Kassen Oude Hortus in volle glorie hersteld

Vroeger werden hier examens afgenomen. Studenten moesten alle plantennamen kennen, herinnert oud-tuinman Arie Leijendekkers zich. "Dat was heel intensief." Leijendekkers kan het weten. Hij kwam in 1957 in dienst als tuinman en bleef dat tot begin jaren tachtig. We staan in één van de gerestaureerde kassen in De Oude Hortus. De Jugendstil-achtige kassen die jaren lagen te verpauperen, hebben hun oude glans herkregen. Het is een karakteristiek samenspel van lichtblauwe geklonken ijzeren spanten, roestbruin hardhout en vooral heel veel glas. Palmbomen en een vroeg lentezonnetje zorgen al een beetje voor een tropische sfeer in deze 'glazen kathedraal'.

Later in het seizoen kan het kwik zeer stevig oplopen. Studenten moeten vaak peentjes gezweet hebben als ze dan moesten kaswandelen - zoals examens systematische plantenkunde werden aangeduid. Als het al niet van angst was, dan toch van hitte. Het waren vormelijke jaren, waarin (tot pakweg 1970) pakje-dasje het tenue was: van professor én student. Pas als de prof in hemdsmouwen ging, kon de student dat ook doen. De tuinlieden zorgden ervoor dat de naambordjes in de kassen omgedraaid waren, zodat er niet viel te spieken.

Arie Leijendekkers is samen met Jacques Mocking, Fred Siesling, Renger Jansen van het Land en Gé van Staveren op bezoek in de gerestaureerde kassen. Allen zijn oud-tuinman, met uitzondering van Van Staveren. Maar ook hij heeft veel herinneringen aan de kassen. Zijn vader werkte hier 40 jaar en de jonge Gé was vaak in De Oude Hortus en kassen te vinden. Het hele gezelschap is uitgenodigd door Marleen Lutters van het Universiteitsmuseum. Zij verzamelt herinneringen van mensen aan hun tijd in de kassen als bijvoorbeeld tuinman, student of laboratoriummedewerker. Lutters: "Bij de opening komen we met een tentoonstelling van foto's, maar ook teksten en geluidsfragmenten met herinneringen. Dat geeft een beeld hoe de kassen werden gebruikt en wat de betekenis van planten was voor mensen." Dat laatste liep nogal eens uiteen, vertelt ze. "Tuinlieden willen planten goed verzorgen, maar wetenschappers moeten planten voor onderzoek wel eens de kop afhakken."

Zoeken naar geld

Bij de restauratie van de kassen is niet over één nacht ijs gegaan. Het was een stevige klus, die drie jaar heeft gekost, vertelt directeur Peter de Haan van het Universiteitsmuseum. Historicus De Haan begon acht jaar geleden als directeur. Hij veegde alle toen bestaande plannen voor de kassen (tentoonstellingszaal, restaurant) van tafel. "Mijn uitgangspunt was: een kas is een kas", aldus de directeur. Vervolgens begon een zoektocht naar financiering die vijf jaar zou duren. Grootste hobbel daarbij bleek dat de betrokken partijen niet op een lijn zaten. De Haan: "De universiteit wilde de kassen eigenlijk slopen, maar dat mocht helemaal niet, want De Oude Hortus en kassen waren aangewezen als Rijksmonument."

Aan de andere kant van het spectrum stond Monumentzorg dat voor volledige restauratie ging. Een hele dure wens, die op ruim drie miljoen euro zou uitkomen. Ondertussen waren de kassen sinds begin jaren tachtig steeds meer in verval geraakt en moest er echt iets gebeuren. De Haan: "Het houtwerk was verrot, veel glas was kapot. Het was er levensgevaarlijk. Dan is de keuze: of ze moeten weg of we knappen ze op." Het betekende in elk geval dat er water bij de wijn moest worden gedaan. Sloop mocht dus niet, maar volledige restauratie was niet te financieren. "In wezen was het grootste probleem hoe rond te komen met weinig geld", vertelt restauratiearchitect Hans Vlaardingerbroek.

Vlaardingerbroek ontwierp een eenvoudiger variant, waarbij ook andere dan de originele materialen zouden worden gebruikt, bijvoorbeeld mahonie in de plaats van teak. Het totale kostenplaatje kon uiteindelijk met meer dan de helft worden teruggebracht tot anderhalf miljoen euro. Met de toezegging van het college van bestuur van de Universiteit Utrecht een laatste (ontbrekend) deel voor zijn rekening te nemen, kwam de financiering rond en konden de restauratiewerkzaamheden in 2004 beginnen.

Doorbraak

Terugkijkend op het hele proces, noemt De Haan het een doorbraak dat de gemeente Utrecht (in 2001) twee ton beschikbaar stelde uit een toerismepotje. "Met een Oude Hortus en kassen van 100 jaar, een groene oase midden in de stad, kwamen we goed binnen bij de gemeente. Zoiets is een sterk merk." Daarnaast noemt de museumdirecteur de rol van Hans Vlaardingerboek en landschapsarchitect Jorn Copijn 'cruciaal'. Ondanks de gedane concessies wisten ze iedereen er van te overtuigen dat het tot een hele mooie restauratie zou komen.

. De Haan is blij met het resultaat. Nergens in Nederland ligt zo'n oud kassencomplex in de binnenstad. En dat is behouden gebleven. En, vindt de directeur: "De gerestaureerde kassen maken het plaatje van het Universiteitsmuseum compleet." Ook Vlaardingerbroek is tevreden. "Natuurlijk kan alles altijd beter en bij de laatste werkzaamheden zijn wat details minder goed uitgekomen" Maar al met al is er naar zijn oordeel "goed werk" geleverd.

De tevredenheid van de directeur en de restauratiearchitect wordt gedeeld door Frits Marckmann van de Vrienden van De Oude Hortus en het Universiteitsmuseum, een vereniging die het museum en zijn bijzondere projecten ondersteunt. "We zijn er geweldig mee in ons sas." Dat de restauratie niet volledig is, vindt hij geen bezwaar. Marckmann: "Dat vind ik is iets voor puristen." Oud-tuinman Mocking vindt het daarentegen wel jammer dat er in de gerestaureerde kassen "geen hout in de nokken zit". Maar ook hij vindt de restauratie heel mooi. Zijn ex-collega Leijendekkers, die hier als 'jong broekie" begon, toont zich eveneens tevreden. "Ik vind het mooi om te zien dat er werk van is gemaakt. Dat doet wat met me."

Het kassencomplex

Het kassencomplex telt verschillende kassen die (gezien vanuit het museum) vlak achter elkaar liggen. Eerst is er een kweekbak. Dan komt de cactuskas. Deze is gereconstrueerd op basis van het oorspronkelijke exemplaar dat indertijd is gered uit de hortus door universiteitsmedewerker dr. W. Baas en in diens tuin in Westbroek weer opgebouwd. Dan volgen twee grotere, gerestaureerde kassen. Ten slotte zijn er nog twee niet gerestaureerde kassen, in de zogeheten (goedkope) Westland-stijl waarin ze in de jaren zeventig zijn gebracht.

In de week van 2 tot en met 6 mei zijn er tal van feestelijke activiteiten in het Universiteitsmuseum/Oude Hortus. De officiële opening van de gerestaureerde kassen zijn op 7 mei 2007, om 17 uur.