Nederlandse hoogleraren prefereren UU

Het is de derde keer dat Elsevier marktonderzoekinstituut NIPOde opdracht gaf studenten naar een oordeel over de kwaliteit vanhun opleiding te vragen. Eerder gebeurde dat in 1994 en 1996. Maarhet is voor het eerst dat Elsevier - via IOWO - ook de hooglerarenvroeg om een oordeel.

866 Hoogleraren, ruim een kwart van alle hoogleraren inNederland waaronder ruim de helft van alle faculteitsdecanen, dedenmee. Degenen die weigerden gaven als argument zich te weinig'expert' te voelen voor het uitspreken van een oordeel ofvraagtekens te hebben bij de methode van de schriftelijkeenquête. Anderen gaven aan wél een oordeel overwetenschappelijke prestaties van hun collega's te kunnen geven,maar niet over bijvoorbeeld hun doceercapaciteiten.

De professoren die wél meededen spreken zich uit overdertig opleidingen. Vraag was ondermeer: naar welke universiteitzou u uw kinderen studeren voor een studie op uw eigen vakgebied?Utrecht wordt het meest genoemd, de Erasmus Universiteit Rotterdamhet minst. De 'topopleidingen' in Utrecht zijn: wiskunde,informatica, natuurkunde, Nederlands, kunstgeschiedenis, sociologieen sociale geografie.

Een andere vraag luidde: wat zijn de criteria voor een goedeopleiding? De inhoud van het onderwijsprogramma telt het zwaarst,blijkt uit het onderzoek. Maar ook de kwaliteit van de staf, dewerkvormen, de faciliteiten, de onderzoekskwaliteit, hetinternationale aanzien en de communicatie met studenten vinden deprofessoren belangrijk.

Aan de NIPO-studentenenquête deden 7000 studenten mee; zijbeantwoordden ieder meer dan vijftig vragen over de twintigpopulairste studies. Daarmee bestrijkt het onderzoek ruim zestigprocent van alle studenten. Aan de 'jonge' universiteiten vanTwente en Maastricht lopen de meest tevreden studenten rond, blijktuit hun antwoorden. Maar ook Leiden en Groningen scoren goed. Deondervraagden hebben vooral kritiek op Nijmegen, Rotterdam en deUniversiteit van Amsterdam.

Utrecht zit naar het oordeel van de studenten bij demiddenmoot.Pedagogiek en Nederlands zijn in Utrecht goedestudierichtingen, Sociale geografie, Nederlands Recht enGeschiedenis doen het heel redelijk.

Elsevier vroeg de studenten tevens of ze enig idee hadden waaromzo weinig scholieren voor een bèta-studie kiezen? Daarop werdéén overduidelijke antwoord gegeven: het zijn te zwarestudies. Daardoor kom je in tijdnood, en dus in geldnood onder dehuidige prestatiebeurs. Dat het zou gaan om een imagoprobleemblijkt een fabeltje: slechts twee procent van de studenten denktdat scholieren bang zijn te worden uitgescholden voor 'nerd'.

AH