James Boswell moet weer hét cursusinstituut worden

Een inefficiënte en weinig flexibele organisatievorm, een instabiele en verouderde ICT infrastructuur, weinig acquisitiekracht, overcapaciteit aan docenten, een te grote overhead en mede daardoor een structureel tekort. Wie zich afvraagt of een reorganisatie van het JBI echt noodzakelijk is, vindt al op de eerste pagina van het reorganisatieplan een ondubbelzinnig antwoord. In zijn werkkamer op het voormalige Kromhoutterrein bevestigt Torenbeek dat hij bij zijn aantreden een organisatie aantrof die niet in alle opzichten met zijn tijd was meegegaan.

"Boswell is lange tijd heel succesvol geweest, maar de afgelopen jaren is hier wat weinig geanticipeerd op de meer zakelijke koers die de universiteit is gaan varen. Bovendien was het instituut ook qua faciliteiten niet in alle gevallen aan de maat. Daar kwam bij dat ik na mijn aantreden de opdracht kreeg om vier ton te bezuinigen, terwijl we al een structureel tekort van twee ton hadden. Ik heb daarom zowel onze activiteiten als onze financiële huishouding tegen het licht gehouden, en de conclusie was duidelijk. Het JBI leefde financieel boven zijn stand, een reorganisatie was onvermijdelijk."

Resultaat is een ingreep, waarbij acht van de 32 full-time arbeidsplaatsen moeten verdwijnen.

"Dat is inderdaad geen sinecure. Een van de problemen was dat de secties Neerlandistiek, Talen, Wiskunde & Statistiek en Natuurwetenschappen elk een eigen hoofd en een eigen secretariaat hadden. Voor zo'n klein instituut als het JBI betekende dat een veel te grote overhead. Bovendien was er een overcapaciteit aan docenten. In de nieuwe organisatie die wat mij betreft op 1 januari 2008 van start gaat, worden de vier secties samengevoegd tot één afdeling Onderwijs. Gevolg is dat een aantal docenten overtollig zal worden. Gelukkig kan dat aantal, doordat we al een tijd een vacaturestop hebben, beperkt blijven. En bovendien kunnen we, omdat we zo'n klein instituut zijn, alle aandacht schenken aan mensen die hier moeten vertrekken."

Gaat het JBI erg veranderen?

"Dat is natuurlijk de aardige kant van het verhaal. Door de reorganisatie scheppen we ruimte om nieuwe zaken op te zetten. We zullen het cursusaanbod sterk uitbreiden, waarbij we ons laten leiden door de behoefte binnen de universiteit. We willen al het onderwijs aanbieden dat de faculteiten nuttig of zelfs noodzakelijk vinden voor hun studenten, maar dat niet binnen hun eigen curriculum past. Daarnaast bedienen we docenten en andere UU-medewerkers en binnenkort hopelijk ook onderdelen van de hogeschool. Maar mijn voornaamste ambitie is om van het James Boswell Instituut weer het 'grote niet te vermijden cursusinstituut van de UU' te maken. Die ambitie wordt gelukkig gedeeld door een groot aantal enthousiaste medewerkers dat vaak met goede ideeën voor nieuwe cursussen komt."

Met name op taalgebied lijkt er het nodige te gebeuren.

"Tot nu toe gaf het JBI vooral cursussen Engels en Nederlands. Inmiddels hebben wij twaalf talen in de aanbieding. Nieuw is dat we nu al drie talencursussen aanbieden met als onderdeel een training op locatie. UU-studenten die bij ons in het voorjaar een cursus Spaans volgen, kunnen deze zomer vier weken lang voor een schappelijke prijs verder studeren aan de Complutense, de bekendste universiteit van Madrid. Soortgelijke afspraken hebben we met Bologna en met het Portugese Coimbra. Internationalisering staat hoog in het vaandel van het college van bestuur, dus daar mogen wij als JBI niet bij achterblijven."

Een nieuwe activiteit is de Summer School. Is dat geen vreemde eend in de bijt?

"Absoluut niet. Het gaat weliswaar om cursussen die niet door ons, maar door de faculteiten worden verzorgd, maar een overeenkomst is dat het ook in die gevallen gaat om onderwijs buiten het normale curriculum. In mijn vorige functie als hoofd Bureau Buitenland zorgde ik al voor de coördinatie van die cursussen en in mijn visie is het JBI daarvoor de ideale plek. Utrecht is overigens uiterst succesvol met zijn Summer School. Vorig jaar hadden we rond 750 studenten, waarmee we de derde universiteit van Europa zijn.

EH