Onderwijsserie: 'We hebben één koe, en twee uur'

We trekken witte jassen aan. De tweedejaars studenten lopengelijk al nieuwsgierig, maar ook een beetje onwennig, om de koe.Docente anatomie, Liesbeth Dingboom, laat ze eerst een beetjewennen. Ik sta een tijd verdwaasd naar het beest te staren, in hetlokaal hangt een geur om draaierig van te worden. "Ik snap best datdit in eerste instantie eng is", zegt Dingboom. "Het is ook voorhet eerst dat de studenten zo'n groot dier zien hangen. We hebbenal eens de anatomie van een hond bekeken. En ook losse organen.Maar dat was toch anders. Deze koe hangt zo dat je haar bij wijzevan spreken in de wei ziet staan. Bovendien is het een groot dier.Dat maakt extra indruk."

De studenten gaan eerst op de stoeltjes aan de zijkant zitten.In het practicumlokaal staan ook stalen tafels waarop organenliggen. Maar die zijn niet vers en zo behandeld dat ze jaren alslesmateriaal mee kunnen. De koe is vers en kan daarom ook maar eenweek gebruikt worden als proefdier. Dingboom vertelt dat deze koevan de slachtmarkt komt en drie dagen geleden is ge-euthanaseerd.Het dier is eerst gefixeerd in alcohol en heeft toen in de koelinggelegen. Ze drukt de studenten op het hart dat ze zich niet moetenlaten intimideren. "We hebben één koe en twee uur", zegtze. "Benut die tijd goed om alles te bestuderen. Duik er lekkerin!"

De groep van twintig studenten moet zich in tweeënverdelen. De ene helft kan film kijken, die gaat over de anatomievan de koe, zodat er niet te veel studenten tegelijk om het dierheen staan. Maar de meerderheid is blijkbaar een beetje angstig enmeer dan de helft stormt naar het tweede lokaaltje omdat ze tochliever eerst film willen kijken.

Topografie

Eens in het jaar heeft de vakgroep anatomie van de faculteitDiergeneeskunde de beschikking over een koe. Een hele week wordtdaar intensief en optimaal gebruik van gemaakt. De studentenkrijgen tijdens deze bijzondere week dagelijks lessen anatomie overde koe. In de loop van de week wordt het dier steeds meeruitgekleed zodat dieperliggende organen zichtbaar worden. Dezeeerste dag is de opbouw van de hals, de borst en de buikwand en deopbouw van de uier zichtbaar. Aan de hand van een vragenlijstbetasten de studenten de organen enribben. Dingboom geeftvoortdurend toelichting en laat de studenten zien hoe ze moetenkijken.

"We willen natuurlijk een minimaal gebruik van proefdieren",zegt Dingboom. "Maar om de anatomie te leren is het hebben van eenproefdier erg nuttig. Uit een boek kan je wel leren welke organener zijn maar voor de topografie, dus waar die organen zichbevinden, is een tastbaar dier beter. De studenten moeten weten watze waar tegen kunnen komen als ze een koe onderzoeken of in een koegaan snijden. Waar ze moeten verdoven." Dingboom is zelf dierenartsen nog maar zes jaar docent. In de praktijk merkt ze hoe belangrijkanatomieonderwijs is. "Lesgeven is een mooie gelegenheid om zelf destof nog eens te herhalen", lacht ze. "Ik doe hard mijn best om destudenten het belang van de anatomielessen te laten inzien."

De andere groep is na een halfuurtje al klaar met de film.Studente Maaike van den Berg schrikt er niet voor terug om aan deorganen te voelen. "Inmiddels ben ik het wel gewend", zegt zewijzend naar de koe. "Het wordt langzaam opgebouwd. In het eerstejaar hebben we een biggetje bekeken en ook een hondje. Maar dielagen op tafel. Ook hebben we alle organen van de koe al eens losgezien. Maar dit is wel weer een stap verder. En vind je 'tstinken? Ach welnee, dan heb je nog nooit een preparaat van darmengeroken!"

Omdat de koe speciaal voor de les ge-euthanaseerd is, voelenveel studenten extra verantwoordelijkheid om de les goed voor tebereiden en er zoveel mogelijk van te leren. Maaike vind heteigenlijk heel erg leuk om op deze manier de praktijk te zien. "Hetis lekker klinisch en tastbaar, dat vind ik er goed aan. Zo kan jeje veel beter een beeld vormen."

"Ja, en als je thuis komt, kun je bij je eigen kat ook al diedingen voelen", valt Christa Bodaan haar bij. "Maar het blijft hoedan ook gek om hiervoor een dier dood te maken, terwijl je juistwilt, vanuit je beroep als dierarts, dat het blijft leven."

Feestmuts

Al snel ontstaat er rond de koe een discusie. "Ik vind het tocherg dat ze die speciaal voor ons afmaken", laat een meisje vallenterwijl ze over de kop, die nog intact is, aait. "Ja, het idee iswel raar. Maar ze moeten anders toch naar de slacht", zegt eenander. "Dankzij de medewerking van deze koe kunnen wij later anderedieren helpen", zegt Maaike. En daar leggen de meesten zich bijneer.

"Iedereen heeft hier iets met dieren", legt Christa verder uit."Dus je weet ook dat iedereen er dan zorgvuldig mee omgaat. Alleonvermijdelijke grapjes zijn natuurlijk wel al een keer gemaakt,zoals de proefhond een feestmuts of een bril opzetten. Ach ja. Inhet eerstejaar hadden we in groepjes van vier een hond gekregenwaarbij we ongeveer op dezelfde manier als bij deze koe de organenmoesten zoeken. Je went eraan. Diezelfde hond gebruikten wemeerdere keren voor verschillende vakken. We gaven hem op den duurook een naam. Het was echt onze hond. Hij had zo'n lief snoetje.Maar op een gegeven moment kijk je daar niet meer naar. Ik weet nogdat we de eerste dag van dat trimester gingen rennen voor een nietzo vette hond. Dan hoefde je er minder troep uit te halen."

Na een uur 'lekker plukken' aan de koe roept Dingboom haarstudenten bij elkaar voor een plenaire bespreking. Ze heeft destudenten bewust eerst zelf laten ontdekken en voelen aan het dier.Nu is het tijd om gerichter te kijken. Stuk voor stuk gaat Dingboomde verschillende onderdelen af. Ze legt ook uit hoe je het besteeen verdoving plaatst. Het doet er volgens haar niet zoveel toe hoeelk deel precies heet, als de studenten maar weten wat ze kunnentegenkomen. Een praktische instelling.

Dan is het drie uur. De anatomieles is omgevlogen. Denabespreking gaat vlot, maar een enkele student heeft een vraag. Demeesten vonden het fascinerend. Dan worden de bebloede handschoenenuitgetrokken en de handen grondig gewassen. Na deze les hebben zenog een week anatomie van de koe te goed. "Maar we hebben nu enkelde meest oppervlakkige delen gezien", zegt Dingboom tot slot."Morgen gaan we pas echt de diepte in."

Joyce Vanhommerig