlijk vele advocaten die hun werk net zo goed, zo niet beter, doen."

Knoops prijst zich gelukkig dat hij niet een-twee-drie geassocieerd wordt met die bekende tv-pleiters, zo stelt hij in de entresol van het Educatorium. "Niet zozeer omdat ik me soms erger aan ongenuanceerde uitspraken, maar vooral omdat ik mijn reputatie nu veel liever ontleen aan mijn positie binnen het onderwijs en de wetenschap. Ik ben nu primair hoogleraar."

Sinds een jaar heeft Knoops een fulltime professoraat straf (proces)recht aan de Utrechtse rechtenfaculteit. Volgend jaar zal hij de voorzittershamer van het Willem Pompe Instituut overnemen van prof. dr. Chrisje Brants. Advocaten die een hoogleraarspost aanvaarden, dat komt vaker voor, maar de wens om zich werkelijk in te nestelen in de academische wereld zal toch bij weinig van Knoops' confrères leven.

De hoogleraar, van origine onderwijzer, aarzelt niet om te spreken van idealistische motieven bij zijn keuze voor onderwijs en wetenschap, een keuze die hij feitelijk al maakte toen hij in 1996 naast zijn loopbaan als advocaat aan een proefschrift begon. "Ik hoop iets beklijvends na te kunnen laten door mijn eigen ervaringen over te dragen aan studenten. Lesgeven is iets waar ik werkelijk van kan genieten. Daarnaast wil ik die ervaringen en het nadenken daarover vastleggen in boeken en artikelen."

Maar Knoops had toch vooral het gevoel dat de advocatuur alleen niet voldoende uitdagingen meer biedt. "Na zolang van dossier naar dossier gewerkt te hebben, had ik behoefte aan verdere verdieping. De advocatuur geeft je, door de druk waaronder je staat, soms weinig tijd om dingen echt goed uit te zoeken."

Het internationaal strafrecht is de grote liefde van de hoogleraar-advocaat. Daar richt ook zijn onderzoek en een groot deel van zijn masteronderwijs zich op. Knoops behaalde in 2000 zijn LL.M.-graad publiek internationaal- en internationaal strafrecht in Leiden. Sindsdien behandelt hij zaken bij de strafhoven voor Joegoslavië en Rwanda. Ook is hij supervisor voor een team van advocaten van het tribunaal in Sierra Leone.

Het aanzien dat Knoops inmiddels geniet als specialist internationaal strafrecht maakte hem zo gewild bij het Willem Pompe Instituut. Op dat vlak had Utrecht, zeker na het vertrek van prof.dr. Klip naar Maastricht, nog een behoorlijk gat te vullen. Met de hem kenmerkende priemogen strak op zijn gesprekspartner gericht zegt de strafrechtsgeleerde: "Ik heb werkelijk de ambitie de Universiteit Utrecht nog beter op de kaart te krijgen. Daar ga ik alles aan doen."

Het is dan ook in de hoedanigheid van 'hoogleraar van de Universiteit Utrecht' dat hij zich laat zien en horen in actualiteitenprogramma's. "Zo'n presentator wil mij vaak aankondigen als strafrechtsadvocaat, maar dat ben ik op dat moment niet."

Zuiverheid van de rechtsgang ligt ook in de internationale context na aan het hart, zo blijkt uit de publieke optredens. In de zaak rondom de Servische ex-president Milosevic sprak Knoops zijn verwondering uit over het gemak waarmee Milosevic het recht werd ontzegd zichzelf te verdedigen. In het proces tegen Saddam Hussein had hij graag een rol gezien voor buitenlandse rechters in het Iraakse proces. "Het recht van de overwinnaar dreigt daar te worden toegepast."

In zijn oratie eerder dit jaar sprak Knoops over het belang van het vasthouden aan de rule of law voor het verkrijgen van legitimiteit voor internationale rechtspraak. Nu zegt hij daarover: "Het internationaal strafrecht pretendeert een voorbeeldfunctie te vervullen. Het is de leidraad bij de vraag: hoe om te gaan met de meest ernstige misdrijven? Daarvan moeten we ons steeds bewust zijn."

De actieve rol van hoogleraar Knoops in het internationaal strafrecht komt ook het Utrechts rechtenonderwijs ten goede. Deze maand startte een voor Nederland uniek experimenteel masterprogramma. Een tiental studenten werkt aan een caput waarbij zij daadwerkelijk de verdediging in het Sierra Leone-tribunaal bijstaan. "Studenten hebben daarvoor een soort geheimhoudingsplicht moeten tekenen. Ze helpen bij het uitzoeken van leerstukken, bijvoorbeeld of bepaalde bewijsstukken al dan niet zijn toegestaan. De resultaten daarvan kunnen in de praktijk gebruikt worden."

Om zich geheel aan zijn academische activiteiten te wijden, droeg Knoops vorig jaar de leiding van zijn advocatenpraktijk over aan zijn vrouw, die eveneens werkzaam is in de advocatuur.

Wie de afgelopen maanden de nieuwspagina's heeft gevolgd zal echter gemerkt hebben dat Knoops allerminst zijn toga aan de wilgen heeft gehangen. In een profiel in NRC-Handelsblad begin dit jaar vroeg zijn Friese collega Willem Anker zich zelfs af of Knoops niet teveel hooi op zijn vork neemt naast zijn hoogleraarschap.

"Veel van de processen die door de media worden belicht zijn cassatiezaken", reageert Knoops. "Dat is puur studeerkamerwerk. Zo'n zaak vergt daardoor relatief weinig tijd. Verder zijn er een aantal oude dossiers die ik onmogelijk kan overdragen.

"Met nieuwe zaken ben ik selectiever geworden. Ik neem ze alleen aan als ze interessant zijn voor onderzoek en onderwijs. Want dat is belangrijk. Ik ben ervan overtuigd dat je als docent en als onderzoeker pas optimaal kunt presteren als je zelf in de praktijk staat of een sterke voeding uit die praktijk krijgt."

Een goed voorbeeld van een zaak waarvan zijn academische werk profiteert, is volgens Knoops het proces tegen Erik O. Als advocaat slaagde hij er vorige maand in de Nederlandse marinier die ervan werd verdacht een Irakees te hebben gedood, vrij te pleiten. Het leidde tot een smadelijke afgang voor het Openbaar Ministerie.

Het waren niet alleen loyaliteitsoverwegingen die Knoops, zelf reservemajoor bij het korps mariniers, deden besluiten om de verdediging van O. op zich te nemen. "Toen ik op oudejaarsavond de commandant van Erik O uit Irak aan de lijn kreeg, kon ik niet weigeren. Maar ik realiseerde mij ook onmiddellijk dat ongeacht de uitkomst deze zaak van groot belang zou zijn voor de toekomst van de Nederlandse vredesmissies. Mijn eerste artikel hierover heb ik al gepubliceerd."

En de genoemde cassatiezaken worden inmiddels ook voorzien van een universitair vervolg. In een ander nieuw masterprogramma, met de naam 'gerechtelijke dwalingen', laat de hoogleraar een kleine groep studenten afgewikkelde dossiers onderzoeken waarin de veroordeelde blijft volhouden onschuldig te zijn. Zo zal onder meer het dossier van de Deventer moordzaak tegen het licht worden gehouden. Dit met toestemming van Ernst Louwes die vorig jaar alsnog werd veroordeeld voor de moord op de vermogende weduwe Wittenberg, nadat Knoops erin was geslaagd zijn zaak te laten herzien. "We vragen of studenten in die dossiers gronden kunnen vinden waarop toch nog om een heropening kan worden gevraagd."

Hoewel het niet zijn bedoeling is om studenten "voor inspector Morse te laten spelen", beseft Knoops dat een onderwijsinstelling zich met een dergelijk programma op glad ijs begeeft. Als universiteit kun je immers het verwijt krijgen dat je je met de rechtsgang bemoeit. "Binnen ons instituut hebben we de discussie daarover wel gevoerd. Maar wij vinden dat wetenschap, een bij uitstek onpartijdige activiteit, mee kan en moet werken aan rechtsherstel. Maar er zijn ongetwijfeld hoogleraren die zich daaraan niet willen wagen. Het is een fundamentele kwestie."

De advocatuur stelt Knoops dus in staat een betere wetenschapper en docent te zijn. Maar heeft de wetenschapbeoefening ook gevolgen voor de advocaat Knoops? "Ik ben wat gematigder geworden in mijn oordelen", stelt hij aarzelend. "Door mijn wetenschappelijke activiteiten ben ik steeds meer de nuance gaan zien." Dat hij daardoor een minder goed advocaat is geworden, weigert hij te geloven. "Mijn opvattingen als academicus kan ik goed scheiden van de rol die ik als advocaat moet vervullen, het belang van de verdachte staat voorop."

Toch bestaat in sommige kringen van Knoops wel het beeld van een advocaat die weliswaar goedgedocumenteerd en grondig te werk gaat, maar niet in staat is te beuken in de rechtzaal. Daarover zegt Knoops: "Ik ben nooit een schreeuwer geweest, ik heb mijn heil altijd gezocht in de argumentatie en de onderbouwing. Op de man spelen zit niet in me. Sommige verdachten zijn op zoek naar een advocaat die er bovenop slaat. Die komen dan niet bij mij uit. Voor de werkelijk zware drugscriminaliteit waarbij de confrontatie met het OM keihard is, ben ik denk ik niet de juiste man. Voor andere verdachten weer wel."

De tijd dringt. De eerst zo frisse hoogleraar oogt plots wat vermoeid. Over een kwartier volgt zijn tweede college. Alles bij elkaar is het moeilijk voor te stellen dat de drukbezette Knoops ook nog een privé-leven met drie kinderen kent. Hij erkent dat hij extreem lange dagen maakt. Aan zijn grote passie, het diepzeeduiken, heeft Knoops zich al enige tijd niet meer kunnen overgeven. De ontspanning zoekt hij nu vooral op het water. "Ik vind het heerlijk om zeiltochten te maken over het IJsselmeer. Je bent dan lekker fysiek bezig en het is ook nog iets wat je met familie of vrienden kunt doen."

De vraag of hij na het college nog de belangrijke Champions League-wedstrijd van PSV gaat bekijken, laat hem nog even schateren. Wie dacht dat de in Eindhoven geboren en getogen Knoops, en onlangs nog verdediger van de van ontucht met minderjarigen verdachte voormalig directeur Spooren, een rood-wit hart heeft, komt bedrogen uit. "Nee, voor voetbal kijken heb ik het geduld niet. Dan sport ik liever zelf."

Geert-Jan Knoops

Geboren op 10 juni 1960 in Eindhoven

1977-1980: Nuts Pedagogische Academie Eindhoven

1980-1982: Officiersopleiding Korps Mariniers

1982-1986: Doctoraal Nederlands Recht in Tilburg

1987: beëdiging advocaat en procureur

1988-1989: Differentiatie strafrecht in Utrecht

1996-1998: Promotieonderzoek op gebied van strafrecht en forensische psychiatrie in Leiden

1999-2000: LL.M public international law en international criminal law in Leiden

2001- 2004: Promotieonderzoek op gebied van internationaal straf- en oorlogsrecht, University of Ireland

2001-2002: benoeming tot advocaat bij Joegoslavië en Ruanda-tribunaal

2002: bevordering tot majoor der Mariniers (reserve)

2003: hoogleraar straf(proces)recht in Utrecht

2003: benoeming tot advocaat bij het Speciale Court for Sierra Leone