Negentig nieuwe gedichten van Gossaert ontdekt

Frederik Carel Gerretson (1884 - 1958) was vanaf 1917 verbonden aan de Bataafsche Petroleum Maatschappij (later Shell). In 1925 werd hij vanwege deze oliefirma benoemd tot bijzonder hoogleraar in de geschiedenis van Nederlandsch-Indie aan de zogeheten 'oliefaculteit'. Daar werden Indische bestuursambtenaren opgeleid met vakken als 'overzeese geschiedenis', 'adatrecht', 'volkenkunde' of 'oosterse talen'.

Landelijk genoot de conservatieve hoogleraar vooral bekendheid onder zijn literaire pseudoniem Geerten Gossaert. Tot nu toe was van deze dichter alleen de dichtbundel ’Experimenten’ bekend uit 1911, die afgelopen najaar in de serie Nederlandse Klassieken nog eens is herdrukt. In zijn laatste levensjaren heeft Gerretson zelf verschillende keren verklaard dat hij wel degelijk nog andere poëzie had geschreven, maar met die uitspraken is nooit iets gedaan.

Onlangs maakten Jaap Harskamp (conservator aan de British Library te Londen) en Reinier Salverda (directeur van de Fryske Akademy en hoogleraar aan het University College te Londen) via dagblad Trouw bekend. tijdens naspeuringen voor een bloemlezing over het einde van Indië in de Nederlandse poëzie, twee dichtbundels ontdekt te hebben die aantoonbaar van de hand van Gossaert zijn.

De beide bundels laten zien dat Gerretson zowel eind jaren twintig als eind jaren veertig nog als dichter actief is geweest. Uit die eerste periode stamt de symbolisch-religieuze bundel ‘Langs den weg’, uit de jaren veertig ‘Melati en rotan’, waarin Gossaert politiek-poetisch stelling neemt tegen het onafhankelijkheidsstreven van Indonesië. Beide bundels zijn geschreven onder het pseudoniem J.F. Kunst. In totaal gaat het om negentig onbekende gedichten, die volgend jaar heruitgegeven worden bij Athenaeum-Polak & Van Gennep.

AH