Piep zegt de muis in het studentenhuis
Verhalen zijn er genoeg, maar niemand wil graag als eenstudentenhuis met ongedierte bekend staan.
Ongedierte in huis. In veel studentenhuizen rust ophet onderwerp een taboe. Ze hebben wel last van muizen, ratten ofkakkerlakken, maar willen er niet om bekend staan. Enkele dapperendoorbreken het zwijgen: "Ze zijn altijd sneller dan jedenkt."
"Ongedierte? Wij hebben alles, of alles gehad. De kakkerlakkenzijn na bestrijding verdwenen, onze rat is ook weg. Nu hebben wenog muizen. Wij willen als studentenhuis liever niet met naam entoenaam genoemd worden." Aldus de woordvoerder van het anoniem teblijven huis.
Anouska van de Vleutenseweg denkt niet aan haar imago. "Wijhebben muizen en kakkerlakken. Die muizen hebben we al lang, maarik hoor ze nu alleen nog tussen de muren. Dankzij twee poezen. Diekakkerlakken zijn recent. Mijn huisgenoot heeft ze gevonden, inhaar kamer bij een vochtige muur. Het zijn er maar drie hoor. Ikvind het nu geen hot item. Ik ga trouwens toch weg, ik ga naar hetbuitenland."
Wouter moet leren leven met het ongedierte in zijn huis aan deOudegracht waarvan het huisnummer geheim blijft. "Het valt nutrouwens wel mee. We hebben net weer een periode van veel muizenachter de rug. Recordvangst: dertien muizen per week."
Geschuifel
In het huis van Wouter wonen nog vijf andere studenten. In destrijd tegen de muis zetten ze valletjes en hebben wel eens gifgestrooid. Ervan af komen is volgens hem een onmogelijke optie. Erzijn teveel gaten en kieren in het huis. Hoe dan ook: hij vindt hetprima dat ongediertebestrijder Paul Hofstede van Rentokil komtkijken wat de situatie in huis is.
Hofstede kijkt er niet van op dat het huis enigszins anoniemmoet blijven, omdat de bewoners niet als 'zij met het ongedierte'bekend willen staan. Op verzoek van klanten parkeert hij regelmatigzijn bugbusterauto een paar straten verder.
Terplekke maakt Hofstede direct een vriend van Wouter aan hetschrikken door hem te laten raden hoeveel nakomelingen eenmuizenpaar kan maken. Geert komt uit op vijfenzeventig, misschienhonderd nakomelingen. Het zijn er volgens Hofstede tussen de twee-en tweeenhalf duizend. "Jezus!" , brengt Geert uit.
De koffie is klaar. Nog twee huisgenoten schuiven aan. Woutervertelt. "Brood gaat hier de koelkast in en niet omdat we dat zolekker vinden." Hofstede kijkt Wouter goedkeurend aan: "Dat is voormij een teken dat je goed bezig bent."
Wouter schrikt nog steeds als er een muisje voorbij schiet. "Zezijn altijd sneller dan je denkt. Pas had ik een valletje 's nachtsin mijn kamer laten staan. Klapt die midden in de nacht dicht.Vervolgens hoor ik nog wat geschuifel. Dan lig je toch niet meerlekker in bed."
Verhalen over doodslag zijn er genoeg. Vriend Geert weet nog dateen huisgenoot van hem ooit een muisje in de gootsteen vond. Kokendwater moest het beestje uit z'n lijden verlossen. Uren later bleekhet muisje nog te leven. Die ging uit het raam. Huisgenoot Mennoslaat er af en toe eentje dood. Met potten en pannen. Of eenhockeystick.
Met alleen valletjes of lokdozen red je het niet, weetbestrijder Hofstede. "Het gaat vooral om een stukje wering enhygiene. Het belangrijkste is om de muis buiten te houden. Als jepink door een gat kan, dan wurmt een muis zich er met gemak doorheen. Een rat perst zich door een gat zo groot als eenrijksdaalder."
Hofstade werkt al acht jaar in de binnenstad, zag veelstudentenhuizen en concludeert dat het met de hygiene vaak slechtgesteld is. Dagen vieze vaat in de keuken, eten open en bloot optafel en overal spullen opgestapeld, waarin een muis een veiligeschuilplek creeert. "Want," zegt hij, " de huismuis is op zoek naareen huis en niet alleen naar eten. Dat heeft hij zo bij elkaargescharreld. Drie gram per dag is al voldoende."
Bende
Yvonne van Rijn, ongediertebestrijder van de gemeente Utrechtrekent studentenhuizen tot het vaste klantenbestand. Ook zij vindtdat studenten er vaak een zooitje van maken of het schoonmaken nietvolhouden. "Je hebt studentenhuizen die er nooit vanaf komen, omdatze de schoonmaakregels aan hun laars lappen. Muizen zijn echt heelsmerig. Je kan er in het ergste geval voedselvergiftiging aanoverhouden. Ze lopen over het aanrecht, waar jij je boterham opsmeert. Soms krijgen we een melding en zodra je binnenkomt, zie jehet al: een gigantische bende. Achter elke bank lege zakken chipsen lege flesjes."
Van Rijn is een groot voorstander van gaten dichten. "Weinigmensen maken die gaten dicht, want ze vinden het geen zin hebben ineen oud huis. Dat is niet waar, gewoon beginnen."
Drukdoende met muisbestrijding zijn de negen bewoonsters van hetstudentenhuis aan de Bemuurde Weerdsingel oostzijde. Ze hebben degemeente gebeld. Het enige wat die kon doen, was doosjes komenbrengen, maar die hadden ze al gekocht. Lucie had verwacht dat ermisschien gespoten kon worden. Je verlaat je huis, de bestrijderspuit en bij thuiskomst is het probleem opgelost.
Lucie, Caroline, Atske en Carlijn zitten samen op de kamer vaneen huisgenoot en vertellen. In de gaten waar de verwarmingsbuizendoorgaan, zit folie gepropt, in de hoop dat de muizen daar nietdoorheen bijten. Helaas. Daar komen ze volgens deongediertebestrijders wel door heen. Een Brillo-schuursponsje werktbeter.
Jaren geleden hadden ze een muis. Die heeft nog een naamgekregen: Russel. Maar daar is nu geen beginnen aan. Atske denkthardop: "Hoeveel zouden er zijn? Geen idee." Carlijn oppert dat zede muizen misschien moeten merken. "Een oormerk", lachtCaroline.
In vergelijking tot een maand geleden zien ze veel minder muizenlopen, zien geen aangevreten etenswaar en ook geen keutels meer.Maar ze hebben dan ook een anti-muizenbeleid, want ze willenpertinent van de diertjes af.
"We hebben een nieuw afwassysteem, dat inhoudt: direct afwassen.Verder gaat een volle vuilniszak onmiddellijk het balkon op enalles wat eetbaar is gaat in afgesloten dozen en bakjes", aldusCaroline. Waarop Carlijn toegeeft dat haar brood nog steeds los inhaar keukenkastje ligt. "Echt waar, heb je nog steeds geenbroodtrommel." Caroline kijkt bedenkelijk.
De dames zijn goed bezig; een kwestie van een lange adem. Zeoverwegen nog om een kat aan te schaffen, maar dan moet dehuisbazin eerst het huisdierverbod opheffen. Atske vraagt zich nogsteeds een ding af: "Lokken we met die lokdozen nou ook niet demuizen van de buren?"
Het smerigst tot nu toe heeft Lucie meegemaakt. Eerste hoorde zeeen geluid, toen zag ze haar brood in de broodrooster heen en weerbewegen, waarna er een muis uitsprong. Het stonk, dus het beestjehad zich geschroeid.
Keutels
Menno van het Oudegrachthuis heeft ook ervaring met een verbrandmuisje. Op zolder lopen de buizen van de immer snoeihetestadverwarming. Daar liep laatst een muisje gillend tegenaan,minstens tweedegraads verbrand.
Bestrijder Hofstede loopt inmiddels door het huis. Wouterkondigt aan dat het niet erg schoon is, want morgen zijn deschoonmaakbeurten, die overigens trouw gedaan worden. Hofstede isonder de indruk. Wel vindt hij dat er nog veel opgepropt staat opde overloop: voldoende prima schuilplaatsen voor de muizen.
In de keuken gaat hij op de knieen, zaklamp erbij. Wouterexcuseert zich voor de vaat, maar Hofstede vindt het meevallen. Welmoet de zak brood op het aanrecht worden opgeborgen. In het kastjeonder de gootsteen vindt hij keutels en wijst de jongens hetdonkerkleurige smeer aan dat een muis achterlaat. Dat smeer, datuit een klier op de buik komt, zie je ook op de kabels van telefoonen televisie die door het hele huis lopen. Deze vormen een primalooproute voor een klein knaagdier.
Wat betreft hygiene en wering is Hofstede niet ontevreden. "Hetziet er redelijk christelijk uit." Garantie dat ze ooit muisvrijzullen zijn, geeft hij ze niet. Dan moet het hele huis verbouwdworden. Er zijn nu overal gaten van de verwarmingsbuizen en overalgipsplaten waar ze zo doorheen zijn. "Nee, je moet de overlast toteen aanvaardbaar niveau terugbrengen."
En dat is? "Dat je af en toe eens een muisje ziet. Jongens, ikvind dat jullie goed bezig zijn." Hij trakteert ze nog op eenbestrijdingsverhaal uit de ouwe doos. Toen lijmplankjes voor muizennog oogluikend werden toegestaan. Er werden er vijftig neergezet ineen winkelcentrum en de volgende ochtend zaten 1200 muisjesvastgeplakt. Bijzonder dieronvriendelijk, maar effectief. "Kan jedie echt nergens meer kopen", probeert een van de jongens. Hetantwoord is nee en dan is Paul Hofstede vertrokken en gaan dejongens weer studeren. Het is tentamentijd. Muis of geen muis.
Carina Nijssen
Allemaal beestjes
De huismuis
De muis heeft een slanke bouw, spitse kop en grote oren. Destaart is vaak langer dan het lijf. Hij wurmt zich met gemak dooreen gat van een halve centimeter. Een muis is meer vacht danskelet. Ze leeft gemiddeld een jaar. Het wijfje werpt gemiddeld zestot tien keer en heeft steeds vijf of zes jongen. Na twee maandenzijn die geslachtsrijp. In theorie kan een muizenpaar tussen de2000 en 2500 nakomelingen leveren. Bij voorkeur eet de muis lievergraan, peulvruchten of noten dan kaas, want de huismuis is eenknaagdier.
Wil je weten waar het holletjes van jouw muis is? Strooi bloemover de vloer en volg de sporen. Verder bevuilt de muis het huis.Zeker omdat hij bijna continu plast, omdat hij nauwelijks een blaasheeft. En het dier laat bruinige smeer achter, zichtbaar achterkoelkasten, op snoeren en witte muren. Zie je een muis, dan heb jeer meer. Muizen leven in familieverband.
De kakkerlak
Van oorsprong komen kakkerlakken niet bij ons voor. In de tropenen subtropen is de blattella, Latijn voor kakkerlak, een graaggeziene gast, want hij maakt zich bijzonder nuttig alskadaveropruimer. Zie je een kakkerlak, dan is dat in negen van detien gevallen de Duitse variant. Dat is een kleintje van ongeveereen centimeter. Als je hem vergelijkt met een familielid van deOosterse kakkerlak, is hij de helft kleiner. Hij wordt ongeveer eenhalf jaar oud.
De kakkerlak is lichtschuw en houdt van een donkere, warme, watvochtige omgeving. Hij is optimaal gelukkig bij een temperatuur vandertig graden Celsius en kan maar liefst tien tot veertig dagenzonder voedsel. Hij eet alles, zelfs onze huidschilfers zijnvoedzaam. Voortplanting geschiedt via eitjes. Een vrouwtje levertongeveer zeven eipakketjes af, met daarin elk zo'n dertig eitje. Wenemen kakkerlakken regelmatig mee van vakanties naar Spanje ofGriekenland.
De bruine rat
De bruine rat kan wel dertig centimeter lang zijn. Hij is vooral's nachts actief en is een uitstekend graver en zwemmer. Hij is eenvaak geziene gast aan walkanten en riolen, maar ziet zich steedsvaker genoodzaakt de hort op te gaan doordat de stad veel en vaakopenligt door verbouwingen. Over het algemeen is de aanwezigheidvan een rat een tijdelijk probleem.
De rat leeft ongeveer een jaar. Het rattenvrouwtje werpt in haarkorte leven vaker dan de huismuis: maximaal vijftien keer en maarliefst zeven tot tien jongen per worp. Het beste verweer tegenratten is zorgen dat ze niet binnen komen. Gaten zo groot als eenoude rijksdaalder moeten daarom worden gedicht. Ratten latenuitwerpselen achter die ongeveer twee centimeter lang en een halvecentimeter dik zijn.