'Je moet hier je eigen kont redden'

"Jullie gemiddelde leeftijd schat ik op 26,5 jaar. Zoals jullie zien zijn er een stuk meer vrouwen dan mannen. Het wetenschappelijk personeel is in de meerderheid en van hen is het grootste deel promovendus." Age Halma, medewerker van de directie Onderwijs & Onderzoek schetst de doorsnee universitaire nieuwkomer. Aan mijn tafel lijkt dat beeld behoorlijk op te gaan. Het verwekt een lach bij één van de vrouwen: "Ik ben 32 en meteen de senior hier geloof ik!"

Jaarlijks nodigt het Communicatie Service Centrum (CSC) zo'n duizend nieuwe medewerkers van de universiteit uit voor een introductieochtend. Ruim een vijfde komt naar één van de zes bijeenkomsten per jaar. De kennismaking tussen universiteit en personeelslid bestaat nu negen jaar; in de laatste vijf jaar is meer ruimte gemaakt om de nieuwkomers met elkaar kennis te laten maken.

Na Halma neemt collegelid Wim Kardux het woord. Zijn presentatie heet 'Feiten en ambities van de UU'. Hij informeert over kerntaken en kernwaarden en trakteert de aanwezigen op verschillende feitjes, zoals het aantal studenten, medewerkers en het budget waarmee de universiteit werkt. Hij licht de positieve resultaten uit een medewerkersonderzoek toe, maar gaat de problemen zoals de bezuinigingen van de instelling ook niet uit de weg. Staat er voor deze nieuwe werknemers wel een lange en rooskleurige toekomst bij de universiteit te wachten? Kardux is voorzichtig: "Dat laatste durf ik u helaas niet te garanderen."

Na een korte pauze licht Age Halma de nieuwe lichting collega's in over wat de UU van hem verwacht én vice versa. Bij de constatering dat er hier op de universiteit geweldig veel ruimte aan de medewerkers wordt gegeven, gaat er bij de nieuwelingen al een golf van herkenning door de zaal. Halma wijst op de voor- en nadelen ervan: "Je wordt soms aan je lot overgelaten, maar als je initiatief neemt, dan gebeurt er ook wat! Het komt er wel op neer dat je je eigen kont moet redden."

Na een zit van ruim twee uur krijgen de nieuwe aio's, postdoc's, secretaresses en andere medewerkers een rondleiding door de Botanische Tuinen. Apothekersassistente Fabiola Pee en secretaresse bij Sociale Wetenschappen Margreet van Leeuwen praten nog even na over wat ze zojuist in de U-raadszaal hebben gehoord. Beiden hadden een wat positiever verhaal over de toekomst bij de UU verwacht. Van Leeuwen: "Het eindigde nu wel erg treurig."

En dat is jammer, want beide vrouwen zijn wel erg tevreden met hun nieuwe werk. "Het werk bij de apotheek is ontzettend leuk", zegt Peek, die inmiddels al drie maanden op de loonlijst staat. "Het ambtelijke valt me heel erg mee, daar was ik wel een beetje bang voor." Van Leeuwen is ook erg blij met haar baan, als een voorbeeldig werkneemster vertelt ze: "Ik stap 's ochtends m'n bed uit en denk dan echt: yeah! Het is hier heel anders dan in het bedrijfsleven, alsof je in een warm badje stapt." Nienke Hartemink, assistent in opleiding bij diergeneeskunde, is ook niet zo blij met hetgeen ze vanochtend hoorde: "Het staat er slechter voor dan ik dacht. Maar mijn baan is wel heel leuk, het welkom is hier heilig vergeleken met Leiden waar ik anderhalf jaar werkte. Hier had ik na drie maanden al een voortgangsgesprek, dat vind ik erg goed."

De meeste nieuwe werknemers hebben aardig wat gemeen: ze hebben het naar hun zin bij de universiteit, ze herkennen het in het diepe gegooid worden, de vrijheid, soms de 'logheid' van de universiteit én de meesten waren nog nooit in de Botanische Tuinen geweest.

Tijdens de afsluitende lunch bij sportcentrum Olympos waar alle nieuwelingen een tasje informatie krijgen uitgereikt, vat Christine Moll-Murata, onderzoekster bij Letteren de ochtend samen: "Misschien had er wat meer over medezeggenschap verteld kunnen worden en iets minder over huisvesting, dat gaat tenminste iedereen aan. Maar ik vond het leuk, hier zou in Duitsland, waar ik vandaan kom, geen geld aan worden besteedt. Die Botanische Tuinen zijn trouwens ook veel mooier dan ik dacht, hier zo tussen de gebouwen! Maar het beste van de ochtend was misschien wel dat ik er weer veel Nederlands heb bijgeleerd!"