Meer jongens in plaats van meisjes toelaten tot geneeskunde

Haalboom: "Er is op dit moment een groot tekort aan artsen. Helaas kunnen we jaarlijks maar een beperkt aantal studenten tot de geneeskundestudie toelaten. Om het artsentekort tegen te gaan, moeten we dus zorgen dat de beschikbare opleidingsplaatsen optimaal worden gebruikt. Maar wat zien we in de praktijk? Van de pakweg 3500 studenten die jaarlijks afstuderen, is na vijf jaar al 35 procent gestopt, voor het overgrote deel vrouwen. En van de vrouwen, die nog wel werken, kiezen er steeds meer van meet af aan voor een deeltijdbaan. Heel logisch, ik wou dat ik die keuze vroeger ook gehad had, maar uit maatschappelijk oogpunt niet wenselijk en tegenover al diegenen die uitgeloot zijn en wél fulltime hadden willen werken, niet billijk.

"Op dit moment is rond zeventig procent van onze eerstejaars studenten vrouw en maar dertig procent man. Gegeven het feit dat relatief veel vrouwen snel afhaken, vind ik het een maatschappelijk belang om die scheve verhouding recht te trekken. Dat kan op verschillende manieren. Ten eerste kun je besluiten om minder meisjes toe te laten en de instroom fifty-fifty te maken. Maar als je dat discriminerend vindt, zou je ook naar de eindexamenpakketten in het vwo kunnen kijken. In de praktijk blijkt namelijk dat scholieren met het pakket natuur en gezondheid op hun eindlijst gemiddeld bijna een punt hoger scoren dan hun collega's met het pakket natuur en techniek. Nu is van alle leerlingen die het gezondheidspakket kiezen ongeveer 75 procent vrouw en 25 procent mannen. Bij het techniekpakket is dat precies andersom. Meisjes zijn gewoon slimmer dan jongens. Ze kiezen in meerderheid het minder moeilijke pakket en werken dan extra hard om een acht gemiddeld of hoger te halen, want daarmee worden ze zonder loting geplaatst. Voor scholieren met het pakket natuur en techniek is het veel moeilijker om een acht gemiddeld te halen. In feite worden jongens - en meisjes - met dat pakket dus door de huidige lotingsregels benadeeld. Mijn voorstel is dan ook om de grens waarboven niet geloot hoeft te worden voor het pakket natuur en techniek te verlagen naar een zeven.

"Iets anders is dat ik het vreemd vind, dat mensen die een zo dure opleiding hebben gehad, zo gemakkelijk kunnen afhaken. Waarom verplichten we afgestudeerden niet om een aantal jaar fulltime als arts te werken? De beste manier daarvoor is om ze het geld dat de opleiding heeft gekost naar rato te laten terugbetalen als ze eerder stoppen. Als ik hier een managementopleiding wil volgen, zeggen ze ook: als je drie jaar blijft, krijg je hem betaald, anders niet. Ik heb hier wel eens met vrouwelijke artsen over gepraat, maar voor hen is het onbespreekbaar. Nu hebben we net de emancipatie bereikt en nu wil je die weer gaan inperken door deeltijdwerk onmogelijk te maken, zeggen ze dan. Maar dit voorstel is niet bedoeld om de emancipatie terug te draaien, ik wil alleen dat de schaarse plaatsen voor geneeskundestudenten goed worden gebruikt. En trouwens, via de Vereniging Arts en Auto en de banken hebben artsen vanaf hun eerste werkdag wel voor honderd procent de auto goedkoper en op zaterdag bij het winkelcentrum is dat artsenembleem ook voor honderd procent handig met parkeren. Wees dan consequent, denk ik, en ga de eerste paar jaar ook voor honderd procent werken."

Prof.dr. E. van der Wall, opleidster bij interne geneeskunde:"Er is inderdaad, zoals Haalboom zegt, een scheve verhouding in de studie geneeskunde tussen mannen en vrouwen. Ik vind dat jammer, maar het komt niet alleen doordat jongens vaker voor het " natuur en techniek"-profiel kiezen waar je misschien minder makkelijk een 8 mee haalt. Ik heb vaak informatieavonden gegeven op scholen. Met het gevaar van elke generalisatie: Jongens kiezen - meer dan meisjes - vaak liever voor een carrière in het bedrijfsleven of in de ICT, waar ze eerder kans maken op een zelfstandige, goed verdienende baan. Als je specialist wilt worden, heb je een heel lang traject te gaan waarin je pas vér na je dertigste ' eigen baas ' wordt, omdat je lang 'assistent' blijft.

"Ik vind dan ook niet dat de cijfergrens voor natuur en techniek omlaag moet. Als jongens zo graag geneeskunde willen gaan studeren, kunnen zij ook het ' lichtere' vakkenpakket kiezen! Wel kan ik me voorstellen dat wij artsen verplichten om na hun opleiding een paar jaar te gaan werken. Maar niet fulltime. Dat te eisen is gezien de huidige mogelijkheden voor kinderopvang maatschappelijk zeer onwenselijk. Ik zou daar pas over willen nadenken als we dag en nacht kinderopvang hebben. Een mogelijkheid die Haalboom niet noemt, maar waar ik zelf meer heil in zie, is om studenten mede te selecteren op hun ambities en bevlogenheid, een term die hij trouwens wel noemt. Uit een individueel gesprek moet toch duidelijk kunnen worden in hoeverre aanstaande studenten serieus van plan zijn om het vak later ook werkelijk te gaan uitoefenen?"

Prof.dr. H. Gooszen, opleider bij heelkunde:"Professor Haalboom haalt een aantal zeer actuele punten uit de bredere discussie over het tekort aan artsen naar voren; veel onderdelen van zijn mening kan ik onderschrijven.

"Echter een belangrijke vraag is: 'levert een fifty-fifty instroom met een dito uitstroom een beter beeld op? Dat zou wel eens tegen kunnen vallen. Immers ook bij mannen bestaat in toenemende mate de wens om "fulltime" anders in te vullen dan toen professor Haalboom en anderen onder wie ik, werden opgeleid. De twee-carrières-op-één-kussen van de 21e eeuw, leveren een ander tijdbeeld op.

"Continuïteit van zorg, overigens van cruciaal belang, zal langs andere wegen gestalte moeten krijgen dan door middel van normeren van instroom. De weg van instroom tot uitstroom is met 10 tot 12 jaar te lang om strenge maatregelen te treffen bij parttime invulling. Tijdens het traject - van middelbare scholier tot middendertiger - kan er zeer veel veranderen in het persoonlijk toekomstperspectief van een jonge volwassene en kunnen plausibele gronden ontstaan voor de wens om parttime te werken.

"Er zijn andere ontwikkelingen te signaleren over continuïteit en de vormgeving hiervan: de internist of chirurg zal in de toekomst veel van de continuïteit van zorg over gaan dragen aan een nieuwe categorie medewerkers in de zorg, zoals bijvoorbeeld de physician-assistant en de spoedeisende-hulparts. We merken nu al dat hier misschien zelfs een rol is voor de zesdejaars student, de semi-arts. De medisch specialist zal zich gaan beperken tot de kern van het vak waar speciale expertise vereist is.

"Emancipatie van de vrouw is slechts een relatief onbelangrijk onderdeel van deze discussie. Het centrale thema is 'emancipatie van deeltijd werken met de noodzaak voor het vinden van een oplossing voor de onvermijdelijke discontinuïteit'."