Kruisbestuiving met mooie resultaten



De cursus Geschiedenis en Journalistiek, hetsamenwerkingsverband tussen het Instituut Geschiedenis en de Schoolvoor Journalistiek, wordt al voor de zesde maal in successiegegeven. Het was universitair Hans Righart die tot de conclusiekwam dat geschiedenisstudenten hun moeilijke positie op dearbeidsmarkt zouden kunnen verbeteren door zich bepaaldevaardigheden eigen te maken. Publieksgericht leren schrijven wasmisschien wel een eerste vereiste. Om studenten hiermee vertrouwdte maken riep hij de hulp in van de School voor Journalistiek. Diehbo-opleiding was niet alleen bereid om universitaire studenten dejournalistieke beginselen bij te brengen, maar toonde ook een grootenthousiasme om tot uitwisseling van expertise te komen. `Veel vanonze studenten geven aan behoefte te hebben aan inhoudelijkeverdieping en uitbreiding van hun kennis. Ze vinden hun opleidingin sommige opzichten te oppervlakkig', vertelt docent GijsSchreuders.

Nu, zes jaar later, is het initiatief van Hans Righart uitgemondin een jaarlijks project waarin de hoogleraar samen met Piet vanHees, Gijs Schreuders en diens collega Ruud Hoff tien studentengeschiedenis en tien studenten journalistiek onder zijn hoedeneemt. De universitaire studenten krijgen van Schreuders eenbasiscursus journalistieke vaardigheden. De studenten journalistiekvolgen `Geschiedenis en Journalistiek' in het kader van huninhoudsdifferentiatie en draaien mee in de introductiecursus `19deen 20ste eeuw'. Samen wonen de twee groepen daarnaast eenlezingencyclus bij.

Het is echter vooral het samen vervaardigen van een eigentijdschrift dat de deelnemers een kick geeft. Schreuders: `We latende deelnemers werken in koppels die bestaan uit een hbo-student eneen universitaire student. Elk koppel schrijft een artikel dat pastbinnen het vastgestelde thema en dat zo mogelijk een historischedimensie heeft. De achterliggende gedachte is dat universitairestudenten sterker zijn inde research-fase en studentenjournalistiek zich beter tonen in het afbakenen van deprobleemstelling en het aardig weergeven van de informatie. Diescheiding is in werkelijkheid natuurlijk nooit zo rigide.'

Schreuders benadrukt dat het gaat om gedegen verhalen.`Studenten journalistiek hebben soms de neiging snel even eenstukkie bij elkaar te bellen, maar nu moet uitgebreid onderzoekworden verricht. Ze moeten echte boeken lezen.'

Volgens Schreuders heeft hij met zijn drie collega's `het bestevan twee werelden' te pakken. `In Groningen en Rotterdam wordenacademisch gevormde journalisten opgeleid. De praktische kant vande journalistiek blijft daar echter onderbelicht. Het hbo levert opzijn beurt studenten af die ambachtelijk zijn ingesteld. Onzekruisbestuiving levert een goede wisselwerking op.' Zwaaiend methet magazine: `Wij kunnen onze studenten natuurlijk wel een cursusgeschiedenis gaan geven en de universiteit kan haar studenten eenmoduul populariserend schrijven voorschotelen, maar dan mis jedit.'

De twee docenten zeggen niet veel te merken van groteverschillen tussen de studenten. Aanpassingen van didactischemethoden is volgens beiden niet aan de orde. Als hij dan toch eenonderscheid moet noemen dan verwijst Van Hees naar de hang naarvolledigheid van de academici ten opzichte van het zoeken naar deessentie van de hbo-studenten. `Journalisten gaan op zoek naar dekrenten in het brood, terwijl onze studenten het hele brood optafel willen hebben', typeert hij de twee attitudes.

De verschillen tussen de studenten blijven dus binnen de perken,vinden Schreuders en Van Hees, maar hoe verloopt de samenwerkingtussen docenten? `Ook wij zitten behoorlijk op één lijn',vertelt Van Hees. `Omdat we al enige jaren ervaring hebben met dezecursus hoeven we over de praktische aanpak niet zo heel lang meerna te denken. Het is een kwestie van twee brainstormsessies metzijn vieren om tot een thema, onderwerpen en sprekers te komen endan kunnen we aan de slag. We doen het samen.'

Xander Bronkhorst