Mirjam Bikker

Ik heb altijd iets met politiek gehad. Als klein kind volgde ik al het nieuws. Bij mij zat het er vroeg in dat de wereld groter is dan alleen mijn klaslokaal of sportclub. Daarom ben ik ook Rechten gaan studeren; niet zo zeer met het plan om politicus te worden, maar meer om de publieke zaak te dienen. Als christen voel ik me geïnspireerd door wat ik lees in de bijbel. In onze samenleving is er zoveel behoefte aan barmhartigheid en saamhorigheid; dat geeft een drive. Vanuit dat idee kan het goed gebeuren dat je in de hulpverlening belandt of in de advocatuur. Of in het onderwijs. Zo is mijn moeder heel bewust leerkracht geworden.

Bij mij is het anders gelopen; ik zocht naast mijn studie Staats- en Bestuursrecht een leuk bijbaantje en de Christenunie in de Utrechtse gemeenteraad had toevallig een vacature voor fractiemedewerker. Dat was een baan voor acht uur in de week; prima te combineren met mijn studie en het bestuur van mijn studentenvereniging Sola Scriptura. Die heeft een gereformeerde grondslag.

Ik had daarvoor, in 2005, kort stage gelopen bij de Tweede Kamerfractie van de Christenunie. Dat was een hectische periode. Ik werkte mee aan de voorbereiding van Kamerdebatten, ik mocht een aantal keren een speech schrijven voor André Rouvoet. Je komt de meest uiteenlopende onderwerpen tegen, maar toen ik klaar was, merkte ik dat politiek wel echt bij me was gaan leven.

Die acht uur die ik voor de gemeenteraad werkte, werden er zestien. Vervolgens had de fractie van de Provinciale Staten iemand nodig; toen ging ik naar 24 uur in de week. Ik hield me bezig met welzijn, onderwijs en cultuur, later ook veiligheid. Inmiddels ging dat dus flink wat tijd kosten, maar mijn studie leed er niet onder. Het is een kwestie van goed je tijd afbakenen; het schrijven van een scriptie eist discipline en concentratie, politiek is een grote zak verstrooiing.

Op een dag belde iemand die de kieslijst van de Christenunie voor de gemeenteraadsverkiezingen samenstelde. Er staan meestal dertig mensen op zo'n lijst en ik kon me voorstellen dat ze ergens onderop graag een preses van een studentenvereniging wilden. Na het eerste gesprek werd ik meteen uitgenodigd voor een tweede. Bij mij was er nog geen belletje gaan rinkelen. De gesprekken die we voerden waren heftig; we spraken uitgebreid over mijn politieke ideeën en ambities. Maar ik dacht dat dat standaard was. Ik zag mezelf nog steeds ergens op de onderste helft van de lijst staan. Voor mij was het dus totaal onverwacht toen de kieslijstcommissie mij vroeg of ik me kandidaat wilde stellen als fractievoorzitter.

Mijn eerste reactie was niet 'hier gaan we eens even lekker tegen aan!' Ik vroeg me af of ik dit wel wilde en of ik het wel kon. Ik was pas 23 en ik had geen haast om carrière te maken. Maar van de mensen om mij heen kreeg ik positieve reacties; mijn vereniging vond het geweldig en het enige Christenunieraadslid zag het ook helemaal zitten.

Ik zou je niet precies kunnen vertellen waarom ik gevraagd ben lijsttrekker te worden. Vaak verwachten mensen bij een partij als de Christenunie een gereformeerde meneer met een scheiding, maar in Utrecht hebben we altijd bekend gestaan als een vrolijke en kritische partij. Ik denk dat dat bij mij past.

In campagnetijd kan je niet studeren. Je rent de hele dag van hot naar her; elke avond stond ik ergens in een buurtzaaltje te speechen, waar ik me overdag op moest voorbereiden. Als 23-jarige kun je niet verhullen dat je weinig politieke ervaring hebt en dat moet je dan ook niet willen. Dat neemt niet weg dat je je soms een broekie voelt. Zo was ik in Ondiep, op een bijeenkomst van bewoners van wie de huizen gesloopt zouden worden vanwege een herstructurering. De Christenunie was voor de herstructurering. Dus ik stond daar, 23 jaar, met snuivende mensen voor me, te praten over de sloop van huizen waar sommigen van hen al woonden voordat ik geboren was. Dat was wel even spannend.

Na afloop werd ik door verschillende mensen gecomplimenteerd. 'Hé wijffie', zei een oudere man. 'Ik ben het helemaal niet met je eens, maar je was wel eerlijk.' Nou, dat is het beste dat je kan doen.

De verkiezingsdag, 15 maart, was heel spannend. We hoopten op twee zetels. Toen de uitslag kwam van twee zetels ontplofte er een bom van vreugde. Er wordt nu nog steeds over gespeculeerd hoe groot de marge is waarmee we die tweede zetel behaald hebben. Sommigen zeggen zestig stemmen, anderen twintig.

Het afgelopen jaar is het heel goed gegaan met de Christenunie. Eerst in de gemeenteraadsverkiezingen, daarna in die van de Tweede Kamer. Voor dat succes zijn een paar oorzaken, denk ik. Eén belangrijke factor is André Rouvoet. Die spreekt veel mensen aan; hij is integer en heeft een duidelijk verhaal. Het huidige kabinet speelde ook mee. De harde aanpak van immigranten, de afbraak van sociale voorzieningen. Het sociale gezicht van de overheid leek verdwenen. Dat vind je bij ons wel terug.

Nu met de Provinciale Statenverkiezingen hopen we weer te groeien. Veel doen we niet met die campagne, het gebruikelijke werk zoals flyeren en folderen. We bemoeien ons er niet te veel mee, omdat het belangrijk is dat de Provinciale Statenfractie een eigen gezicht heeft. Te weinig mensen interesseren zich voor die verkiezingen - ze zijn toch wat minder sexy dan Tweede Kamerverkiezingen, terwijl ze toch de samenstelling van de Eerste Kamer bepalen.

Soms vinden mensen godsdienst in de politiek reuze griezelig, dan beginnen ze meteen over euthanasie en abortus. Maar als christen deelnemen aan de politiek betekent voor mij verantwoordelijkheid nemen in de maatschappij. Voor mij is essentieel dat God het leven heeft gewild. Dat is uitgangspunt nummer één. Daar vandaan kun je gaan kijken hoe je het beste voor iemand kunt zorgen, zonder alleen maar te denken aan het oneindig rekken van het leven van hele zieke mensen. Maar abortus en euthanasie zijn slechts twee onderwerpen. In ons partijprogramma staan zoveel andere dingen. Asielzoekersbeleid, milieu, hypotheekrenteaftrek. Noem maar op. Daar is niets griezeligs aan.

Nu tijdens de kabinetsformatie grappen mensen wel eens; 'En? Welk ministerschap krijg je?' Omdat het met tot nu toe allemaal redelijk is komen aanwaaien. Daar zie ik wel de hand van God is; ik wil hem dienen, en het maakt me eigenlijk niet uit of ik dat als politicus doe of als advocaat. Ik weet nog niet heel concreet wat mijn verdere ambities zijn, maar ik merk wel dat de politiek mijn hart heeft.

<ParaStyle:streamer>'Het schrijven van een scriptie eist discipline en concentratie, politiek is een grote zak verstrooiing'