Oorlog beheerst leven Afghaanse vluchtelingstudent: 'Zonder slaappil kan ik niet meer slapen'

Oorlog beheerst leven Afghaanse vluchtelingstudent: 'Zonderslaappil kan ik niet meer slapen'

"Ik kan zonder een slaappil niet in slaap komen en heb sinds heteerste bombardement op Afghanistan geen boek meer aangeraakt.Terwijl ik normaal gesproken vijftien paginas per dag lees. Ik kijknu alleen maar televisie", verzucht Qudratullah Alikhil (30) in dewoonkamer van zijn nieuwe huis in Soesterberg. Zijn vrouw zit stilnaast hem en staart af en toe naar de televisie die zachtjes aanstaat. Het is herfstvakantie en hun vier kinderen, twee meisjes entwee jongens tussen de vijf en de twaalf jaar, kijken afwisselendnaar tekenfilms, CNN en BBC World waar verslag wordt gedaan van hetlaatste nieuws uit Afghanistan. "Ik ben blij dat ik overdag werk,er is nu veel spanning thuis en dat is moeilijk", vervolgt Alikhilhet gesprek. Hij heeft een zus in Kabul waar hij al drie jaar nietsmeer van heeft gehoord en zijn ouders zijn eerder dit jaar naarPakistan gevlucht.

Toch staat Alikhil achter de bombardementen van Amerika omdathet hem hoop geeft op betere tijden voor Afghanistan. "Al twintigjaar worden er iedere dag Afghanen vermoord voor niets. Ook nuzullen Afghanen sterven maar dat dient tenminste een doel: deTaliban verdrijven. Het maakt niet uit wie er daarna aan de machtkomt, zolang het maar iemand is met goede bedoelingen die vredebrengt. Afghanistan was een heel mooi land, maar na 22 jaar oorlogis het een puinhoop "

Alikhil maakt zich wel zorgen over de plannen om de NoordelijkeAlliantie aan de macht te helpen. "Deze zogenaamde NoordelijkeAlliantie of de mujahedien zijn net zo schuldig als de Taliban, zijhebben net zulke slechte dingen gedaan." De Afghaan vertelt hoe hijop zeventienjarige leeftijd naar Kabul ging om te trouwen en hoehij vervolgens ontvoerd werd door de mujahedien. De mujahedien isde benaming voor de verschillende islamitische strijdgroepen die,nadat ze in 1989 de Sovjet-bezetters het land uit hadden gejaagd,tegen elkaar begonnen te vechten. "Ik was student en volgens henook anti-islamistisch en ze hebben mij vijf dagen vastgehoudentotdat mijn vader een grote som geld betaalde. Ik heb met mijneigen ogen gezien hoe ze bij jonge mensen spijkers in hun gezichthamerden en meisjes verkrachten."

Schuilkelders

Alikhil komt uit een hoogopgeleide familie. Zijn broers warenleraar en gynaecoloog en zijn vader was journalist. De familieAlikhil woonde in een groot huis met een prachtige rozentuin. Dathuis werd in de jaren die volgden steeds meer beschadigd door degevechten en is nu compleet vernield.

Toen Alikhil zeventien jaar was ging hij studeren in Kabul om tevoorkomen dat hij in het leger moest en trouwde hij met zijnhuidige vrouw die zijn ouders voor hem hadden uitgekozen. Voordatde mujahedien kwamen in 1992, was het relatief rustig in de steden.De Afghaan blikt terug: "Het was toen prachtig: jongens en meisjeszaten naast elkaar tijdens de colleges op de universiteit en demeisjes hadden zelfs jurken aan met blote benen." In 1992veranderde alles. De mujahedien veroverden Kabul en deverschillende groepen strijders begonnen met elkaar te vechten. Inieder huis en ook op de universiteit waren gaten onder de grondgegraven om in te schuilen wanneer er werd gebombardeerd. "Iederedag waren er s ochtends en s middags aanvallen en moesten we deschuilkelders in, ook op de universiteit. Wanneer het een keerrustig was vonden wij dat vreemd", zegt de Afghaan glimlachend.

Vanaf 1994 kwamen vanuit Pakistan de koranstudenten, de Taliban,en veroverden Afghanistan. In het begin waren de Afghanen blij metde rust die de Taliban met zich mee brachten. "Kabul was eenslagveld, de mujahedien hadden zulke vreselijke dingen gedaan datde mensen de Taliban aanvaarden. Ze dachten: 'iedereen die voorvrede kan zorgen is welkom zolang ik maar een beetje geld kanverdienen om brood voor mijn kind te kopen'", legt Alikhil uit. Alsarts had hij al snel last van de Taliban. Hij had in Jalalabad, datin 1996 door de Taliban werd veroverd, een eigen praktijk in eenziekenhuis en een apotheek. Het werd al snel moeilijker om vrouwenen hun kinderen te behandelen, todat dat helemaal verboden werd.Alikhils vrouw was lerares maar mocht haar beroep niet meeruitoefenen en zijn twee dochters mochten ook niet meer naar school.Ze moesten de hele dag thuis zitten. Zelf moest hij zijn baard langlaten groeien. "Dat was een hele moeilijke tijd", zegt Alikhilsomber. Toch bleef hij proberen zijn werk als arts zo goed mogelijkte doen. "Artsen hebben een bord boven hun huisdeur hangen waaropstaat dat je dokter bent en bereid bent iedere patient te helpen.Vaak kwamen familieleden van vrouwen die ziek waren om hulp vragenen ging ik naar ze toe."

Verdewenen

Alikhil zat bij een ondergrondse politieke partij. Welke wil hijniet zeggen omdat hij misschien dan ook in Nederland gevaar loopt."In Nederland zitten Afghanen uit alle verschillende groepen die inAfghanistan tegen elkaar vechten. Iedereen denkt aan zijn eigenpartij en niemand denkt aan Afghanistan. Daarom ga ik zo minmogelijk met Afghanen om." De ondergrondse partij bestond uitmensen die in opstand wilden komen tegen de Taliban. "Mijn broerzat er ook bij, maar je praatte er nooit over omdat je bang wasmensen in gevaar te brengen. Hij is uiteindelijk vermoord door deTaliban". Een andere broer die 22 jaar geleden is verdwenen zat ookbij een ondergrondse politieke partij. Alikhil wist op tijd teontkomen en vluchtte eind 1997 naar Pakistan, de rest van zijnfamilie achterlatend. "Ik wist dat het in Pakistan, met veelTaliban aanhangers ook niet veilig was en heb zo snel mogelijk hetvliegtuig naar Kazachstan genomen". Met de hulp vanmensensmokkelaars is hij via Kazachstan, Rusland, Oekrane,Hongarije naar Nederland gekomen. Het was een barre tocht vanvierenhalve maand.

In Nederland aangekomen in maart 1999 deed Alikhil erg zijn bestom snel de taal te leren. "Ik wilde dolgraag mijn oude vak weeruitoefenen en daarvoor moest ik opnieuw gaan studeren. Dat konalleen als ik goed Nederlands sprak en een vluchtelingenstatushad." Het duurde een jaar voordat Alikhil werd geaccepteerd alsvluchteling en zijn status kreeg. Via het UAF, de stichting voorvluchtelingstudenten, ging Alikhil geneeskunde studeren aan deUniversiteit Utrecht.

Ondertussen had een man van Vluchtelingenwerk, die zag dat deAfghaan in het asielzoekerscentrum niet kon studeren, hem in zijnhuis opgenomen. Het studeren was zwaar maar ging goed en nu looptAlikhil co-schappen in een ziekenhuis in Zeist en hoopt hij inmaart 2003 klaar te zijn met de studie en weer te gaan werken alsarts. Hij voelt zich verantwoordelijk voor zijn familie. Zijn vrouwen kinderen konden zeven maanden geleden naar Nederland komen, maarhij heeft geen toestemming om zijn ouders uit Pakistan te latenoverkomen omdat hij te weinig inkomsten heeft. "Sinds het begin vande aanval op Afghanistan door Amerika heb ik mijn ouders niet meergesproken. Ook maak ik me zorgen over mijn zus die nog inAfghanistan zit, ik heb haar al een hele tijd niets meer van haargehoord. Tegen mijn vrouw zeg ik dat alles in orde is, maar ik kaner zelf niet meer van slapen."

Marieke Feringa