Op naar goede relaties en een positieve grondhouding

Zevende conferentie Onderwijs Meester heeft als thema: binding

"Wij hebben bij Rechten een onderwijsdag gehad waar studenten kwamen vertellen wat zij van het onderwijs vonden. Ik vond het zeer opmerkelijk om te moeten constateren dat die dag voor veel docenten een eye-opener was. "Krijgen die docenten nooit iets te horen van hun studenten, vraag ik me dan af."

Aan het woord is prof.mr. Henk Kummeling, voorzitter van de universitaire Adviescommissie Kwaliteit Onderwijs (ACKO) en medeorganisator van de conferentie 'Onderwijs Meester', die ditjaar zal plaatsvinden op 26 februari. Met zijn voorbeeld geeft de jurist aan dat er in de relatie tussen student en docent nog wel het een en ander te verbeteren valt. Een goede relatie is nodig omdat de band die studenten met hun universiteit hebben - zo bleek onlangs nog eens uit een onderzoek naar de beeldvorming van de UU onder afgestudeerden -, zich vooral op kleine schaal afspeelt: de band met de docenten, met de vakgroep, met de gezelligheidsvereniging.

"Het is toch triest", vult studentlid van de ACKO Elisabeth Pietermaat aan, "dat vwo'ers naar de universiteit komen met het idee: "Nu gaat het gebeuren!", en dat na vijf weken dat enthousiasme isweggeëbt. Hoe komt dat, vraag je je dan af. Welke opvangkrijgen ze hier? Worden zij hier - nadat op de middelbare schoolelke docent hen bij naam en toenaam kende - opeens een nummer?Wordt in het onderwijs met de meest saaie vakken begonnen? Zijn dekeuzemogelijkheden wel bekend? En kun jij je nog herinneren dat jevoor het eerst De Uithof binnenreed? Dat is toch ook geenhalleluja-entree voor een nieuw leven?"

'Binding' en 'betrokkenheid' zijn dan ook de slogans die de ACKOdit jaar

op de agenda van de conferentie heeft geplaatst: de bindingtussen de

universiteit en haar studenten en docenten, de binding tussenstudenten en docenten, én de binding tussen studentenonderling en docenten onderling.

"De universiteit moet gewoon 'leuker' worden", vindt Pietermaat."Dat

enthousiasme van binnenkomende studenten moet vastgehoudenworden.Studeren aan de universiteit Utrecht moet iets 'extra's'zijn. Nu is daar nog weinig sprake van. Er is nauwelijks bindingmet de UU; als die er al is, dan met je studentenhuis of sportclub.Het probleem daarbij is: hoe organiseer je massaliteit op eenkleinschalige wijze en met beperkte middelen?"

Inspiratie

De samenscholing die Onderwijs Meester de afgelopen zes jarengeworden is, kan daar een steentje aan bijdragen, vindt Kummeling."Als je me vraagt naar de zin van dergelijke conferenties, dan moetdie vooral gezocht worden onder het kopje 'inspiratie'. Docenten enstudenten die de conferenties bijwonen komen met vakbroeders incontact, ze worden op ideeën gebracht, krijgen voorbeelden uitandere faculteiten voorgeschoteld. Kortom: ze leren van elkaar enmerken niet telkens zélf het wiel te moeten uitvinden. Nietdat nu opeens een hele universitaire onderwijstraditie omgaat, maarideeën sijpelen wél door: wat tijdens de conferentie vanvorig jaar met als thema het 'Utrechts Onderwijsgezicht' gezegd isover toetsing heeft veel teweeg gebracht."

Pietermaat: "Die conferentie is inderdaad vooral zinnig voorde

uitwisseling. Beleidsmakers horen hoe het er in het veld nuwerkelijk aan toe gaat. En mensen die het moeten doen vinden elkaarop die dag.

Moeilijkheid blijft echter om de gewone student te bereiken, ookal staat die hele dag in het teken van hún onderwijs.Misschien was het programma in het verleden ook wel watinteressanter voor docenten en beleidsmakers. Maar ik hoop dat datdit jaar in ieder geval niet zo ervaren wordt. We hebben immersniet zozeer gekozen voor de workshop waarin de deskundige vertelthoe het zou moeten, maar voor een aanpak waarbij docenten enstudenten zélf vertellen hoe ze werken."

Binding

Is het niet zo dat in februari voor het zevende jaar insuccessie op 'differentiatie en academische vorming' wordtdoorgeborduurd, thema's die al tijdens de eerste conferentie op dekaart zijn gezet?

Kummeling: "We hebben ons als ACKO dit jaar dan ook afgevraagdof zo'n

grote conferentie wel de aangewezen weg is. Maar we wilden tochgraag dat dit jaar nog een bijdrage werd geleverd aan de poging omde

onderwijsthema's die voor de UU relevant zijn, goed in beeldbrengen. De

komende jaren moeten we meer de nadruk gaan leggen op deimplementatie.

"Ideeën genoeg. Maar dan...? Hoe laat je zien dat items alsduale leerwegen, tutorsystemen, toetsingsvariatie,niveaudifferentiatie en

dergelijke niet alleen beleidsthema's zijn, maar onderwerpenwaarmee je concreet op de werkvloer aan de slag kunt? Dievertaalslag naar de

onderwijspraktijk, dat is de stap voor volgende jaren. Maar hetis

duidelijk dat voor het maken van die vertaalslag er nog gekekenmoet worden naar de binding tussen student en docent bijvoorbeeld.D''r moeten we het nog over hebben: wat doe je met overvollecollegezalen, wat doe je met een student die schroomt om bij eendocent binnen te stappen, hoe pak je eenstudentenloopbaan-begeleiding aan... dat soort vragen."

Maar is binding wel écht een thema? Menige docent zoekt metzijn studenten na afloop van een werkcollege toch de kroeg op. Ofhij begeleidt studenten heel intensief en persoonlijk bij hundoctoraalscriptie. "Best mogelijk dat 'binding' tijdens deeinddoctoraalfase niet meer zo'n issue is, maar op heel veelfaculteiten aan het begin van een studie des te meer", meentKummeling. "Je raakt goede mensen kwijt als je niet zorgt voor eeneerste goede opvang. En je krijgt de mensen niet via een verwijzingop de goede plaats als je ze helemaal niet kent. Voor veel van dienieuwkomers is de UU toch een amorf geheel waar ze maar moeilijkdoorheen kunnen breken; een

gigantisch instituut waarbinnen ze colleges volgen, boekenlezen, kennis

reproduceren en tentamen doen. Dat is niet erg enthousiasmerend.Maar het gaat ons bij Onderwijs Meester niet alléén omdidactische werkvormen; wat tevens nodig is is een cultuuromslagmet betrekking tot het denken over elkaar."

Pietermaat: "Je hoort docenten wel eens zeggen: 'Studenten horenhet college lusteloos en achterover geleund aan. Maar omgekeerd:menige docent raffelt zijn college ongeïnspireerd af. Zonderdat daarin verandering komt, zonder docenten en studenten met eenpositieve grondhouding ten opzichte van het onderwijs, is het'einde verhaal'. Grote vraag is natuurlijk: hoe kun je bijdragenaan het ontwikkelen van een positieve grondhouding?"

Een 'feestelijke en plechtige buluitreiking' diecollegevoorzitter J.

Veldhuis tijdens de nieuwjaarsborrel nog eens zei te willen,past daarin, meent Kummeling. "Natuurlijk heeft dat met binding temaken. Het maakt toch wat uit dat je bij het bepalen van jepropedeuse of doctoraal een schouderklopje krijgt, of dat de bulmaar gewoon thuisgestuurd wordt? Dat heeft zeker te maken metbetrokkenheid. Het is een signaal dat het de UU interesseert dat jeiets gepresteerd hebt, dat studenten de UU aan het hart gaan."

Armand Heijnen