interview

Arjen Segers

Ik ben in Utrecht eigenlijk van meet af aan actief geweest in het bestuurlijk circuit. Al een maand nadat ik was begonnen met Liberal Arts and Sciences zat ik in het opleidingsbestuur. Daarna ging het min of meer vanzelf, faculteitsraad, voorzitter van de studentengeleding en anderhalf jaar geleden assessor ofwel studentlid in het bestuur van Geesteswetenschappen.

Ik had toen ook voor de Universiteitsraad kunnen kiezen, maar ik heb bij alles wat ik doe altijd twee dingen voor ogen: wat kun jij doen voor de organisatie en wat voegt de organisatie toe aan jou? Wat dat laatste betreft was duidelijk dat een jaar als assessor mij meer bestuurlijke ervaring zou opleveren dan een jaar Universiteitsraad, zeker omdat men de assessor bij Geesteswetenschappen volstrekt serieus neemt. Ik kreeg een eigen kantoor en ik werd overal bij betrokken. Als het bestuur op heisessie ging, was ik erbij, en zelfs als het bestuur bilateraal overleg had met het CvB, zat ik erbij, althans tot er een brief van collegevoorzitter Van Rooy kwam, dat ze geen studenten meer bij dat overleg wilde.

Of ik invloed heb gehad? Dat is moeilijk te beoordelen, maar misschien zegt het iets dat decaan Wiljan van den Akker mij zelfs op zondagavond belde om mijn mening te horen. Natuurlijk was het handig voor het bestuur dat ik goed contact had met de studenten, maar ik heb nooit het gevoel gehad dat ik gebruikt werd om hun plannen erdoor te masseren. Men was serieus geïnteresseerd in mijn mening. Ik heb me trouwens ook meerdere keren rechtstreeks tot het college van bestuur gewend. Op een gegeven moment was ik zo ziek van alle problemen met Solismail dat ik collegelid Hans Amman heb gemaild: beste Hans, dit gaat zo niet langer. Ik mailde naar zijn universitaire adres, maar tot mijn verbazing kreeg ik een mail terug van zijn yahoo adres. Even later kwam ik hem in de Faculty Club tegen en toen ik naar die storingen vroeg zei hij: ‘waarom denk je dat ik yahoo gebruik’?

Dat ik me zo gemakkelijk in bestuurlijke kringen beweeg, komt waarschijnlijk door mijn ervaring bij de radio. Ik had als gymnasiast een keer op Omroep Brabant mijn mening gegeven over een actie om kauwgom op school toe te staan. De dag erna belden ze: wil je vanavond weer live in de uitzending komen, gewoon om een beetje te babbelen? Ze vonden kennelijk dat ik wat te melden had. Vanaf dat moment ben ik ruim drie jaar lang vier avonden per week een minuut of vier live te horen geweest, op prime time in een programma dat beter werd beluisterd dan 3FM. Ik had zelfs een eigen jingle. Als ik tijdens een toernooi een hockeywedstrijd moest fluiten, en ze riepen om: scheidsrechter op veld 3 Arjen Segers, reageerden de mensen: hé, ben jij die jongen van Omroep Brabant? Ik denk zeker dat ik dankzij die ervaring nu ook in een gezelschap van decanen en hoogleraren zonder problemen mijn mening geef.

Toch voelde ik mij tijdens het eerste bilateraal overleg tussen het college van bestuur en ons bestuur niet erg op mijn gemak tot Yvonne van Rooy ongeveer halverwege de vergadering vroeg: wat vindt het student-bestuurslid hiervan? Nou, ik had die ervaring van de radio, dus ik ben vier minuten onafgebroken aan het woord geweest. Toen dacht ik: hé, ze zijn geïnteresseerd in de mening van studenten. Toch is me niet duidelijk hoe ze in het Bestuursgebouw nu echt over ons denken. Een paar maanden geleden hebben we als student-bestuursleden van de zeven faculteiten gevraagd of we een keer een ontbijtsessie of een lunchbespreking met het college konden hebben. Maar dat vond men niet nodig.

Ik heb het gevoel dat de waardering voor actieve studenten hier vooral met de mond wordt beleden. Vorig jaar moest ik bij economie een vak doen, waarvoor veertien parallelwerkgroepen waren ingesteld. Ik was ingedeeld in een van de drie werkgroepen die precies samenvielen met de bestuursvergadering van Geesteswetenschappen. Maar op de vraag of ik in een van de andere elf werkgroepen kon worden geplaatst, kreeg ik een mailtje terug met één enkele regel: nee, dat kan alleen om onderwijsredenen. En maar roepen dat ze bestuurlijk actieve studenten in Utrecht zo belangrijk vinden.

Over het algemeen ben ik niet ontevreden over het onderwijs in Utrecht. Alleen zou een beetje meer discipline volgens mij geen kwaad kunnen. Voordat ik naar Utrecht kwam, heb ik een jaar in Nice gestudeerd. Dat is geen succes geworden, want ik dacht als Arjen Segers zijnde dat ik het met mijn Frans wel zou redden, maar daar dachten ze in Nice anders over. Maar wat mij daar opviel, is hoe streng ze zijn. Als je een minuut te laat kwam, was de deur van de collegezaal dicht. Had je trein vertraging? Jammer, had je maar een trein eerder moeten nemen. Leverde je je essay of je scriptie drie uur na de deadline in, sorry, volgend kwartaal is er weer een kans. Ik ben echt niet voor heel schools onderwijs, maar je krijgt daar een discipline aangeleerd, waar we hier nog wat van kunnen leren.

Alles bij elkaar is deze anderhalf jaar me prima bevallen. Ik vind het wel leuk om een beetje te flirten met bestuurders en daar krijg je als assessor alle kans voor. Ik was in december in Londen en ik wist dat onze vice-decaan Keimpe Algra daar ook was. Toen ben ik met een vriend naar de lobby van zijn hotel gegaan en daar hebben we onder het genot van een paar biertjes het jaar besproken. Als je die kans krijgt, moet je hem niet voorbij laten gaan, vind ik. Ik weet dat ik hier en daar arrogant word gevonden, maar ik heb gewoon geleerd om prioriteiten te stellen. Als ik kan kiezen tussen een interessante bijeenkomst met bestuurders en een vergadering van studenten waar ik mijn mening ook schriftelijk kan geven, dan kies ik voor de bestuurders.

Ik ga nu een master International Economics en business doen, geen researchmaster, geen topmaster, gewoon een jaar lekker studeren. En daarna? Geen flauw idee. Ik sprak vrijdag emeritus-hoogleraar Thijs Pollmann met wie ik in 2004 in het opleidingsbestuur heb gezeten. Hij zei: ‘ik had niet verwacht jou hier nu nog te zien’. Ik zeg: hoezo, dacht je dat ik al klaar zou zijn? ‘Nee’, zegt hij, ‘dat niet, maar ik had verwacht dat je intussen wel burgemeester zou zijn van een kleine gemeente in Limburg’. Dus wie weet wat er nog voor me in het verschiet ligt.

CV

Arjen Segers (23) was anderhalf jaar student-bestuurslid van de faculteit Geesteswetenschappen. Hij was ook actief in onder meer de SAC, de Studenten Advies Commissie, die wel eens gekscherend Segers Advies Commissie werd genoemd, en is nog steeds lid van de Onderwijsadviescommissie van de UU. In juli en augustus werkt hij in het Middellandse Zeegebied voor reisorganisatie Vacansoleil.