Lesgeven met internationale allure
Het was wel even wennen voor Wieneke Maris, dat ze er ‘please’ achteraan moest zeggen, terwijl ze bezig was de orde te handhaven tijdens haar aardrijkskundeles. Ze liep vier maanden stage op een school in Wales. Britten zijn een stuk beleefder dan Nederlanders, en af en toe voelde Wieneke zich als Nederlandse ‘aardig lomp.’ Omdat ze lesgaf op een zogeheten United World college, was er een grote variatie aan nationaliteiten in haar klas vertegenwoordigd. Kinderen vanuit heel de wereld komen naar deze scholen toe voor de laatste twee jaar van hun VWO-opleiding, vaak met een beurs die ze hebben moeten aanvragen. “Tijdens de eerste les vertelde ik meteen maar dat ik bekend stond als ‘direct’, waarna ik iedere leerling iets liet vertellen over de gebruikelijke omgangsvormen in zijn of haar land van herkomst. Geweldig vond ik dat, en het had nog met aardrijkskunde te maken ook.”
Lesgeven in het Engels, kennismaken met buitenlandse culturen, het zijn geen zaken waar je direct aan denkt bij een lerarenopleiding. Sterker nog: voor de steeds meer globaal georiënteerde student van tegenwoordig valt de optie ‘leraar’ vaak als eerste af, onder andere door het gebrek aan internationaal perspectief. Toch maakte Wieneke het in het afgelopen jaar mee, toen ze de Bilingual and International Teacher Education Programme (BITEP), sinds kort ook bekend onder de werktitel U-Teach, volgde. U-teach is een master die opleidt tot eerstegraads docent in het vak dat je daarvoor aan de universiteit studeerde, maar net iets meer dan dat. De opleiding is bedoeld voor extra gemotiveerde studenten die in het buitenland willen gaan lesgeven of terecht willen komen in het Tweetalig Onderwijs in eigen land. Inmiddels zijn er ruim honderd tweetalige scholen in Nederland voor havo en of vwo leerlingen.
Stapje extra
”Deze opleiding bood me net die extra uitdaging die ik zocht”, legt Wieneke haar keuze voor de in Nederland unieke lerarenopleiding uit. “Bij het leraarsberoep ben je toch bang dat je het na een tijdje wel hebt gezien.”
Het is precies wat de opleiding beoogt te bieden, volgens coördinator en Ivlos-medewerker Gerrit Jan Koopman. “U-Teach is bedoeld voor studenten die net dat stapje extra willen zetten. Ze investeren iets meer in zichzelf, maar dat levert hen dan ook een uitdagender baan op in de toekomst.” Ook Ilona Benneker startte vorig jaar met de BITEP-opleiding met een sterke motivatie, nadat ze tijdens haar master psychologie al een onderzoek had gedaan in Suriname. “Die internationale atmosfeer motiveerde me enorm. Ik wilde iets extra’s te bieden hebben, voor mezelf én voor de leerlingen. Door in het Engels les te geven kan ik dat nu.” Inmiddels geeft Ilona net als Wieneke les op een tweetalige school in Nederland. Haar buitenlandse stage volgde ze in de Verenigde Staten, op de State College Highschool in State College, Pennsylvania. Ze gaf daar biologie aan twee klassen uit de 10th grade, vergelijkbaar met HAVO 4. “Die leerlingen waren dus allemaal bezig met het halen van hun rijbewijs en het voorbereiden van hun sweet sixteen. Maar gemotiveerd waren ze absoluut.” Enthousiast als ze was liet ze de leerlingen allerlei creatieve dingen doen, zoals het klassikaal uitbeelden van de electronentransportketen. “De ene leerling was een electron, de ander een waterstofion en weer een ander een transporteiwit. Dat werkte goed en de leerlingen vonden het prachtig. Zoiets deden ze niet vaak.”
In de VS hebben leerlingen niet zoals in Nederland elke week twee tot vier lesuren per vak, maar volgen ze ieder jaar een klein aantal vakken op een intensievere manier. Zo heeft ieder land zijn eigen bijzonderheden. In Noorwegen is het bijvoorbeeld heel gewoon om naast de studievoortgang ook de vooruitgang van een leerling gedurende enkele maanden te toetsen en mee te laten tellen in het cijfer.
De studenten van U-teach krijgen de opdracht om hun ervaringen zoveel mogelijk met elkaar te delen. Ze gaan minstens in tweetallen naar het buitenland, houden een shock-log bij waarin ze schrijven over hun cultuurshock en belevenissen in de school, en moeten onder andere een klein onderzoekje uitvoeren naar wat op hun stageplek wordt verstaan onder strictness, overwicht.
“Die ervaringen maken je een bewuste docent”, zegt Wieneke. “Je ziet veel beter de sterke en zwakke kanten van ons eigen onderwijssysteem. Ik heb collega’s die klagen dat hun lesmethode zo saai is. Terwijl ik denk ‘daar hoef je je toch niet aan te houden’?”
Leuker
Volgens Koopman zorgt dat extra inzicht ervoor dat docenten die van U-teach komen veel sneller doorstromen naar hogere functies in het onderwijs. En ook in aanpalende disciplines zijn ze gewild. “Laatst zocht de Anne Frank-Stichting twee lesmateriaalontwikkelaars. Van de ruim vierhonderd kandidaten werden twee U-teachers geselecteerd. Daar was ik wel trots op.”
Momenteel is het Ivlos bezig met het opzetten van een soort vervolgprogramma, in samenwerking met dertien tweetalige scholen in Nederland. Koopman: “We realiseren ons dat het niet mogelijk is om in één jaar alle facetten van tweetalig en internationaal onderwijs te behandelen.” Vanaf volgend jaar september kunnen de vers afgestudeerde leraren waarschijnlijk bij de aangesloten scholen een vrijwillige vervolgopleiding volgen. Die zal in de eerste maanden vooral gericht zijn op ‘hoe hou ik mij staande’, vanaf januari komt daar inhoudelijke lesstof bij.
Wieneke en Ilona willen allebei op termijn wel weer les gaan geven in het buitenland, Ilona het liefst in een ontwikkelingsland. Maar ze hebben het nu ook nog prima naar hun zin als tweetalige docent in Nederland en nog niet op hun werk uitgekeken. Dankzij hun extra opleiding kijken ze met vertrouwen naar de toekomst. Koopman: dit is een manier om het lerarentekort op te lossen: het beroep leuker maken.’
BITEP: leraar plus
Het BITEP-programma is een tweetalige masteropleiding voor eerstegraads docenten die in een internationale omgeving willen werken en die al tien jaar bestaat. Studenten kunnen kiezen voor drie varianten van BITEP:
•de tweejarige master die voor de helft bestaat uit verdiepende vakken, aansluitend op hun bachelor,
•als eenjarige, postdoctorale opleiding of
•als werk-studeervariant, waarbij ze hun Nederlandse stage lopen op een school waar ze al werkzaam zijn.
Naast onderwijskundige en vakdidactische vakken, lopen de studenten eerst twaalf weken stage op een tweetalige of internationale school in Nederland. Het IVLOS is hiervoor een intensieve samenwerking aangegaan met het tweetalige Anna van Rijn College in Nieuwegein.
Elk jaar is er plek voor 18 studenten in de BITEP opleiding. Voor toelating moeten studenten aantoonbaar affiniteit hebben met een internationale omgeving, gemotiveerd zijn om meer tijd te steken in hun opleiding dan bij gewone lerarenopleiding gevraagd wordt, en hun Engels moet goed zijn. In de afgelopen jaren werden op taalvaardigheid twee studenten afgewezen.
Voor de opleiding wordt van de studenten een extra bijdrage van ongeveer 1000 euro gevraagd. Daar staat dan wel weer tegenover dat het IVLOS tot nu toe er steeds in geslaagd is om voor de verplichte buitenlandstage in Italië, Noorwegen, Finland, Spanje, de Verenigde Staten, Zuid-Afrika of Wales bij het Europees Platform (een organisatie die o.a. zorg draag voor de subsidie programma’s van de Europese Commissie) een dekkende beurs te vinden.