Nobelprijs geneeskunde werd voorzien
De toekenning van de Nobelprijs voor geneeskunde aan Andrew Fire en Craig Mello is onomstreden, zo blijkt uit alle reacties. De twee Amerikanen danken hun uitverkiezing aan de ontdekking in 1998 van 'RNA-interferentie', een natuurlijk mechanisme om genen uit te schakelen. Dat mechanisme, dat is gebaseerd op de werking van dubbelstrengs-RNA, ook wel 'silencing RNA' genoemd, heeft als functie om de cel te beschermen tegen indringers, zoals virussen.
Maar de min of meer toevallige ontdekking ervan door Fire en Mello tijdens hun onderzoek aan het wormpje C.elegans maakte duidelijk dat het mechanisme ook in ander opzicht grote mogelijkheden biedt. Zo gebruiken wetenschappers RNA-interferentie om bepaalde genen uit te schakelen en zo hun functie te onderzoeken. Daarnaast bestaat de hoop dat de vinding van de twee prijswinnaars zowel in de landbouw als in de geneeskunde zal leiden tot nieuwe middelen tegen virusinfecties en tegen ziekten met een genetische achtergrond zoals hart- en vaatziekten en kanker.
Plasterk kent beide winnaars goed, sinds hij met beiden in hetzelfde Engelse lab als postdoc heeft gewerkt. Al een jaar na de ontdekking publiceerde hij met Mello een back-to-back artikel over een specifieke toepassing van RNA-interferentie. Twee jaar geleden was hij als jurylid verantwoordelijk voor de uitreiking van de Heinekenprijs aan Andrew Fire.
"Een van mijn medewerkers moest maandagochtend met Andy bellen", zegt hij lachend, "We zijn bezig om een back-to-back artikel met hem in Science te krijgen en ze moest hem daar even over spreken. Het was de dag van de geneeskundeprijs, dus ik zei voor de grap tegen haar: probeer maar met een Zweeds accent te praten. Nog geen twee uur later bleek dat hij de prijs had gewonnen."