'Laat mij voorlopig maar lekker Europe varen'

Terwijl namen als Margriet Matthijsse en Carolijn Brouwer bij deverknochte sportliefhebber waarschijnlijk wel een lichtje doenbranden, zijn hun mannelijke tegenhangers in de Europe-klassenobody's. Echt verwonderlijk is dat niet. De twee Nederlandse damesstaan nummer een en twee op de wereldranglijst van een Olympischeklasse. De Nederlandse mannen behalen mindere resultaten in eencategorie die voor hen bovendien niet Olympisch is.

Joost, derdejaars student scheikunde, is een van die mannelijketoppers die in de luwte van Matthijsse en Brouwer hun sportbedrijven. Hij behoort sinds enkele jaren tot de top-3 vanNederland. Als topsporter en als bestuurslid van de NederlandseEurope Klasse Organisatie windt hij zich wel eens op over deachterblijvende aandacht voor de mannelijke Europe-zeilers. "Laatstwas er een Nederlander derde geworden bij de WK. Hij werd niet eensgenoemd in de persberichten. Bij de watersportbond is de reactievaak `ach die Europe'."

Voor de 21-jarige student is de Europe op dit moment de mooisteklasse die er is. Hoewel hij met zijn tachtig kilo behoorlijk zwaaris voor het bootje, denkt hij er voorlopig niet over te gaan varenin een andere categorie. Vooral de technische vaardigheden die deboot vereist trekken hem aan. "Je kunt heel veel verstellen aan hetzeil. En je kunt ook nog eens verschillende masten gebruiken, zodatde boot geschikt is voor zeilers van 55 tot 80 kilogram. DeOlympische tegenhanger, de Laser, is daarmee vergeleken eenbeukboot."

Studie

Waar de twee vrouwelijke Europe-toppers hun sport opprofessionele basis bedrijven staat voor Joost bovendien hetvoltooien van zijn studie voorop. Drie jaar geleden koos hij vooreen studie scheikunde in Utrecht. Op bezoek bij zijn vader, die alstechnisch-assistent werkzaam is in het Ornstein Instituut, zag hijals middelbare scholier al dat de sfeer bij de chemici hem meeraanstond dan die bij de `nerdo's' van natuurkunde. Hij heeft noggeen moment spijt gehad van die keuze en de studieresultaten zijnnaar wens. Al te hoge zeilambities zoalsdeelname aan de OlympischeSpelen in een andere klasse of het varen op een groot commercieelschip zouden niet te combineren zijn met zijn studie en het gevenvan trainingen bij de zeilclub `Het Witte Huis' in Loosdrecht'."Laat mij voorlopig maar lekker Europe varen."

Dit betekent niet dat Joost, die op dertienjarige leeftijdvanwege een groeispurt zijn `Optimistje' moest verruilen voor eenEurope, zijn sport minder serieus neemt. Ieder weekeinde is hij metzijn boot ergens op het water te vinden. Door de week is er eentrainingsprogramma met fitness, fietsen en hardlopen. Uitgaan doethij ook weinig. "Ik ben nooit een party-animal geweest. Drinken doeik niet. En ik moet ook een beetje op mijn gewicht letten, wil iksnel blijven op het water. In het weekend kan ik sowieso nietfeesten, omdat ik dan moet zeilen. Door de week zit ik meestal omacht uur op de universiteit. `s Ochtends ben ik nu eenmaal hetmeest productief."

Fiasco

De student scheikunde kwalificeerde zich dit jaar als derdeNederlander voor het EK bij Hayling Island. In de voorbereiding opde wedstrijden in Engeland vertrekt hij dit weekeinde naarNieuwpoort voor de Flandres Youth Regatta. Hij heeft het grotezeilevenement al eens gewonnen, dus "dat moet nog een keer kunnen".Joost wil voor de Belgische kust vooral het gevoel voor het zeilenop zee terugkrijgen. "Het klinkt paradoxaal, maar in Nederlandhebben we zoveel water dat we maar heel weinig op zee te vindenzijn."

Na de wedstrijden in Belgiƫ heeft de zeiler anderhalve dagom de auto in pakken en de trailer gereed te maken. Samen met zijnouders en zijn zusje, die zich heeft geplaatst voor deEurope-wedstrijden bij de vrouwen, vertrekt hij vervolgens voortwee weken naar Engeland. Tijdens het EK zal hij daar beter willenpresteren dan bij het desastreus verlopen WK vorig jaar inDuitsland. "Dat was echt een fiasco. Tijdens de kwalificatiestartte ik twee keer te vroeg waardoor ik in de B-categorie, deSilverfleet, terecht kwam. Aan het einde van die wedstrijden brakook nog eens mijn mastbeslag. Vreselijk balen. Is er eens een WKdicht bij huis, krijg je zoiets."

Joost richt zich op een plaats bij de eerste twintig. Helemaalgerust lijkt hij er echter niet op te zijn. Zijn voorseizoen wasniet echt best. Het nieuwe zeil dat hij uit Denemarken liet komenrekte iets meer uit dan zou moeten, waardoor het van voor totachter stond te vibreren. Inmiddels is het euvel met een extratouwtje goeddeels verholpen, maar hij is er nog steeds niethelemaal gelukkig mee. "Maar ja, je gooit niet zomaar 1200guldenweg."

De bekostiging van zijn sport is voor de student een blijvendprobleem. Zijn ouders besloten twee jaar geleden dat het welletjeswas geweest. Dit jaar heeft hij weliswaar voor het eerst eensponsor gevonden, maar onderhoud, inschrijfgeld en reisgeld vergengrote offers. In zijn woonplaats Bunnik loopt Joost wekelijks driekrantenwijken. Daarmee heeft hij zijn boot met een waarde van 15000gulden kunnen financieren. "Maar wanneer een WK net als dit jaar inAustraliƫ plaatsvindt, dan moet ik toch echt verstek latengaan."

Xander Bronkhorst