Na de studie blijven plakken in een studentenhuis: 'We groeien steeds verder uit elkaar'
Na de studie blijven plakken in een studentenhuis: 'We groeiensteeds verder uit elkaar'
Ze rijdt in een golf, heeft een mobiel en een laptop van dezaak, maar woont noodgedwongen nog in een studentenhuis. Haar naamis Liesbeth Kruisinga (27), fysisch geografe en werkzaam alsadviseuse bij een civiel-technisch adviesbureau. Haar kamer zit ineen typisch studentenhuis met oude bankstellen en een tv in dehuiskamer. In de keuken habgt een briefje met de tekst 'Wie zijnbeurt vergeet, krijgt een 'nog' smerigere keet'.
Liesbeth:"Ik had het tijdens mijn stage al gemerkt. Het is eengrote overgang, van het studentenleven naar het werkende leven. Alsje werkt heb je een heel ander ritme en je bent de hele dag bezig.Tussendoor kun je niet even dingen voor jezelf doen. Bovendienverdien ik nu in een keer goed en heb ik een auto en telefoon vande zaak.
"In het begin vond ik nog dat ik prima zat in mijn kamer.Vrienden zeiden al wel: 'Je gaat natuurlijk wel je hokje verlatennu je een baan hebt, h!' Dat idee is bij pas later en geleidelijkgekomen. Nu heb ik inderdaad de mogelijkheid om voor iets anders tekiezen: een leven met meer privacy, minder schimmels en meerruimte.
"Ik merk nu vooral dat ik steeds meer behoefte krijg aan rust.Ik leid echt een ren-je-rot leven. Ik heb een heel ander ritme dande rest van het huis. Ik moet vroeg op en ben laat thuis. Soms kaner alleen een 'hallo' en 'dag' af voor mijn huisgenoten. Ik hebgeen tijd meer om gezellig bij de televisie te zitten. Zo verliesik steeds meer het contact met mijn huisgenoten en groeien westeeds verder uit elkaar.
"Ik erger me nu ook meer aan kleine dingetjes dan vroeger. Mijnkamer grenst aan de huiskamer. Ik hoor de televisie, de stemmen. Erstaat nu sindskort een pingpongtafel en dat maakt natuurlijk ookeen hoop lawaai. Als ik naar de wc of de badkamer wil, moet iktussen de mensen en de televisie door. Een van mijn huisgenotenorganiseerde laatst een huisfeest op donderdag. De volgende dag hadik vergadering, dus toen ben ik bij mijn vriend gaan slapen. Somsis het laksheidgehalte hier in huis ook hoog. Ramen en deuren staanopen als er niemand thuis is.
"Aan de andere kant kan ik me wel goed voorstellen dat studentenaf en toe herrie willen maken 's avonds. Ik sliep als student ookniet vroeg. En misschien dat ze 's morgens weer wakker worden alsik een douche neem. Ik heb me er nu ook bij neergelegd. Mijnoordoppen werken aardig en ik heb besloten me er niet druk over temaken, maar me te orienteren op andere kamers. Het is alleen nietmakkelijk om iets te vinden. Ook worden er echt woekerprijzengevraagd voor huizen. Ik heb nu voor mezelf een limiet gesteld van500 euro huur per maand. Ik verwacht binnen een jaar iets anders tehebben. In gedachten ben ik al vertrekkende."
Spontane feestjes
Mensje Melchior (26) vindt het nog leuk in haar studentenhuis.Ze is afgestudeerd in de journalistiek en freelance-journaliste.Haar huis is doortrokken van een studentensfeer. Het tafelblad inde keuken is een deur, de bank was ooit van Mensjes oma. In de ganghangt een berg jassen, waarvan niemand weet van wie ze zijn.
Mensje: "Behalve dat ik mijn dag op een andere manier invul,zijn er veel dingen hetzelfde gebleven sinds ik ben gaan werken. Ikdoe nog dezelfde sport, ik vind nog dezelfde dingen leuk. En juistomdat ik nog in een studentenhuis woon, blijf ik van dezelfdedingen houden.
"Ik zit hier wel goed. Ik ben nog niet op zoek. Als freelancermoet ik elke maand maar weer zien hoeveel ik verdien. Maar ik zouook niet alleen willen wonen. Ik woon met hele leuke mensen en ikvind het heerlijk dat er iemand zit als ik thuiskom of dat er somsspontaan een feestje wordt gegeven.
"Het is ook een kwestie van instelling, vind ik. Ik kan goedrelativeren. Ik heb zoiets van: een huis voor mezelf zit er nugewoon even niet in. Helemaal niet met die ontzettende woningnoodin Utrecht. Ik vind dat ik hier genoeg privacy heb. Het huis waarwe wonen is groot genoeg. Bij ons geldt de ongeschreven regel datwe de deur van onze kamer open hebben staan als iedereen welkom is.Als de deur dicht is, moet je een goede reden hebben om iemand testoren. Verder heb ik nooit problemen dat er mensen aan het douchenzijn als ik wil of zo.
"Het is hier wel gehorig in huis. Mijn huisgenoten maken soms 'snachts muziek, spelen gitaar en zingen, maar dat vind ik niet erg.Het meisje dat hier vroeger woonde, kwam elke keer kwaad naarbeneden als ze de muziek hoorde. Maar als ik dat hoor, denk ik:leuk, gezellig, ze maken muziek. Ik doe mijn oordoppen in en slaapin met een glimlach.
"Het leeftijdsverschil is helemaal geen issue. Ik weet eigenlijkniet eens of mijn huisgenoten wel precies weten hoe oud ik ben. Ikmerk ook niet bij discussies over politiek of over het leven dat ikouder ben. Ik ben juist vaak onder de indruk van wat er gezegdwordt in discussies.
"Je merkt natuurlijk wel dat de rest een ander ritme heeft.Huisgenote Marleen kan vroeg opstaan, maar de jongens hebben echteen ander ritme. Dan ben ik al uren op en ga net wat eten als deanderen een keer uit bed komen en voor de buis gaan zitten. Danschiet soms wel door me heen: stelletje luilakken! Maar waarom zouik dat erg moeten vinden? Laat ze lekker. Zij kunnen het nog.
"Ik werk veel vanuit huis. Ik heb een computer op mijn kamer,een telefoon en internet en dat gaat prima. Alleen is er wel eensverwarring als andere mensen de telefoon opnemen als ik er nietben. Dan belt bijvoorbeeld de cheffin van een tijdschift op en danhoort ze: 'Met Rick.' 'Oh, ik denk dat ik verkeerd verbonden ben.''Wie zoekt u dan?' 'Mensje Melchior.' 'Die woont hier ook.' 'Oh.'Ik merk wel dat ik mensen niet wil lastig vallen met het feit datik thuis kantoor zit te houden. Vroeger zei ik er wat van als demuziek te hard stond als ik zat te bellen. Nu zeg ik daar juistniets van.
"Wat me wel heerlijk lijkt als ik een eigen appartement heb, isdat mijn rotzooi ook mijn rotzooi is. Laatst kwamen er tweevriendinnen van me langs, die al samen wonen en een leuk huisjehebben. Dan moet ik vantevoren echt een briefje ophangen 'Jongens,houd het netjes. Er komt straks bezoek'. Over een jaar ga ikwaarschijnlijk ook samenwonen, maar als ik dat niet zou doen danzou ik sowieso toch iets anders gaan zoeken. Niet dat ik weg wil,maar ik vind het toch wel triest om tot mijn dertigste in eenstudentenhuis te wonen."
Femke Schellekens
Meer huizen
Liesbeth en Mensje zijn geen tegenstanders van het idee omhuurders van een studentenkamer een tijdelijk huurcontract te geventot het behalen van de bul of het hbo-diploma. Maar, zeggen zeallebei, er moet dan wel wat te huren zijn voor afgestudeerden.
Liesbeth: "Ik vind het logisch dat afgestudeerden die nog vijfjaar na afstuderen in een studentenhuis wonen, omdat het zo lekkergoedkoop is, eruit moeten. Maar ik vind dat ze een ruime limietmoeten nemen en moeten zorgen dat er meer woonruimte komt. Andersverschuif je het probleem van woningtekort alleen maar naar eenandere groep."
Mensje: "Ik vind dat als die regel wordt ingevoerd er wel eenalternatief moet komen. Ze moeten iets vervangends regelen voor deafgestudeerden. Er zijn gewoon veel te weinig woningen en alles isveel te duur. Ik vind niet dat je centraal zo'n regel zou moetenstellen om het huis jong te houden. Want als iemand te ouwelijk isin vergelijking met de rest van het huis, zal dat probleem zichvanzelf wel oplossen. Dan laat zo'n huis dat echt wel merken."