Nederlands huwelijksvermogensrecht behoeft aanpassing

Wie in Nederland trouwt in gemeenschap van goederen weet precieswaar hij aan toe is. Bij scheiding wordt het vermogen dat beidepartners voor en tijdens het huwelijk hebben vergaard opgeteld enieder krijgt de helft. Uit het oogpunt van de rechtszekerheid vande huwelijkspartners is een dergelijke verdeling duidelijk. Insommige gevallen kan deze regeling echter tot groteonrechtvaardigheid leiden. Neem bijvoorbeeld de extreme situatiewaarin een vermogend persoon trouwt met een veel minder vermogendepartner en de laatste na een half jaar een scheiding aanvraagt.Door te trouwen in gemeenschap van goederen loopt men bovendien hetrisico dat bij een eventueel faillissement van een van deechtelieden de partner mede aansprakelijk gesteld kan worden.

Steeds meer mensen -op dit moment zo'n dertig procent van allebruidsparen- maken gezien deze nadelen de weg naar de notaris omhuwelijkse voorwaarden vast te leggen.

Nederland is het enige land in Europa dat nog een striktegemeenschap van goederen als wettelijk systeem hanteert. Indecember 1997 publiceerde het ministerie van Justitie een rapportwaarin een aanpassing van het huidige stelsel vanhuwelijksvermogensrecht werd bepleit. Het Molengraaff Instituutwerd gevraagd een rechtsvergelijkend onderzoek uit te voeren naarhet huwelijksvermogensrecht in Denemarken, Duitsland, Engeland,Frankrijk, Italiƫ en Zweden. De resultaten werden afgelopenmaandag door de onderzoeksgroep met staatssecretaris Cohenbesproken en zullen als basis dienen voor een herziening van hetNederlandse stelsel.

Hoewel de onderzoekers niet de opdracht hadden om aanbevelingente doen durft mevr. mr. drs. A. Oderkerk, die samen met mevr. mr.B. Braat en mr. G. Steenhoff de onderzoeksgroep vormde, te stellendat het Scandinavische systeem "globaal gezien onze voorkeurverdient". "In Denemarken en Zweden wordt de rechter integenstelling tot de meeste Europese landen eenaanpassingsmogelijkheid toegekend waardoor in zeer onrechtvaardigesituaties tot een andere vermogensverdeling kan worden besloten danwaartoe de partners aanvankelijk zelf hadden gekozen. Dat lijkt onseengoede middenpositie tussen het Nederlandse stelsel en dat vanEngeland waar de rechter bij elke scheiding beoordeelt welkeverdeelsleutel gehanteerd moet worden." Oderkerk ziet nog een andervoordeel van het Scandinavische stelsel. Omdat in Denemarken enZweden sprake is van 'uitgestelde gemeenschap van goederen' blijvende vermogens tijdens het huwelijk gescheiden. Hierdoor kunnen bijeen faillissement van een van de echtelieden schuldeisers geenberoep doen op het vermogen van de partner.

XB