'Om half vijf hoorden we drup-drup op de tent'

De stapels foto's en dia's die derdejaars sterrenkundestudentenCees Bassa en Sander Bremmer bij zich hebben, vormen de stillegetuigen van het emotionele moment waarop de maan op 11 augustus inHongarije voor de zon schoof. Met acht Utrechtse studenten en eenFBU-busje waren ze een paar dagen eerder naar het Balaton-meervertrokken, want daar bestond volgens een prognose van Nasa degrootste kans op een onbewolkte hemel.

Cees Bassa grinnikt. "Je kunt je dus voorstellen hoe we onsvoelden toen we 's ochtends om half vijf drup-drup op de tenthoorden. Toch maakte ik me niet al te bezorgd, want ik zag eenbliksemflits en zo'n onweer duurt meestal geen halve dag."

Bassa kreeg gelijk, want hoewel er tien minuten voor de grotegebeurtenis nog wolken voor de zon dreven, klaarde de hemel op hetmoment suprème op en bood de Utrechtse studenten het begeerdeuitzicht op de zonnecorona. Wat dat betreft hadden zij meer gelukdan hun hoogleraar Frank Verbunt in de buurt van München. Diezag exact één minuut voor de verduistering een wolk voorde zon drijven. "Je kon van een kilometer verder het gejuich horen,toen daar de totaliteit een feit was, maar wij hebben nietsgezien," meldt hij treurig.

Bremmer en Bassa, die zelfs speciaal voor de gelegenheid eentelescoop had gekocht, hadden dus meer geluk en zijn op slagverslaafd geraakt aan het atmosferisch spektakel. "Het was echtfantastisch en we zijn nu plannen aan het maken om in juni 2001naar Afrika te gaan. In Hongarije was het al zo spookachtig om hetopeens donker te zien worden. Hoe moet dat daar dan wel nietzijn?"

EH