Kosten de Duitsers ons geld?
Het Financieële Dagblad nam de geschatte kosten per student, vermenigvuldigde die met het aantal Duitsers in Nederland en kwam uit op een bedrag van ongeveer 100 miljoen euro. Dat zou niet in verhouding staan tot het aantal Nederlanders dat in Duitsland studeert. De Duitsers kosten dus veel geld. Snijdt die redenering hout?
Allereerst valt Duitsland zeker geen profiteur te noemen. Van alle studenten in Duitsland komt 11,5 procent uit het buitenland, terwijl maar 3,1 procent van de Duitse studenten naar het buitenland gaat. Voor Nederland ligt die verhouding minder scheef: 5,6 procent van de studenten in Nederland komt uit het buitenland, terwijl 2,3 procent over de grens gaat studeren.
Je zou ook naar Groot-Brittannië kunnen kijken. Er steken meer Nederlanders dan Britten de Noordzee over. Het gaat dus niet alleen om Duitsers, maar om alle internationale studenten. Dan blijkt overigens dat er inderdaad bijna drie keer zoveel buitenlandse studenten hier een diploma willen halen dan Nederlandse studenten in het buitenland.
Maar dat wil nog steeds weinig zeggen, stelt directeur internationalisering Hanneke Teekens van de Nuffic: “Het Financieële Dagblad heeft niet meegeteld hoeveel geld de internationale studenten de samenleving opleveren aan levensonderhoud, huur en boeken. Bovendien blijven ze hier ook wel eens wonen en werken, waardoor ze een bijdrage leveren aan de Nederlandse economie.”
Buitenlandse studenten hebben ook voordelen die niet op de achterkant van een sigarendoosje te berekenen zijn. “Het zijn over het algemeen goede studenten”, typeert Teekens. “Universiteiten en hogescholen zien hen graag komen. Ze leveren een waardevolle bijdrage aan het Nederlandse hoger onderwijs. De opbrengst daarvan kun je niet precies berekenen.”
De berichtgeving in het FD is volgens Teekens ‘tendentieus’. “Er is juist sprake van een successtory van de Europese open grenzen. Het is nogal een smalle en nationalistische blik om de kosten voor Nederland op zo’n manier op te tellen”, vindt ze. “Het is goed dat de internationalisering zo op gang komt. Misschien moeten er alleen meer Nederlanders de sprong naar het buitenland wagen.”
Het ministerie van OCW bevestigt dat het bedrag van het FD niet uit de lucht is gegrepen, maar wil verder niet reageren. Plasterk komt in het najaar met een internationaliseringsnota.
Nederland is altijd een voorstander geweest van ‘meeneembare studiefinanciering’ in de Europese Unie. Die maatregel zou hier waarschijnlijk resulteren in extra Europese studenten, gezien het aanbod van Engelstalige onderwijs en de relatief lage collegegeldtarieven aan de universiteiten en hogescholen. Omdat de meeneembare studiebeurs klaarblijkelijk niet met alle EU-landen tegelijk viel te regelen, heeft Nederland zelf maar alvast de knoop doorgehakt.
HOP