'Nederland discrimineert met meeneembare studiefinanciering'

Dat meldt het blad Transfer op zijn website. De commissie wil Nederland zelfs aanklagen als de wet op de studiefinanciering niet wordt aangepast.

De Europese Commissie heeft inderdaad een ‘met redenen omkleed advies’ gestuurd waarin zij oproept de wet op de studiefinanciering te wijzigen, bevestigt OCW. Verder wil het ministerie er niets over kwijt. Het kan namelijk een zaak voor het Europese Hof worden en het proces “mag niet worden beïnvloed”, aldus een woordvoerder.

Voordat iemand Nederlandse studiefinanciering mag meenemen naar een buitenlandse instelling, moet hij minimaal drie van de voorafgaande zes jaar hier hebben gewoond: dit voorkomt bijvoorbeeld dat een Nederlander die al vijftien jaar lang in Spanje verblijft een beurs aanvraagt voor een studie in Barcelona. Zo iemand heeft eigenlijk geen ‘band’ meer met Nederland.

Voor burgers uit andere EU-landen (plus de EER en Zwitserland) geldt echter de eis dat ze vijf jaar onafgebroken in Nederland verbleven, legt de IB-groep uit. Als ze hier korter wonen, moeten zijzelf, hun ouders of hun geregistreerde partner minimaal 32 uur in de maand werken voordat ze studiefinanciering mogen aanvragen. Dat is één dag in de week.

Volgens Transfer wringt hier de schoen: werknemers uit EU-landen moeten overal dezelfde rechten hebben. Stel dat een Spanjaard met zijn achttienjarige zoon hierheen komt om te werken. Dan kan die zoon weliswaar een studiebeurs aanvragen, maar die mag hij niet meenemen naar een buitenlandse universiteit: hij woont hier immers nog geen drie jaar. De Europese Commissie vindt dat onderscheid niet terecht.

De vraag is bovendien wat het standpunt van de EC betekent voor buitenlandse studenten die hier 32 uur per maand werken en daarnaast studeren. Wat moeten zij doen als ze met hun beurs een semester naar het buitenland willen? Ze kunnen dan onmogelijk 32 uur in de maand in Nederland blijven werken.

Het is nog onduidelijk wat de gevolgen voor de meeneembare studiefinanciering zullen zijn. Het kan enige tijd duren voor er uitsluitsel over de kwestie komt. Het ministerie heeft een reactie naar de Europese Commissie gestuurd, maar durft niet te voorspellen wanneer er weer antwoord zou komen. En Europese rechtszaken slepen vaak jarenlang voort.

De afgelopen twee jaar hebben 734 burgers uit andere landen van de Europese Unie (of de EER of Zwitserland) Nederlandse studiefinanciering gekregen waarmee ze in het buitenland studeren. Zij voldeden aan de huidige criteria.

De Nuffic hoopt dat de meeneembare studiefinanciering ondanks alles behouden kan blijven. “Het zou raar zijn als een Europese regel ertoe leidt dat je niet kunt internationaliseren”, zegt een woordvoerder van de internationaliseringsorganisatie van het Nederlandse hoger onderwijs.

HOP