Kopmannen en waterdragers



Homepages van Albo Helm: http://utopia.knoware.nl/users/albohelm/

http://spidernet.nl/~albo_helm/


Het universitaire personeelsbeleid is volop indiscussie. VSNU en bonden onderhandelen momenteel over eenflexibeler arbeidsorganisatie met mobiele werknemers. Ook op dejaarconferentie van de VSNU vorige week woensdag werd over ditthema van gedachten gewisseld.

"Een hoogleraar arbeidseconomie heeft mij ooit eens laten zienhoe de personele organisatie in ruige kapitalistische ondernemingenin elkaar zit. Kenmerkend was een kern van redelijk vastgeroestpersoneel met een vaste baan en daaromheen een grote cirkel goedejonge mensen die ze geen vaste aanstelling konden geven. Het leekde universiteit wel."

Voor prof.dr. Jos de Beus vormde de mededeling van zijn collegaindertijd een eye-opener. Kennelijk was het probleem waarmeeuniversiteiten al tijden worstelen geen exclusief academische zaak.Maar dat maakt de situatie er natuurlijk niet minder ernstig op, zobetoogde hij tijdens de jaarvergadering.

De Amsterdamse hoogleraar politicologie was uitgenodigd om metde Tilburgse econometrist prof.dr. Arie Kapteyn in debat te tredenover het universitaire personeelsbeleid. En hoewel gespreksleideren Volkskrant-journalist Jan Tromp al voor de aanvang van dediscussie had besloten dat het dagthema 'Verschil moet er zijn' eenaantrekkelijker uitgangspunt voor discussie bood dan zoiets saaisals personeelsbeleid, werden er ook over dit laatste themabehartenswaardige dingen gezegd.

De basis daarvoor was 's ochtends gelegd door McKinsey-directeurPieter Winsemius. In een provocerend en met sportieve metaforendoorspekt betoog constateerde de voormalige minister van VROM datconcurrentie onmisbaar is voor universiteiten die de top willenbereiken. "Maar Nederlandse universiteiten zijn daar te lief voor",aldus wielerliefhebber Winsemius. "Je haalt de top alleen als jebereid bent elkaar de hekken in te rijden."

Ook over het universitaire personeelsbeleid wilde Winsemius weleen paar voltreffers loslaten. Jullie zijn achterlijk dat jullienog steeds eensysteem van vaste aanstellingen en van uniformesalarissen handhaven, zo parafraseerde Tromp zijn uitspraken.Wielrenners krijgen echt geen vaste aanstelling en in het pelotonbestaan zeer aanzienlijke en algemeen geaccepteerdesalarisverschillen tussen kopmannen en waterdragers.

In de middagdiscussie bleken zowel Kapteyn als De Beus maarmatig enthousiast over de aanbevelingen van Winsemius. Centraal inhun debat stond de vraag hoe productief de soms tot in het extremedoorgevoerde concurrentiestrijd tussen universiteiten is.Cultuurhistoricus De Beus maakte duidelijk dat onderlinge strijdvaak niet de beste methode is om tot differentiatie te komen. Hijriep de universiteiten op tot een rationele discussie over te makenkeuzes, maar met die oproep was hij bij Kapteyn aan het verkeerdeadres. De Tilburgse voorstander van marktwerking maakte duidelijkdat hij geen been ziet in de huidige en soms felle 'oorlog' om gelden studenten. "Er moeten prestaties worden geleverd en misschiengaat dat beter als er oorlog wordt gevoerd." Maar ook Kapteynwenste grenzen in acht te nemen. "Elkaar in de hekken rijden is mijeen brug te ver. Dat is naar de universiteit vertaald zoiets alsplagiaat plegen. Concurrentie OK, maar dan wel binnen algemeenaanvaarde spelregels."

Ook ten aanzien van de universitaire personeelsproblematiek leekhet eenvoudige recept van Winsemius de twee discussiepartners niethet meest ideaal. Hoewel hij erkende dat het gebrek aandoorstroming een groot probleem is, wees De Beus de radicaleoplossing van Winsemius van de hand. "Ik ben het met hem eens datwe selectief moeten zijn met het geven van vaste aanstellingen maarom nou van iedereen een soort aio te maken, dat lijkt me niet degoede weg."

Met die constatering was Kapteyn het volledig eens, al was hetmaar om pragmatische redenen. "Als we willen concurreren, moeten wede beste mensen binnenhalen. En de praktijk is nu eenmaal dat diemensen twee dingen willen: veel geld verdienen en een vaste baan.Dus dan kom je er niet met alleen tijdelijke aanstellingen. Maareerlijk gezegd, zie ik het probleem niet zo. Er wordt nu net gedaanof je mensen met een vaste aanstelling ook als ze na een tijdvastlopen, nooit meer van hun plaats kunt krijgen. Dat is onzin. Erzijn voldoende mechanismen om mensen die in hun werk vastlopen opandere plaatsen in te zetten of taken te geven, waarvoor ze welwarm lopen."

De Beus ziet in dat verband wel iets in een regelmatigeverandering van werkomgeving. "Als we echt vanaf nul zouden kunnenbeginnen, zou ik misschien wel voelen voor het Amerikaanse systeemwaar je je vaste aanstelling ook weer kunt verliezen. Maar nu datniet kan, moeten we creatief omgaan met de mogelijkheden die er welzijn. Bijvoorbeeld binnen universiteiten mensen met geslotenbeurzen van plek te laten ruilen. Maar dan moeten wel eerst deschotten worden weggehaald die nu tussen allerlei onderdelen van deorganisatie staan. En dan kom ik terug op mijnuitgangspunt, wantdat lukt naar mijn mening alleen door nauw met elkaar samen tewerken. Ook voor een zinnig beleid om oudere werknemers gemotiveerdte houden werkt de huidige concurrentiestrijd in de Nederlandseuniversitaire wereld volstrekt averechts.

EH