Littekenweefsel: de communicatie tussen opper- en lederhuid

Littekenweefsel: de communicatie tussen opper- enlederhuid

Het onderzoek van Niessen, die volgens zijn voorwoordgeïnteresseerd raakte in de wondgenezing toen hij als jongarts in Tiel 'lustig mamma's (vrouwenborsten) reduceerde', was ineerste instantie gericht op het voorkomen van littekengroei na eenoperatie of een verbranding. Vooral mensen die niet roken, snelbruin worden of ergens allergisch voor zijn, lopen de kans op hetontstaan van overdadig littekenweefsel. Dit jeukt niet alleen, maarhet ziet er bovendien hoogst onaangenaam uit.

Omdat al bekend was dat een behandeling met siliconen zorgt vooreen forse verlichting van de klachten, hoopte Niessen dat eenpreventieve toepassing van dit materiaal overdadige littekenvorminggeheel zou kunnen voorkomen. Maar een proef met 129 vrouwen die eenborstverkleinende operatie ondergingen, maakte duidelijk dat dezehoop ijdel was.

Wel bleek uit het onderzoek van stukjes huid van depatiënten dat niet alleen de zogeheten lederhuid, maar ook deopperhuid een grote rol speelt bij de vorming van overdadiglittekenweefsel. Deze bevinding vormde de aanzet voor een nieuwetheorie over de manier waarop littekenweefsel wordt gevormd. Als ereen wond ontstaat, komt volgens Niessen allereerst de opperhuid inactie. De cellen van de opperhuid verspreiden zich zo snel mogelijkover het wondbed om het lichaam te beschermen tegen infecties envochtverlies. De onderliggende lederhuid, die het bindweefselaanmaakt om de wond permanent te sluiten, gaat dit pas doen als deopperhuid het signaal geeft dat de wond voldoende gedicht is.

Het lijkt dus aannemelijk, stelt Niessen, dat een te sterkelittekenvorming niet alleen wordt veroorzaakt door de lederhuid,zoals tot nu toe werd aangenomen, maar ook door een fout in decommunicatie tussen opper- en lederhuid. Gegeven deze bevinding enhet feit dat de opperhuid gemakkelijk bereikbaar is, doet deDeventer arts zijn collega's de aanbeveling om in het onderzoeknaar nieuwe behandelvormen van littekens meer aandacht te schenkenaan de rol die de opperhuid bij de weefselvorming speelt.

EH