'Ook de grootste nerd moet iets weten van duurzame ontwikkeling'




Het onderwijs kan nog véélgroener

'Ook de grootste nerd moet iets weten van duurzameontwikkeling'

De milieu-aspecten van het oud-Romeinse recht. Ofduurzame ontwikkeling in de Keltische literatuur. De UniversiteitUtrecht heeft het Copernicus-handvest ondertekend, en dat betekentdat elke studie een groen sausje moet krijgen. Maar hoewel er opmilieugebied best het één en ander gebeurt in Utrecht,komt die algehele onderwijsvergroening nauwelijks van degrond.

'Een vergeten ideologie?' Dat was de ondertitel vanéén van de Tuinkamerlezingen die Studium Generale en deUtrechtse Studenten Federatie (USF) begin dit jaar organiseerden."Destijds besteedde rector-magnificus Van Ginkel veel aandacht aanduurzame ontwikkeling in het onderwijs", zegt Ineke den Heijer vanUSF. "Of het ermee te maken heeft weet ik niet, maar sinds hij wegis hoor ik veel mensen zeggen dat het milieu vergeten wordt." VoorIneke's eigen studie, Planologie, geldt dat niet. "Zeker in deeerste twee jaar heb ik veel vakken gehad over duurzameontwikkeling: bevolkingsvraagstukken, voedsel, armoede. Ik vindmijn eigen studie eigenlijk best groen."

Ineke is één van de weinigen die dat kan zeggen. Overhet algemeen komt er van greening the curricula - zoals het mottoflitsend luidt - weinig terecht. "Het valt me nogal tegen",oordeelt Oscar van Vliet, student Schei- en Milieukunde en tevensvoorzitter van het Universitair Milieu Platform (UMP). "Er zijnniet zo heel veel studies die aandacht besteden aan duurzameontwikkeling. Het is een algemeen probleem bij veel faculteiten: devakgebonden stof wordt steeds meer, want iedere wetenschap schrijdtverder. Al die kennis moet in het curriculum worden gepropt. Alsdaar dan ook nog eens het milieu bij moet, kun je je voorstellenhoe docenten die hun eigen vakgebied het belangrijkst vinden,zullen reageren. Vooral bij de bèta-faculteiten is iedereenerg in zijn eigen straatje bezig."

Handvest

Greening the curricula is één van de drie doelen diede Universiteit Utrecht zichzelf heeft gesteld op het gebied vangroen onderwijs. Het begon met het Copernicus-handvest, dat de UU(inde persoon van Van Ginkel) destijds als één van deeersten tekende. Dit handvest, dat onderschreven is door meer dan250 Europese universiteiten, telt tien actiepunten voor duurzameontwikkeling. Om het niet bij mooie woorden te laten, heeft de UUde Copernicus-ideeën verwerkt in haar ontwikkelingsplan.Volgens dit plan moet de Utrechtse duurzaamheid op drie niveausvorm krijgen. In de eerste plaats wordt Milieukunde eenvolwaardige, interdisciplinaire, driejarige bovenbouwstudie. Tentweede worden bij andere studies voor de liefhebbers 'groenestudiepaden' ingevoerd. De derde stap, greening the curricula,houdt in dat iedere student aan iedere opleiding iets meekrijgt vanduurzame ontwikkeling.

De volwaardige opleiding Milieukunde is bijna een feit, en ookaan de groene studiepaden (zoals Milieubiologie, Milieurecht,Veterinaire Milieukunde) wordt hard gewerkt. Maar hetstandaard-curriculum van de doorsnee-student wordt nauwelijksgroener, constateert UMP-voorzitter Oscar van Vliet tot zijn spijt."Natuurlijk hoeft niet iedereen bezig te zijn met het oplossen vanmilieuproblemen; daar zijn milieukundigen voor. Je hoeft ook nietin een boomhut te gaan leven. Maar het is wel belangrijk dat elkeacademicus iets weet van de uitdagingen waar onze maatschappij voorstaat. Ik wil geen predikant zijn, maar studenten moeten eenkritische lange termijnvisie ontwikkelen. Dat is trouwens bijnahetzelfde als 'academische vorming'."

Hoe groen moeten de curricula dan zijn? "Tien procent moetkunnen", antwoordt Oscar stellig. "Zestien van de 168 studiepunten.Ook de grootste technische nerd moet iets weten van duurzameontwikkeling. De universiteit is er tenslotte niet om couchpotatoes op te leiden."

De werkelijkheid is echter weerbarstiger, enkele goedevoorbeelden ten spijt (zie kaders). Faculteiten en vakgroepen zijntot op grote hoogte autonoom bij het invullen van de curricula. Inde praktijk krijgen de studies veel kleuren, behalve groen. Oscarsuggereert de Amsterdamse methode, waarbij een soort lobbyistnamens het college van bestuur bij de docenten langs gaat om samente bespreken welke groene mogelijkheden er zijn. En als dat nietwerkt ("want er zijn altijd vakidioten die blijven dwarsliggen"),weet Oscar nog wel een laatste redmiddel: "Als het vanuit hetcentrale niveau gewoon wordt doorgedrukt, dan zal men het slikken.Dat zie je met alles. Het kan een jaar of wat duren, maar dan komtdie onderwijsvergroening er echt wel."

"Een bijzonder onzinnige suggestie", reageert Erwin Vermeulen.Als directeur Onderwijs van het Universitair Strategisch Programmais Vermeulen belast met een deel van de uitvoering van hetontwikkelingsplan. "Stel je voor: we betalen wetenschappers omkritisch te zijn, en dan gaan we zoiets doordrukken? Dat kan tochniet!" Tegelijkertijd erkent Vermeulen dat hij nog geen 'handzamestrategie' heeft gevondenom het onderwijs over de hele linie tevergroenen. "Veel studenten zitten er misschien helemaal niet op tewachten om elke keer met duurzame ontwikkeling geconfronteerd teworden. Bovendien is onze invloed beperkt. We kunnen alleen werkenaan vergroting van het draagvlak."

"Persoonlijk vind ik groene studiepaden overigens belangrijkerdan greening the curricula", vervolgt Vermeulen. "Neem bijvoorbeeldScheikunde. Er bestaat nog steeds geen studierichting Milieuchemie.Het zou mooi zijn als het ons lukt om die variant te starten -aangenomen dat daar ook studenten voor zijn. Want studenten stemmenmet hun voeten."

Toch blijft, naast de groene studiepaden, ook het streven naargreening the curricula bestaan. Vermeulen: "Ja, we hebben hetbeloofd met die beroemde handtekening (onder hetCopernicus-handvest - red.). We worden dan ook regelmatig geplaagddoor groeperingen die vinden dat de UU niet genoeg doet. Natuurlijkkun je altijd méér doen, maar ik word er wel een beetjemoe van." Vermeulen doet een greep uit de dingen die deuniversiteit allemaal wél gerealiseerd of ondersteund heeft:de oprichting van het Copernicus-instituut (een nationaal centrumvoor milieukundig onderzoek), het klimaatcentrum van professorCrutzen, een uitgebreide ("maar bijzonder slecht bezochte")lezingencyclus van Studium Generale over duurzame ontwikkeling ende nieuwe opzet van de studie Milieukunde. Bovendien heeft hetEducatorium onlangs een prijs gewonnen wegens ecologischbeheer.

"En greening the curricula komt ook nog wel op de agenda",besluit Vermeulen optimistisch. "We hebben nog geen goede strategiekunnen vinden, maar ik ben absoluut niet bang dat het niet zallukken."

Christiaan Bonebakker