Mollige alien-peuters veroveren de wereld



Een groot deel van de wereldbevolking kijkt dagelijks naarTeletubbies. Bijna iedereen zal er inmiddels van gehoord hebben. DeTeletubbies waren de commerciële hit van de afgelopenSinterklaas. Ook onder menig kerstboom zal dit jaar eenTeletubbie-speelgoed terecht komen. Toch nog even een korte uitlegvoor de hardwerkenden, en de mensen die lang op reis zijngeweest.

Teletubbies zijn zachte mollige alien-peuters met grote ogen,rubberen

voetzolen en een hazenlip. Ze vallen elkaar in de wolligearmpjes, eten

veel, slapen vaak en brabbelen een onnavolgbare peutertaal. EenAmerikaans columnist noemde ze 'het psychedelische addergebroed vanSatan'. Een ander meende dat ze het resultaat waren van eeuwenlangeinteelt na een nucleaire holocaust. Voor iedere peuter in dewesterse wereld zijn ze echter de verpersoonlijking van hetabsoluut goede.

Er zijn vier Teletubbies: Tinky Winky, Dipsy, Laa-Laa en Po. Zehebben

allemaal een soort antenne op het hoofd, en een televisieschermop de buik (vandaar de naam teletubbie, begrijpt u wel). Hoewel detubbies op het eerste gezicht volstrekt inwisselbaar zijn, blijkenze unieke individuen te zijn. Tinky Winky is de grootste: een soorthomoseksuele kleuter. Hij houdt ervan om met een rood handtasjerond te huppelen. (Op Internet wordt de suggestie dat Tinky Winky'off camera' een homoseksuele relatie heeft met Bert vanSesamstraat met klem tegengesproken.)

Teletubbie Dipsy is de meest ondernemende van het stel. Eenjongensdier dat ervan houdt om dingen 'aan te passen', door opknoppen te drukken en voorwerpen opnieuw te rangschikken. Laa-Laais een vrolijk meisjeswezen dat graag zingt. Po is een speedy meiddie het liefst rondbromt op haar scooter ('cooter') zonder remmen('uh-oh'). En Po is een beetje een potje. In de Engelse versie teltze soms in het Kantonees 'Ya, yi, sam, sae, mmm.' De teletubbiesleven in een soort bunker die zich half onder de grond bevindt.Daar woont ook hun huisdier Noo Noo: een stofzuiger met grappigeogen, die leuke zuiggeluiden maakt.

Sok

Speciaal aan de teletubbies zijn echter niet de malle karakters,maar het feit dat het programma speciaal werd ontwikkeld voorkinderen tussen de nul en twee jaar oud, zonder ook maar enigerekening te houden met de didactische wensen van verstandigeouders. Teletubbies bevat daarom allerlei ingrediënten die eentelevisie-uitzending voor ouderen saai maken: Veel herhalingen, ener gebeurt geen reet.

Zo bevat iedere aflevering een kort verhaaltje met 'echtemensen'. We zien bijvoorbeeld een vrouw op een stoel, die met eenstoute sok zit te praten. Zo'n type met persoonlijkheidsproblemenin een van oude lapjes gemaakte tita-toverbroekpak: 'Wat ben jijeen stoute sok'. Wanneer het filmpje eindelijk is afgelopen komende tubbies weer in beeld. 'Nog een keer, nog een keer', roepen zein koor. En dan komt, geloof het of geloof het niet, opnieuwhetzelfde filmpje met dezelfde stoute sok. Na twee keer ditverhaaltje volgt een avontuur van de tubbies zelf. En ze maken watmee. Soms vallen ze in slaap, een andere keer eten ze pudding('mmm'), of ze ruiken aan een bloem ('oei'). Living on the edge metde Teletubbies.

Vooral in de Verenigde Staten stuitten de Teletubbies opweerstand van

bezorgde oudercomité's. Waar immers bij een klassiekkinderprogramma als Sesamstraat de beginselen van het rekenen en detaal worden behandeld, daar doen de Teletubbies niet veel meer daneten, huppelen en slapen. Op zijn minst zouden jonge kinderenmoeten worden geconfronteerd met een formeel gebruik van despreektaal, en niet met zwakzinnige gebrabbel van een buitenaardsekleuter met een spraakgebrek. En Kantonees, daar zit ook niemand opte wachten. Dat is de mening van veel ouders.

Onterechte kritiek, volgens de tubbhisten. Anne Wood, degeestelijke moeder van de Teletubbies, wijst erop dat deontwikkeling van jonge kinderen meer behelst dan het louter lerentellen en leren spreken: 'Veel volwassenen houden zich bezig met dezaken die aan de oppervlakte van het leerproces liggen. De vroegestadia van het leren hebben te maken met fysieke actie enactiepatronen, en alle andere dingen die jonge kinderen doen. Hoekleine kinderen zich gedragen daar was geen aandacht voor. Wijhebben dat naar de oppervlakte gebracht met Teletubbies, en nureageert iedereen van: oh? Wat is dit?' Teletubbies heeft als doelom spontaan gedrag van peuters te stimuleren. Wood: 'Het isontworpen om de fysieke, cognitieve en sociale behoeften van hetkind te bevredigen.' Een kinderhand is snel gevuld, zullen we maarzeggen. En de bankrekening van Wood ook.

Of je het eens bent met de kiekeboe-filosofie van Wood, of niet,het heeft weinig zin om tegen de teletubbies te zijn. Ze bestaan enze gaan voorlopig niet meer weg. Oude babies en jonge kleutersvallen ervoor alsjonge donkere matrozen op een mooie blonde vrouw.Zelfs een van mijn twee poezen kijkt met stille bewondering naar deTeletubbies (De ander kijkt nooit televisie). En ook steeds meerouderen raken in de ban van de wondere wereld van de knuffels.

Je kunt je er dan ook maar het beste aan overgeven. En dat isniet moeilijk. De Teletubbie-beelden duiken direct je hersenstamin: enkele reis onderbewustzijn. Voor je het weet zit je ademlooste kijken hoe Tinky Winky kirrend naar Dipsy toehuppelt ('oei') ommet haar te gaan knuffelen ('uh oh'), terwijl konijntjes achteloosin het rond huppelen tussen kleurrijke bloemen. In Engeland was eral binnen enkele maanden sprake van een trouwe cult-aanhang. Deochtenduitzendingen werden gretig bekeken door dopeys die lekker'terug' wilden komen na een nachtje doorhalen op XTC. Ook inNederland begint zich een oudere aanhang uit te kristalliseren. Dekijkcijfers van het concurrerende koffietijd zijn reedsschrikbarend gedaald. Een kolfje naar de hand vancultuurpessimisten die deze gegevens zullen aangrijpen om deneergang van de westerse cultuur aan de vooravond van demilleniumwisseling te illustreren. De teletubbies zijn voor hen deverpersoonlijking van de naderende Apocalyps.

Po

Een van de oudere tubbieliefhebbers is de achtentwintigjarigestudent geografie Peter Oomen: "Fan is een te groot woord. Ik kijkhet en paar keer in de week. Het is rustgevend." Oomen werdlangzaam door het programma gegrepen. "Ik hoorde dat het bestond.Ik keek een keer uit nieuwsgierigheid, en nog een keer, en nog eenkeer." De student is de tubbies sindsdien blijven volgen: "Hetheeft een bepaalde aantrekkingskracht. Er zit waarschijnlijk tochmeer in dan je op het eerste gezicht zou denken."

Voor Oomen, evenals voor het grootste gedeelte van deliefhebbers, is de eigenwijze Po de favoriete tubbie. "Dipsy is eenbeetje nikszeggend. Die komt niet zo goed uit de verf. Tinky Winkyis een beetje het lulletje, maar ik heb geen hekel aan hem." Welirritant vind Oomen 'Baby Sun', de baby die in de zon zit en dehele tijd kirrende geluiden maakt als hij in beeld is.

Opmerkelijk is dat, waar de studenten zich tijdens de collegesbedenken wie hun favoriete Teletubbie is, de Nederlandsewetenschappelijke pedagogische wereld de Teletubbies vooralsnoglinks laat liggen. Zowel de professor Onderwijskunde LennartVriends, als doctor in de pedagogiek Bas Levering weten van hetbestaan af, maar ook niets meer. Zij wensen zich dan ook niet temengen in de discussie omtrent de pedagogische waarde van deTeletubbies.

Levering: "Ik heb het een keer gezien, op de BBC. Op basisdaarvan kan ik er niet veel over zeggen. Wij wetenschappers dieneneen afstandelijke positie in te nemen en niet me te huilen met dewolven in het media-bos."

Een ding is zeker: de toekomstige wetenschappers in de didactiekzullen zijn opgegroeid met de teletubbies. Timothy Leary, die ooithet plan opvatte om LSD in het drinkwater van New York doen, zalgrinniken in zijn graf.

'Tune in' op de Teletubbies-vibe voordat het te laat is, andersis dadelijk de generatiekloof niet meer te overzien.

Gerard Janssen