'Kinderen uit stiefgezinnen blijken behoefte te hebben aan rust, ritme en regelmaat'



Kijk ook eens op de homepages van Albo Helm: http://utopia.knoware.nl/users/albohelm/

http://spidernet.nl/~albo_helm/


Studium Generale over het gezin in de volgendeeeuw

'Kinderen uit stiefgezinnen blijken behoefte te hebben aanrust, ritme en regelmaat'

Vader, moeder en gemiddeld twee kinderen. Zo ziettraditiegetrouw het doorsnee Nederlandse gezin eruit. Maar hoe langnog? Scheiding, adoptie en homohuwelijken leiden tot nieuwegezinsvormen. Studium Generale neemt vanaf maandag 12 april al dienieuwe gezinnen gedurende vijf weken onder de loep. Hekkesluiter inde lezingenreeks is dr. Ed Spruijt, hoofddocent kinder- enjeugdstudies. Hij presenteert op 10 mei zijn onderzoek naar degevolgen van echtscheiding. Eén daarvan is de opkomst van eennieuw type gezin: het stiefgezin.

Wordt het stiefgezin het meest voorkomende gezinstype in de21ste eeuw?

"Ik hoop het eigenlijk niet. Maar ik denk dat het getalsmatigwel een heel belangrijk gezinstype zal worden. Het aantalechtscheidingen is nu al 35.000 per jaar, terwijl jaarlijks 80.000huwelijken worden gesloten. Over een tijdje loopt de helft van hetaantal huwelijken uit op een scheiding. Aangezien verreweg demeeste mensen na een scheiding streven naar een nieuwe relatie zalhet aantal stiefgezinnen zeer toenemen. Het aantal echtscheidingenbij tweede huwelijken is vervolgens nog hoger dan bij eerste,namelijk 60 procent. Dat is ook niet zo gek, want als je hetvergelijkt met een eerste huwelijk zijn er nogal wat risicofactorenextra. Je begint op een meer gevorderde leeftijd, er zijn kinderenin het spel, je hebt te maken met ex-en, met ouders die misschienverzorgd moeten worden, met familie. Noem maar op. Het is veelmoeilijker een goed evenwicht te vinden in een stiefgezin dan ineen eerste gezin."

Hoe verschillen hedendaagse stiefgezinnen van stiefgezinnenuit vroeger tijden?

"Vroeger - voor de oorlog - kwamen met namestiefmóedergezinnen veel voor. Oorzaak was meestal de doodvanmoeder in het kraambed. Vader hertrouwde zo snel mogelijk, wanthij moest op het land werken en er was wél iemand nodig voorhet huishouden en de verzorging van de kinderen. Die nieuwe vrouwwerd met name in agrarische gezinnen vaak gezien als een bedreigingvoor het bezit van de familie van de man en van de overleden vrouw.Stiefmoeders werden dus met argusogen bekeken, ze hadden eennegatief imago. Inderdaad, vandaar die sprookjes vol kwaadaardigestiefmoeders.

"Het woord stiefgezin roept nog steeds negatieve associaties op.Herhaaldelijk is gepleit voor een andere naam. Maar alternatievebenamingen als 'opnieuw samengesteld gezin', 'tweede gezin' of'hertrouwgezin' raken niet echt ingeburgerd. Het zal voorlopig nogwel even 'stiefgezin' blijven."

Evenwicht

Sinds wanneer wordt er onderzoek gedaan naar modernestiefgezinnen?

"In de tweede helft van de jaren tachtig hebben wij vanuitUtrecht voor het eerst landelijk onderzoek gedaan naar hetNederlandse doorsnee stiefgezin. We moesten een steekproef trekken,want stiefgezinnen staan nergens als zodanig geregistreerd. We zijngestart bij de voogdijregisters van de kinderen. Als een kindgescheiden ouders had, bepaalde de rechter destijds nog welke vande ouders het gezag kreeg over de kinderen. De ander werd dantoeziend voogd. Op gemeentelijk niveau werd dat geregistreerd enbewaard. Overigens iets wat inmiddels is veranderd. Nu houden beideouders het ouderlijk gezag.

"Enfin, we hebben twintig gemeenten in Nederland bereid gevondenom mee te doen. We hebben een steekproef genomen uit devoogdijregisters en vervolgens de adressen van de kinderenopgezocht en gekeken of daar twee volwassenen stonden ingeschreven.Zo ja, dan was de kans groot dat het een stiefgezin betrof. Diegezinnen hebben we aangeschreven met het verzoek om mee te doen aanons onderzoek.

"Driehonderd gezinnen hebben we uitgebreid geïnterviewd,deels mondeling, deels schriftelijk. Met als doel het Nederlandsedoorsnee stiefgezin in kaart te brengen. In negen van de tiengevallen gaan de kinderen na de scheiding bij de moeder wonen. Dusde stiefouder is - een enkele lesbische relatie daar gelaten - eenstiefvader. Als die man zelf vader is, wonen zijn biologischekinderen in 85 procent van de gevallen bij zijn ex. In een derdevan de stiefgezinnen krijgen de nieuwe partners samen nog een ofmeer kinderen. 85 Procent van die partners besluit te trouwen. En,zoals gezegd, drie van de vijf tweede huwelijken strandtuiteindelijk.

"Uit het onderzoek kwamen drie typen stiefgezin naar voren. Hetverdeelde, waarbij stiefouders ruzie maken over de opvoeding enerproblemen zijn met ex-partners. Kinderen uit die gezin-nen hebbenhet het moeilijkst. Dan het open stiefgezin. De echtscheiding isredelijk afgehandeld, er is een beleefd kontakt met de ex-en. Hetnieuw samengestelde gezin probeert er onderling het beste van temaken, er wordt gepraat.

Het derde type stiefgezin is het gesloten, traditionele type. Denieuwe partner wordt voorgesteld als de nieuwe papa, over de vorigehebben ze het niet, of zo min mogelijk. Zand over het vorigehuwelijk, er wordt verhuisd en in de nieuwe omgeving weet niemanddat de vader des huizes niet de biologische vader is.

"Wij dachten zelf dat het open gezinstype als het beste uit debus zou komen. Tot onze verrassing bleek dat het geslotengezinstype het minstens zo goed deed. Maar bij nadere beschouwingis dat eigenlijk niet zo verwonderlijk. Stiefgezinnen hebben infeite twee traumatische gebeurtenissen meegemaakt. Eerst descheiding zelf, met daaraan voorafgaand een periode vol spanningenen ruzies. En vervolgens het zoeken naar een nieuw evenwicht alseen nieuwe partner zijn intrede doet die voor de kinderen eennieuwe vader probeert te zijn.

"De kinderen uit stiefgezinnen blijken juist behoefte te hebbenaan rust, ritme en regelmaat. In het ouderwetse gezinstype, gedijenze goed, want na al die ellende en veranderingen willen zeeindelijk duidelijkheid. Dat verklaart dus waarom het met veelkinderen uit die gesloten gezinnen zo goed gaat."

Kontakt

Hebben kinderen in stiefgezinnen het moeilijker alséén van de ouders door scheiding is vertrokken dan alsdat door de dood is veroorzaakt?

"Uit vervolgonderzoek is gebleken, dat het met kinderen uit oudestiefgezinnen gemiddeld beter gaat, dan met kinderen uit nieuwestiefgezinnen. Met andere woorden: het doodgaan van je vader ofmoeder is minder erg dan scheiding. Op zich is de gebeurtenis heeldroevig. Maar uiteindelijk is de dood minder erg in de beleving,zowel voor de kinderen als voor de ouder die achter blijft. Meestalheb je goede herinnering aan de overleden ouder. Naarmate de tijdverstrijkt worden die alleen maar beter. En je hebt het beeld vaneen goed huwelijk. Bij een scheiding heb je daarentegen slechteherinneringen aan het huwelijk en naarmate je er langer over praatworden die alleen maar slechter. Plus dat die persoon nog bestaat.Dus je moet een manier vinden om daar mee om te gaan. En tenslotteis de financiële positie van de verweduwde gezinnen beter dandie van gescheiden gezinnen. Want na een scheiding moeten opeenstwee huishoudens draaien van een hoofdinkomen en wacht nogal eensde bijstand.

"Overigens bestaat het beeld dat na een scheiding de kinderenbijna altijd regelmatig kontakt hebben met de niet-verzorgendeouder. Maar uit het onderzoek bleek dat dertig tot veertig procentvan de kinderen geen enkel kontakt meer heeft met de biologischeouder die na de scheiding apart ging wonen. Kontakt is dus helemaalniet zo vanzelfsprekend."

Hoe groot is de belangstelling van studenten voor uwvakgebied?

Kinder- en jeugdstudies valt onder pedagogiek. Jaarlijks kiezeneen stuk of vijf studenten voor een afstudeerproject rondechtscheiding. Meer dan eens blijken dat studenten te zijn die zelfkind zijn van gescheiden ouders. Mensen die een scheiding van nabijhebben meegemaakt, worden kennelijk aangetrokken tot onderzoek naarde gevolgen daarvan. Maar eigenlijk wist ik dat al lang. Ik benzelf ook gescheiden."

Karin Alberts

'Het gezin in de volgende eeuw'. Van 12 aprilt/m 10 mei elke maandag vanaf 20.00 uur in de Senaatszaal van hetAcademiegebouw. Toegang gratis.