Klimaatonderzoek via stuifmeelkorrels
Tijdens de laatste ijstijd was het in de Lage Landen koud enkaal. "Er waren hier geen bomen, het was een soort toendra", zegtbiologe Karin Boessenkool. Zij bestudeerde de opwarming van hetklimaat in het noorden van de Atlantische Oceaan na de laatsteijstijd, tienduizend jaar geleden.
Deze geleidelijke opwarming verliep met horten en stoten, somsrukte het ijs toch weer op. "Het landijs in Canada werd daninstabiel, er braken stukken van gletsjers af", zegt Boessenkool."Het gruis in die ijsbergen is teruggevonden voor de kust vanPortugal en zelfs voor Marokko."
Boessenkool bestudeerde het klimaat via fossiele overblijfselenvan algen en planten (palynologie). Reeds lang vergane plantenhebben stuifmeelkorrels achtergelaten. Door te bepalen van welkesoort planten de korrels afkomstig zijn kan Boessenkool hethistorische klimaat op het land reconstrueren.
Daarnaast bestudeerde Boessenkool de skeletjes van algen dieneergeslagen zijn op de oceaanbodem. Die vertellen hoe warm hetwater was toen de algen nog leefden. "Sommige soortendinoflagellaten houden van hogere temperaturen dan andere", legtBoessenkool uit. Elke soort laat zijn eigen resten na.
Het blijkt dat tijdens de koude perioden de warme Golfstroom,die ons klimaat zo mild maakt, niet meedeed. "Die lag op zijn gat",zegt Boessenkool. Op de grens tussen het warme Golfstroomwater enhet koude Noordpoolwater loopt het 'Arctisch front'. Daar ontstaanlagedrukgebieden met veel regenbuien die richting west Europa gaan:de 'storm track' of depressiebanen.
"De depressiebanen lagen tijdens de koude perioden veelzuidelijker dan normaal", zegt Boessenkool. Daardoor regende het inde winters veel meer in Spanje en Portugal en juist minder inSchotland, zo bleek uit haar onderzoek. "In Schotland viel nog welzoveel sneeuw dat er een ijskap ontstond."
De uitkomsten van haar reconstructies kloppen met detheoretische resultaten van Amsterdamse onderzoekers. "Uit dieberekeningen komt ook het belang van de richting van de stormbaanop de neerslag in Iberi."
Boessenkools onderzoek wijst op de wispelturigheid van onsklimaat. "De Golfstroom is niet stabiel, hij kan zomaar omklappen",zegt ze. De warme stroom ontstaat doordat koud en zout water tussenGroenland en IJsland zinkt en wegstroomt. Daardoor wordt warm wateruit de Cariben 'aangezogen'. "Deze diepwaterformatie neemttegenwoordig af", zegt Boessenkool droog. Zonder Golfstroom zittenwe hier met een bijna Siberisch klimaat.
Rinze Benedictus