Jodentransport vanuit Utrecht in beeld

Het Joods Historish Museum in Amsterdam heeft voor de site www.jdmu.nl zijn bestand ter beschikking gesteld aan de initiatiefnemers. Daardoor kunnen de namen van 1019 Joodse slachtoffers vermeld worden.

Al in 1995 vroeg de Joodse gemeenschap in Utrecht de toenmalige burgemeester Opstelten toestemming voor een openbaar monument ter nagedachtenis aan de Joodse oorlogsslachtoffers. Volgens initiatiefneemster voor het internetmonument Sophie Hankes vond Opstelten dit niet nodig omdat er al een monument voor alle slachtoffers was bij de Dom.

Ook pogingen om een gedenkteken op te richten bij het Spoorwegmuseum liepen stuk op een weigering van de NS. Toch krijgen de Jodentransporten vanaf het voormalige Maliebaanstation in Utrecht misschien alsnog permanente aandacht bij het Spoorwegmuseum. Directeur Paul van Vlijmen ziet hiervoor mogelijkheden op het ANWB-informatiebord op het voorplein van het museum.

Een artikel in dagblad AD/UN over het ontbreken van een verwijzing naar de Jodentransporten bij het spoorwegmuseum, maakte veel reacties los bij lezers. Zij pleitten allen voor een gedenkteken. Directeur Paul van Vlijmen vindt dat dit niet naast de entree van het museum moet komen. “Ik wil onze bezoekers hier niet direct bij hun binnenkomst mee confronteren.”

Rond de jaarwisseling opent het Spoorwegmuseum in een oude treinwagon een tentoonstellingsruimte waarin aandacht geschonken zal worden aan de NS tijdens de Tweede Wereldoorlog. Van een fobie voor deze donkere periode uit de historie van het treinbedrijf is volgens Van Vlijmen geen sprake. Eén van de reagerende lezers, een oud-medewerkster van het Spoorwegmuseum, twijfelt daaraan. “Waar is Van Vlijmen bang voor? Ik weet zeker dat wanneer een familielid van hem van af het Maliebaanstation op transport was gezet, hij dat wel zou willen gedenken.”

AD/UN