'Ja ik denk dat ik wel kan zeggen dat ik trots ben op de UU'
Trots. Volgens Van Dale: 'Het gevoel dat men meer is dan anderen, het zelfgevoel dat het volbrengen van iets groots of het bezit van iets moois enz. geeft, of een persoon of zaak waarop men trots is'. Hoewel je ze wel ziet, jongeren en ouderen met sweaters en rugzakken met Universiteit Utrecht in kapitalen er op gedrukt, verloopt de zoektocht naar de universiteitstrots niet geheel vlekkeloos. Op een koude, natte vrijdagmiddag in het gebied Drift-Kromme Nieuwegracht-Trans, bleken maar weinigen bereid om hun trots, als deze er überhaupt was, te motiveren. "Nog nooit over nagedacht", was een veelgehoord antwoord bij zowel studenten als medewerkers. Het weer had wellicht een remmende invloed op een enthousiaste reactie of op het eergevoel. Een lichtpuntje tussen de overwegend onverschillige antwoorden, was de repliek van studente Pedagogiek Lisa Stomphorst (21). "Ja, ik denk dat ik wel kan zeggen dat ik trots ben op de UU. Waarom? Ten eerste hangt er een goede sfeer, het contact tussen docent en student is goed, wat zorgt voor een prettige studieomgeving. Ook krijg je de ruimte om je te verbreden naast je studie. Erg belangrijk. Het studieniveau is volgens mij ook goed en ik hoor vaak dat de universiteit een goede naam heeft. Ik vind het ook leuk dat twee hoogleraren (Ronald Plasterk en Jacqueline Cramer, red.) minister zijn geworden in het nieuwe kabinet." Ondanks haar lovende woorden over de universiteit zal Lisa niet zo snel gezien worden in een universiteitstrui. "Dat vind ik net wat te ver gaan. Ik krijg een beetje het idee van 'kijk mij eens, ik studeer'. Overdreven dus."
Een mooie organisatie
In de kantine van het CIM, aan de Kromme Nieuwegracht, zijn de reacties opener dan buiten in de regen. Bart de Nijs (23), een eerstejaarsstudent Geschiedenis, denkt ook dat de universiteit hoog staat aangeschreven. "In Nederland, maar volgens mij zelfs daarbuiten. Ik ben dus wel trots op de UU. Ik voel me hier thuis en ik heb een leuke werkgroep. Hiervoor heb ik hbo gedaan, maar daar was de sfeer anders, de klik met de hogeschool was minder sterk dan nu met de universiteit. Dat komt ook door de locatie. Ik heb nu veel colleges in de binnenstad, in oude panden in het historische centrum."
Het belang van het onderwijs in de binnenstad wordt door velen benadrukt. "Ik heb zowel colleges hier, in de binnenstad, als in De Uithof", zegt Lisa Reinheimer. De 21-jarige studente Theater-, Televisie- en Filmwetenschap, roemt de mooie gebouwen aan de Drift en Trans, waar zij college heeft. "Ook de kleinschaligheid in het centrum spreekt me erg aan."
Hans Vrijmoed (30) is hoofd Studentenhelpdesk op het CIM: "Aan de ene kant ben ik wel trots op de universiteit. Als ik naar mijn eigen functie kijk, is het verlenen van service het belangrijkste. Je draagt bij aan een mooie organisatie, en dat is prettig. Aan de andere kant ben ik minder trots op de ICT-problemen die zich overal voordoen. Ik heb ook als student aan deze universiteit gestudeerd en heb inmiddels een band met de UU opgebouwd."
Universitair onderzoeker Middelnederlandse Letterkunde, Dieuwke van der Poel, zegt ook dat ze trots is op de UU. "Het is een inspirerende plek, waar veel gebeurt. Niet alleen in je eigen vak of vakgebied, maar ook daarbuiten. Zo ben ik enkele dagen geleden naar een inaugurele rede geweest over een aanpalend vakgebied. Leuk en interessant dat dat gehouden wordt." Ook Van der Poel benadrukt het fijn te vinden in de binnenstad. "Maar De Uithof heeft betere gebouwen die speciaal voor het onderwijs gebouwd zijn." Met dikbedrukte kleding zal de universitair onderzoeker niet snel lopen. "Maar, ik neem wel eens wat souvenirs mee naar het buitenland, een paraplu of een trui", zegt zij lachend.
Wandelende reclamezuil
In het Educatorium zit Suzanne Tiggelman (26) te lunchen. De studente Diergeneeskunde heeft al haar colleges in De Uithof. "Maar ik had natuurlijk liever in de binnenstad gezeten. Het is voor mij dichterbij en daarnaast zien de gebouwen er gewoon veel mooier uit. Maar De Uithof is veel erger geweest. Vijf jaar geleden toen ik hier kwam, was het echt een shithol. Een sfeerloze bouwput, één grote betonplaat. Niet bepaald iets om trots op te zijn. Als ik wilde studeren, ging ik altijd naar een bieb in de binnenstad, maar inmiddels is de UB ook niet meer relaxed, veel te druk. De Uithof is intussen leuker geworden, het is een dorp op zich dat steeds meer tot leven komt. Maar of ik daar trots op ben. Niet echt eigenlijk."
Theo Engelman, werkzaam op de ICT-afdeling van de bibliotheek in De Uithof, draagt geen kleding met opdruk van de universiteit. "Dat is uit principe. Ik ben geen wandelende reclamezuil." Engelman werkt al meer dan vijftien jaar voor de universiteit. "Het is een leuk bedrijf waar zinvol werk wordt verricht. Op verjaardagen is het aardig om te vertellen dat je voor de universiteit werkt, daar ben ik dan ook trots op."
Myrke van der Meer staat achter de kassa in de kantine van het Educatorium. "Nu ben ik als medewerker aan de slag. Maar ik studeer hier ook hoor", zegt ze er snel bij. "Ik werk hier niet zo vaak, dus kan ik beter in mijn rol als student iets vertellen over mijn gevoel van universiteitstrots. Ten eerste hangt er hier een gemoedelijke sfeer, waarin docenten en studenten informeel met elkaar omgaan. Mijn gevoel van trots is sterker geworden door de goede zorg van de UU na het ongeluk met de hijskraan. Ik was in de gang toen de kraan viel en ik was natuurlijk erg geschrokken. Mijn spullen lagen nog in een lokaal, die moest ik later ophalen. Er werd gelijk iemand meegestuurd die mij persoonlijk begeleidde. De één-op-één hulpverlening vond ik erg fijn." Ook daarna werd de masterstudente Economische Geografie goed geholpen. "De nazorg was uitstekend, echt heel menselijk. Ik kreeg nog een brief met de vraag hoe het met me ging. Dat is erg fijn als je zoiets hebt meegemaakt. Je kunt dus gek genoeg zeggen dat de val van de hijskraan ervoor heeft gezorgd dat mijn band met de universiteit is versterkt. Myrke heeft geen UU-gadgets. "Dat hoeft voor mij niet, ik hoef niet in mijn eigen stad te laten zien dat ik studeer. Ik heb in Costa Rica gestudeerd en ik zou het wel leuk vinden om een trui van de Costa Ricaanse universiteit te dragen. Ik wilde zo'n trui daar kopen, om hem hier aan te trekken, maar helaas. Die verkochten ze niet.
Wetenschappelijke trots
"Trots hangt af van meerdere factoren. Ten eerste de manier waarop het bedrijf of de instelling naar buiten toe bekend staat. Is er veel negatieve publiciteit, dan heeft de medewerker, of in dit geval ook de student, een minder sterk gevoel van trots en commitment. Daarnaast is het belangrijk hoe je bij de organisatie behandeld wordt.", Rendel de Jong is universitair docent aan de vakgroep Sociale en Organisatiepsychologie en doet onderzoek naar commitment en welbevinden. "Je merkt dat de trots over het algemeen groter is als een persoon net begonnen is bij een bedrijf. In dit geval zou je een student als voorbeeld kunnen noemen. In het begin lijkt alles nog vers en nieuw. Je wordt naar de universiteit 'gelokt' door een mooie advertentie met glimlachende mensen, maar als je er eenmaal zit, komen je mooie verwachtingen niet uit. Je krijgt maar twee uur college per week en de tentamens vallen tegen. Het gevoel van trots verdwijnt dan als sneeuw voor de zon."
Volgens De Jong heeft ook de mate waarin men plezier in het werk heeft een grote invloed op het eergevoel. "Daardoor wordt de verbondenheid met de organisatie groter en hierdoor krijgt men weer meer plezier in het werk. Het versterkt elkaar. Als je het bijvoorbeeld leuk vindt om les te geven, ben je meer betrokken bij een universiteit, dan dat je met tegenzin een college geeft." De Jong begrijpt de mening van de studenten en medewerkers die trots zijn op 'hun' gebouw. "Dat is heel logisch. Ik denk dat de omgeving een onderschat effect speelt in de werksituatie. Iedereen vindt het fijn om in een prettige ruimte te werken, waarin iemand zich thuis voelt."
Het zou zelfs zo kunnen zijn, dat de prestaties groter zijn, wanneer het gevoel van trots en betrokkenheid meer aanwezig is. De Jong: "In het bedrijfsleven is bewezen, dat de medewerkers met een hoger commitment langer doorbuffelen bij een moeilijke situatie zoals bijvoorbeeld een fusie. Ook zijn zij geneigd langer door te werken. Je kan dus zeggen dat hun inzet groter is voor het bedrijf, waardoor de kans op een goed resultaat ook groter is." Dus door trots meer studiepunten? "De universiteit is ook een bedrijf, dus dit kan ook gelden voor studenten en medewerkers."
The UU Gadgetstore
Bij het binnenkomen van het Bestuursgebouw zijn ze bijna niet te missen. In een grote vitrine liggen de UU-gadgets keurig uitgestald. Van flessen wijn met een universiteitslabel tot sweaters in allerlei kleuren. Deze waren behoren tot het assortiment van de Solaris Universiteitswinkel. Wie trots is op de UU, zou toch wel eens hier een aankoop doen, zou je denken.
Germaine Poot is verantwoordelijk voor de inkoop van de producten die de shop verkoopt. "De universiteitsspullen worden op drie verschillende locaties verkocht. Bij de receptie van het Bestuurgebouw, de receptie van het Academiegebouw en bij boekhandel Broese op De Uithof." Voor zover Poot weet, worden de universiteitsspullen sinds vijf jaar gekocht. Sinds één jaar is ze belast met de inkoop van het assortiment. En dat blijkt erg breed te zijn. Poot laat zien wat er allemaal voor handen is. Vanzelfsprekende verkoopwaar als pennen en dassen, maar ook stressballen en zelfs een slabbetje. "Die doen medewerkers elkaar wel eens cadeau bij een geboorte."
Volgens haar zijn de sweaters het best verkopende product. "Maar sommige producten zijn heel leuk en gaan amper over de toonbank. Neem bijvoorbeeld een boek over de architectuur van de universiteit. Niet te duur en mooi gemaakt, maar veel interesse is er niet voor. De veelgevraagde universiteitstruien blijken het vooral goed te doen bij uitwisselingsstudenten. Je ziet ook dat die truien aan het eind van het jaar meer worden verkocht. Op het moment dat de uitwisseling zijn einde nadert."
Martin Vos verkoopt de merkproducten bij de receptie van het Bestuursgebouw. "Wat wel grappig is, is dat je bij de sweaters een duidelijk verschil ziet tussen man en vrouw. De mannen weten precies wat ze willen hebben en in welke maat. Bij de vrouwen duurt het langer, vooral als ze met meer zijn. Dan twijfelen ze over de kleur en over de grootte. Soms ben ik dan degene die moet beslissen welke trui ze moeten nemen", lacht hij. De receptiemedewerker loopt zelf niet dagelijks in een universiteitstenue. "Ik heb één T-shirtje. Maar dat draag ik alleen bij het zaalvoetbal."