Met vallen en opstaan naar de eindstreep

Hoe studeer je af zonder kleerscheuren: het lief en leed van de scriptie.

Natasja Oosten (26) blijkt een meesterwerk te hebben afgescheiden. Zij won de Popscriptieprijs 2004 van 500 euro van het Nationaal Popinstituut. De muziekwetenschapper viel in de prijzen met haar verkennend onderzoek naar de invloed van de Amerikaanse luchtmachtbasis in Soesterberg op de Nederlandse popmuziek. De jury prijst onder meer haar duidelijke probleemstelling en heldere schrijfstijl. De alumna was blij verrast met de gekregen prijs. Vervolgens rolden in januari dit jaar de media over haar heen: het Utrechts Nieuwsblad, Radio 1, 3 en Radio 2's Spijkers met Koppen in de Utrechtse Florin.

Een groot succes, maar hoe was het scriptieproces? "Ik vond het vooral leuk en interessant om te doen. Ik ben wel een paar jaar bezig geweest, want aangezien het een eerste onderzoek betrof naar dit onderwerp, was er heel veel te vinden. Bij een verkennend onderzoek weet je sowieso niet hoeveel er te vinden is. Dat bij elkaar maakt het lastig om te bepalen wanneer je stopt met het verzamelen van gegevens. Ik heb mijn goede en slechte momenten gehad. Als ik terugkijk op mijn scriptieperiode zie ik het vooral als een tijd van afzondering. Je bent 'los' van de universiteit. Het is een heel andere manier van studeren dan je voorheen gewend was."

Haar scriptiebegeleider Lutgard Mutsaers is bijzonder te spreken over Natasja. Dat resulteerde in een goede beoordeling: een 8,5. "Ik heb niet eerder een student meegemaakt met zoveel doorzettingsvermogen." Mutsaers houdt van het begeleiden van scriptieschrijvers. Ze begeleidt op dit moment zes studenten: "Het is mijn favoriete taakonderdeel, omdat er in mijn vrij nieuwe vakgebied, populaire muziekstudies, veel te doen is. Mijn studenten hoeven zelden of nooit het gevoel te hebben om een artikel te produceren voor in een la. Wat ik verder zo interessant vind, is dat de scriptie het beste in de student naar boven kan halen."

Of het slechtste, want sommige studenten raken behoorlijk in de knoop in hun laatste studiefase. Dat weet studentenpsycholoog Ineke Muller als geen ander. Zij begeleidt één van de twee afstudeergroepen van het Studenten Servicecentrum. "Het accent ligt op praktische begeleiding en niet op het aanpakken van persoonlijke problemen. Wij zijn geen therapiegroep", zo stelt Muller.

De afstudeergroep is geschikt voor iedereen die stagneert tijdens het afstuderen. Je vindt er een bonte verzameling studenten; met verschillende studies en diverse problemen. De ene is gestopt met zijn scriptie na een onderbreking, anderen zijn preventief in de groep gaan zitten uit angst dat ze het werken aan de scriptie gaan uitstellen. Ook zitten er studenten in die hun studie prima doorkomen maar 'vergeten' deze af te ronden.

Deelnemers kunnen maximaal anderhalf jaar meedoen. "Dat lijkt lang", vertelt Muller, " maar je hebt er veel studenten bij die naast hun studie moeten werken. Op dit moment heb ik acht personen in de groep, terwijl ik er met 25 begon." Of degenen die de cursus vaarwel hebben gezegd ook allemaal zijn afgestudeerd, is niet bekend. Sommigen gaan uit de groep omdat ze ineens als een speer gaan, waardoor de behoefte aan wekelijkse begeleiding niet meer nodig is, van anderen blijft onbekend waarom ze zijn vertrokken.

De hulpgroep

Op de vraag of het Ublad aanwezig kan zijn bij een bijeenkomst van de afstudeergroep reageert Muller aarzelend. Het is niet aan een psycholoog om de deelnemers van de groep daaraan bloot te stellen. Een groep behoort veilig te zijn, maar wie wil praten, kan dat buiten de groep doen.

En zo geschiedt. Begin januari nemen Ciska en Frans plaats aan tafel, in het restaurant van het Educatorium. Anderhalf uur voordat de groep begint. Nou ja, dat wil zeggen een uur van tevoren, want ze komen allebei fors te laat op de afspraak. Ciska verontschuldigt zich: "Ja, dat hoort bij ons. We zijn altijd te laat. Ik kom bij de afstudeergroep steevast een kwartier te laat. Wat ik ook probeer."

Dan Frans: "Ik had de wekker om kwart voor negen gezet om te vertrekken richting De Uithof, zodat ik er om half tien kon zijn. Dat is dus niet gelukt." Ging de wekker niet af? "Jawel, maar toen was ik met mijn ontbijt bezig en moest ik de hond nog uitlaten."

Ciska (29) is nu zevendejaars psychologie. Op het programma staan nog het onderzoeksverslag en de scriptie. "Ik ben halverwege de scriptie. De data voor het onderzoek heb ik binnen, die ik moet nu gaan verwerken, analyseren en dan nog alles opschrijven." Sinds september zit ze in de afstudeergroep die ze op eigen houtje heeft gevonden. "Ik heb zelf gezocht op internet want ik had echt behoefte aan iets." Ciska lacht: Ik zocht hulp!"

Frans (34), veertiendejaars diergeneeskunde lacht hartelijk mee. Bij hem moest ook hoognodig iets gebeuren. "Ik ben aan het einde van mijn studie. Nog veertien weken en dan ben ik klaar. Maar dat moet ik allemaal zelf plannen, zoals nog een stage. Dus zit ik nu al vier maanden in de situatie dat ik over veertien weken klaar ben."

Ciska zit al tweeënhalf jaar zonder studiefinanciering, werkt twee tot drie dagen in de week. "Dat werkritme heb ik nodig om de rest van de dagen goed te werken aan mijn studie. Van september tot november heb ik goed gewerkt. Ik heb mijn stageverslag herschreven en ik ben begonnen aan mijn scriptie. Toen kreeg mijn begeleider een hartaanval. Met hem had ik net een goeie planning gemaakt. Het gevolg laat zich raden. Ik ben toen in een dip geraakt en dat duurde eigenlijk tot vorige week."

De groepsleden hebben een positieve uitwerking op elkaar: het is één groot feest der herkenning. Ciska: "Je herkent de worsteling met alles, de ongedisciplineerdheid. We hebben trouwens ook veel lol met elkaar in de groep. Echt, iedereen heeft zoveel andere leuke dingen te doen. Hoor je weer: 'er kwamen weer dingetjes tussen'. (lacht) Zoals jij met je gamen." Frans knikt: "Ja, wij kunnen geen nee zeggen tegen verleiding. In het begin dacht ik dat je verantwoording moest afleggen aan de groep, maar ik ben erachter gekomen dat ik dat aan mezelf moet doen. Ik heb moeite met plannen en me te houden aan die planning. Zet mij in een hiërarchisch systeem met een vaste taak, zoals in het werk dat ik nu naast mijn studie doe. Dan is er geen probleem. In het onderwijsprogramma werd ik aan het handje meegenomen, maar afstuderen moet ik zelf organiseren."

Onder begeleiding van de studentenpsycholoog Muller worden de groepsleden gestimuleerd om na te denken een planning voor een week te maken. "Wat ik aan de groep vraag is om een plan- en realisatieschema bij te houden. De hele week plannen, alles met een kleur. De realisatie moet ook ingevuld worden, zodat je goed kunt zien wat je had willen doen en wat daarvan is terecht gekomen."

Tijdens een bijeenkomst moet iedereen vertellen hoe zijn of haar week is geweest. En wat gaan Ciska en Frans meedelen? Ciska brandt direct los: "Ik ga vertellen dat ik een goede week heb gehad. Ik zie het helemaal zitten, want ik heb een planning in mijn hoofd. Mijn streefdatum is nu 24 maart. Dan moet er weer collegegeld worden betaald. Bovendien heb ik bedacht om na mijn afstuderen naar Australië te gaan, waar nu twee vrienden zitten."

Frans is minder tevreden: "Ik ben even ver als vorige week. Eén van de dingen die ik had willen doen, is mijn begeleider bellen, maar ik durf niet te bellen." Ciska wil 'm best helpen: "Zal ik bellen? Dag meneer, u spreekt met de secretaresse van Frans."

De begeleiders

De stellige overtuiging van begeleider Lutgard Mutsaers is om de scriptie te starten met een heldere en werkbare probleemstelling. Als je daar veel tijd insteekt, dan staat ie daarna op de rails. "In het begin neem ik veel tijd voor de student. Dan zit ik echt uren, soms hele dagdelen met de student in de bieb. Ik wil altijd inzicht hebben in de persoonlijkheid van de student. Dat neem ik ook mee in hun onderwerpkeuze. Als docentbegeleider maak ik een in-de-gaten-houd-schema. Dat is meestal al genoeg. Je kunt het verloop van het proces niet afdwingen."

Zijn er geen drama's? "Nee, wel dipjes, die na een goed gesprek en een paar koppen koffie wel voorbij zijn. Natuurlijk stuur ik een onderwerp bij als blijkt dat de student een heilloze weg volgt. Wat je als begeleider hoort te doen, is méér dan je in de realiteit kunt doen. De werkdruk speelt mij parten. Dat zul je van iedereen horen. Je moet schipperen."

Maarten van Ham, universitair docent Stadsgeografie bij Geowetenschappen, kent het euvel van de tijd. Op dit moment heeft hij voor één student 24 begeleidingsuren, dat is inclusief het praatje tijdens de buluitreiking. Hem is opgevallen dat veel studenten slecht voorbereid zijn op wat er van hen aan het einde van hun studie wordt verwacht. Van Ham wijt dit mogelijk aan het fragmentarisch aanbod van de onderzoeksvaardigheden in de studie waardoor studenten het nut van de vaardigheden niet goed inzien. Dit kan leiden tot desinteresse voor een vak als 'Methoden en Technieken' wat dan weer tot problemen kan leiden bij het finale onderzoek.

Om zichzelf goed voor te bereiden op zijn taak als begeleider heeft hij een cursus afstudeerbegeleiding bij het IVLOS gevolgd. Daarvan heeft hij zeker veel opgestoken. "Mijn valkuil is dat ik te veel praat tijdens de bijeenkomsten. Dat komt vooral door mijn enthousiasme. Moet je voorstellen: door al die verschillende scripties, leer ik veel, zie ik nieuwe artikelen. Ik wil van alles aandragen. Voordat je het weet, ben je teveel aan het opleiden met het gevolg dat je aan het eind van het proces jezelf zit te beoordelen, omdat je in de scriptie telkens je eigen ideeën tegenkomt. Maar goed: tijdens en na de cursus ben ik minder gaan praten en meer vragen gaan stellen. Dat gaat erg goed. Je merkt direct dat studenten zelf eerder met de problemen en mogelijke oplossingen komen. Verder heb ik veel gehad aan het idee om op de juiste momenten- de cruciale kruispunten - extra gesprekken te voeren. Zo kun je een hoop tijd en leed besparen."

Het mag geen verrassing zijn dat niet iedere student en begeleider door één deur kunnen. IVLOS-docent Sophie Wils heeft op haar kamer een prachtig gekalligrafeerd doek hangen met daarop: 'kennis is macht'. Dit doek had een student in China gekocht voor zijn begeleider, maar uiteindelijk liep dat contact spaak. Maar met begeleiding van Wils is het met hem en zijn scriptie toch goed gekomen. Wils geeft zowel de scriptiecursus (deel 2, over het schrijven) aan studenten als de cursus afstudeerbegeleiding aan docenten. Hierdoor heeft ze een aardig beeld van het lief en leed rondom de scriptie.

Volgens Wils zijn veel studenten niet helemaal toegerust om te beginnen aan een scriptie, want het is toch even wat anders dan een paper. Zo kan het gebeuren dat je voor een slecht geschreven paper nog wel een voldoende krijgt, maar dat diezelfde docent van diezelfde manier van schrijven in je scriptie geen spaan heel laat. Dat kan behoorlijk verwarrend zijn om met deze 'plotselinge' hogere verwachtingen om te gaan. Wils: "Er zijn studenten die veel in groepjes hebben gewerkt, zonder ooit zelf het schrijfwerk voor een paper te hebben gedaan."

"In de scriptiecursus hoor ik het veel voorkomend probleem dat de begeleider globaal aangeeft wat er anders moet, maar dat studenten vervolgens geen idee hebben hoe ze het anders moeten schrijven. Het meest gegeven commentaar is namelijk: 'het is niet wetenschappelijk genoeg, het moet meer analytisch. Je beschrijft alleen'."

Wat kun je doen om leed te besparen? "Spreek aan het begin de wederzijdse verwachtingen uit, investeer in een goede opzet, en laat als student weten waar je mee bezig bent. Geef inzicht in je proces."

De geïnspireerden

Ontmoet David Nieborg (24) en Eva Keeris (25) die doen wat veel studenten doen: ze schrijven hun scriptie op eigen vermogen en kunnen. David is vijfdejaars student Communicatie- en Informatiewetenschappen (CIW) Hij is een jaar bezig met zijn scriptie. Sinds drie maanden fulltime. Hij zit tot over zijn oren in het schrijfproces. Een aantal hoofdstukken zijn al als artikel verschenen in het themanummer Games van het 'Tijdschrift voor Mediageschiedenis'. "Als ik mijn scriptie nu zou inleveren, krijg ik misschien wel een zes, denk ik, maar ik wil promoveren, dus ik zie mijn scriptie als een begin daarvoor."

David heeft zich volledig gestort op zijn onderwerp, een onderzoek naar het computerspel 'America's Army'. Hij heeft een website gemaakt waarop hij ook blogt (www.gamespace.nl). David geniet van zijn onderzoek, heeft een inspirerende begeleider en steekt er veel tijd in. Het enige probleem is over-inspiratie. Zijn weblog zorgt ervoor dat hij zijn gedachten ordent. "Ik heb structuur nodig. Als ik het opschrijf, is het alsof ik een afspraak met mezelf maak. De blog heeft ook de functie van rapporteren. Zo houd ik mijn studievrienden en andere geïnteresseerden op de hoogte van mijn vorderingen. En er is nog een voordeel. Door zijn website heeft hij bij het schrijven van de scriptie al een publiek voor ogen. Want als zijn scriptie af is, komt-ie op de site. "Dat komt het schrijven ten goede, want ik hou nu al rekening met de lezer."

Eva Keeris is vijfdejaars CIW en een studievriendin van David. Ook zij is begonnen met een weblog om haar begeleider en anderen inzicht in haar scriptieproces te geven. Maar de blog was niet haar ding. Ze schrijft liever haar gedachten en ideeën in schriftjes. Eva heeft net als David de lat hoog liggen. Ook zij wil in de wetenschap verder en wil zoals ze het zelf zegt haar studie 'met vuurwerk eindigen'. Afgelopen najaar heeft ze aan de lijve ervaren dat schrijven een hele klus is. Zonder motivatieproblemen schreef ze 85 bladzijden vol, grotendeels met spraakherkenning omdat Eva RSI heeft. Ze geloofde er helemaal in, maar haar begeleider vond het slecht geschreven. "Dat was hoogmoed voor de val. Het is voor mij een openbaring geweest dat je het niet redt op inspiratie en bevlogenheid alleen. Je moet het ook weten te verkopen. De collega van mijn begeleider heeft mij de juiste schop onder mijn kont gegeven door te zeggen dat het werk niet alleen in de vreugde zit, maar vooral in het zweetuurtje waarin je zwoegt op een alinea."

Na een flinke dip gaat het weer goed met Eva. "Ik heb alweer vijftig pagina's geschreven. Eind deze week wil ik mijn eerste versie inleveren."

Epiloog

Aan alles komt een eind! Aan een artikel, maar ook aan een scriptie. Volgens de thesismeter op Davids blog is hij nu bezig met de afronding van hoofdstuk 4. David ziet zijn streefdatum liever niet zwart op wit: dat zou stress kunnen veroorzaken. Eva heeft haar deadline vorige week niet gehaald, omdat ze te horen kreeg dat het (anti-kraak)huis waarin ze woont, verkocht is en dat ze per 1 april eruit moet. Dat zorgde natuurlijk voor de nodige commotie. Daarnaast had ze te lang achter de pc gewerkt, waardoor ze een weekend RSI-vrij moest nemen. Deze week voelt ze zich goed en stevent op een goeie eerste versie af.

Frans is optimistisch en heeft de vaart erin. Hij houdt 13 mei aan. Deze week levert hij de tweede versie van zijn onderzoeksverslag in en hij heeft een stageplaats voor een week geregeld!

En hoe gaat het met Ciska? Ben je op tijd klaar om naar Australië af te reizen voor je vrienden terugkomen? "Het gaat iets langzamer dan ik had gewild. De deadline 24 maart zou nog steeds kunnen, maar dan moet ik wel hard mijn best doen!"

Zin in een scriptiecursus? Ga naar www.ivlos.uu.nl (kijk bij studievaardigheden)

Meer weten over de afstudeergroep? Maak een afspraak met een studentenpsycholoog voor een oriënterend gesprek. Neem contact op met het Studenten Service Centrum. (www.uu.nl/ssc, 030 253 7000)

KADER: (met het motto: hoe beperk je het scriptieleed IDEE met kniprandje en TEKST: voor je prikbord, wc, agenda of koelkast)

TIPS

IK KAN HET EN IK DOE HET!

(Zeg dit 10x hardop tegen jezelf en je kunt er weer tegenaan. Bron: Eva Keeris)

Praktische procestips (Bron: studentenpsycholoog Ineke Muller)

- Plan realistisch! Niemand kan ach uur effectief achter elkaar werken. Advies: werk in twee dagdelen, zodat je even weg kunt van je studieplek. Als je zegt 25 uur te willen studeren en je maakt er maar tien, stel je verwachtingen bij en plan anders.

- De studieplek (thuis, bieb, computerleerzaal): maak een keuze, denk na over de randvoorwaarden: waar moet de studieplek minimaal aan voldoen.

- Bewaar wat je hebt geschreven. Kijk er de volgende dag nog eens naar. Zonder twijfel zit er iets nuttigs in. Sommige mensen gooien tekst weg en schrijven vervolgens drie keer hetzelfde, dat is niet efficient.

- Schrijf aan het eind van de dag op waarmee je de volgende dag/keer mee verder kunt gaan.

- Maak lijstjes met ideeën en flarden: schrijf ze uit je hoofd. Doe dat ook met andere dingen, zoals de boodschappen. Zo voorkom je een hoofd dat overloopt.

- Zorg voor deadlines en lever in. Of wel: maak een planning met je begeleider.

- Tot slot voor alle perfectionisten: bedenk dat je geen perfect ding hoeft in te leveren. Je scriptie is juist om te LEREN!

Tips bij een schrijfblokkade (bron: IVLOS-docent Sophie Wils)

Ben je de draad kwijt?

- zet op een rijtje wat je wilt met een tekstgedeelte

- praat er met iemand over om je gedachten helder te krijgen

- ga eerst je gegevens beter ordenen

- stop de gegevens in je tas en schrijf uit je hoofd op wat je wél weet (vul dit later aan en corrigeer)

Blijf je hangen in de tekst?

- sla een zin over of typ gewoon wat in ("ik weet het even niet")

- begin met de volgende alinea

- schrijf een 'minder goede tekst' en kijk later hoe je hem kan verbeteren

Kom je niet aan het werk?

- verdeel de taak in kleine stappen en begin bij de eerste stap

- kies een geschikte plaats en een geschikt moment

- reserveer minimaal een dagdeel om te schrijven

- schrijf vooraf een samenvatting van de tekst die je wilt schrijven of begin bij de conclusie

- wissel veeleisende taken en routinetaken af