Provo werd groot door huwelijk Beatrix en Claus

Het is grotendeels 'toeval' dat Provo, de rebelse actiegroepering uit de jaren zestig, zo bekend is geworden. Dat stelt historicus Niek Pas in zijn vuistdikke proefschrift ‘Imaazje! De verbeelding van Provo (1965-1967)’ . Pas analyseerde de beweging die – tegen de achtergrond van een ontluikende jongerencultuur en economisch hoogtij – onder meer het witte fietsenplan bedacht.

Al die camera’s registreerden de beruchte rookbom naast de Gouden Koets. “Die is gemythologiseerd”, relativeert Pas. “Er waren tientallen rookbommen en er waren rellen in Amsterdam, veroorzaakt door allerlei groepen.” Hoe dan ook, door de massale media-aandacht stonden de Provo’s in één keer nationaal en internationaal op de kaart. “Maar stel dat Beatrix in Claus pas in 1970 getrouwd waren? Hoe zou het dan gegaan zijn met de Provo’s?”

Toch was de media-aandacht pas de 'eerste trap' van de opkomst van Provo. Kort na het huwelijk braken in Amsterdam bouwvakkersrellen uit. Die hadden niets te maken met de Provo’s, maar het had wel tot gevolg dat voor de tweede keer in drie maanden Nederland de internationale voorpagina’s haalde. “Hoe vaak gebeurt dat nou?” Hierna kwamen uit de hele wereld journalisten naar Nederland. Die zoomden heel erg in op de Provo’s, die nu echt bekend waren. De Provo's demonstreerden tegen de atoombom en de oorlog in Vietnam, deelden idealistische pamfletten uit en organiseerde happenings.

De beweging zou maar kort leven. In 1967 heft Provo zichzelf op. “Op zich is dat al briljant”, schetst Pas. “Maar waarom heffen ze zichzelf op? Ik denk dat ze het fulltime actievoeren na twee jaar gewoon spuugzat waren. En Provo werd ‘in’, dus vond de kerngroep dat ze ‘uit’ waren. Bovendien vonden ze dat ze hun punt gemaakt hadden. Daar komt bij dat er andere, veel radicalere groepen opgekomen waren. Zo werd het Van Heutsz-monument beschadigd als protest tegen het kolonialisme. Met dat soort gewelddadige acties wilde Provo niets te maken hebben, het moest ludiek blijven.”

Terugblikkend vind Pas dat Provo niet het predikaat ‘links’ verdient dat het in de afgelopen decennia als vanzelf opgeplakt heeft gekregen. “Ze waren niet links of rechts. Ze spraken bijvoorbeeld van het klootjesvolk, daar spreekt toch een minachting uit voor de gewone man. Ze hadden bovendien een afkeer van de moderniteit. De Provo’s zijn in hun tijd wel eens beschuldigd van fascisme. Nu werd er vaker met die term gegooid in die dagen, maar het geeft wel aan dat de Provo’s veel ambiguer waren dan nu vaak gezegd wordt. Ze waren niet simpelweg links.”

Lastig van een politiek etiket te voorzien was ook Pim Fortuyn. Pas: “De parallel met Pim Fortuyn is snel gemaakt. Zowel de Provo’s als Fortuyn waren provocerend, ze zetten zich af tegen de gevestigde orde. Allebei waren ze heel mediageniek. In beide gevallen heerste er een bijzonder politiek klimaat in Nederland. En in beide gevallen ging het om een kortlevend fenomeen. De Provo’s hebben zichzelf opgeheven en Pim Fortuyn zichzelf als het ware ook.”

Rinze Benedictus