Onderzoekscholen vaak overbodig

Dat schrijft de Twentse bestuurskundige Jeroen Bartelse in eenstudie waarop hij deze week promoveert. Bartelse wilde weten waaromonderzoekscholen in het ene vakgebied wortel hebben

geschoten en in het andere niet.

'Omdat de onderzoekschool niet overal past bij de traditionelegang van zaken in een vak', luidt het antwoord van Bartelse. Enóók omdat het ene vak er iets bij te winnen had en hetandere niet. Voor een deel van de wetenschap is de onderzoekschoolofwel overbodig ofwel niet geschikt.

"Neem de chemie", zegt Bartelse. "Daar bestonden al genoegstructuren. Onderzoekschool worden was daar een nieuw label, meerniet. Bij rechten - met zijn individualistische onderzoekscultuur -past de onderzoekschool niet en werd die soms nauwelijks van belanggeacht."

Ritzen had er beter aan gedaan die verscheidenheid ruimte tebieden, vindt Bartelse. Hij had niet moeten voorschrijven wat eenonderzoekschool precies is. "In plaats daarvan had hij beterafspraken kunnen maken over wat hij wilde bereiken. Bijvoorbeeld intermen van aantallen promoties en dergelijke. Zo zou hij het veldgedwongen hebben tot creatief nadenken over de bestestructuur."

Ondanks alles zijn er nog ruim honderd onderzoekscholen van degrond gekomen. Die groei heeft een sterke push gehad, zegtBartelse, doordat onderzoekscholen profijt opleverden. "Zo'n schoolleek nodig om niet uit de boot te vallen en om mee te dingen naargeld voor toponderzoek. Daarom heeft men zich soms in vreemdebochten gewrongen om te passen in de geldende omschrijving van wateen onderzoekschool is." Tot frustratie van de betrokkenonderzoekers.

Dat een aantal onderzoeksgroepen niet langer waarde hecht aan deerkenning als onderzoekschool, verbaast Bartelse dan ook niets."Die zien waarschijnlijk in dat ze toch geen kans maken om alstoponderzoek erkend te worden. Waarom zouden ze dan nog al diemoeite doen om aan de voorschriften van anderen te voldoen?"

HO, HOP