Ramptoerisme bij afgebrand studentenhuis
Een paar dagen na de brand trekken de geruïneerde gebouwen aan de Oudegracht nog altijd veel bekijks. De ramptoeristen zijn veelal oudere mensen: kale mannen met de handen op de rug keuvelen met grijze dames. Voorbijgangers halen letterlijk hun neus op, de brandlucht is nog altijd aanwezig.
"De brand is begonnen achter in de kringloopwinkel", zegt een dame zeker te weten. "Daar lagen allemaal matrassen en gordijnen. Ja, dat brandt natuurlijk lekker heh." Een ander, die op de bewuste zaterdag ook al een kijkje kwam nemen, had tijdens de brand vooral medelijden met twee politiepaarden: "Die moesten de straat afzetten, denk ik. Ze stonden doodstil. Ik dacht: Die arme beesten ademen ook al die rook in. Zo zielig. Ik zal nooit vergeten hoe ze heetten. Joep en... Nou, ik kom er zo nog wel op."
Ook het corpshuis boven café 'Flow', op 273 bis, moet als verloren worden beschouwd. Geen van de twaalf gedupeerde studenten heeft trek in een gesprek met de pers. Een van hen laat telefonisch weten: "De helft van ons is alles kwijt. Je begrijpt dat we wel even iets anders aan ons hoofd hebben."
De brand, die zaterdag 7 juni rond tien over vijf moet zijn ontstaan, had niet alleen gevolgen voor de bewoners van de panden boven kringloopwinkel 'De Arm' en café 'Flow'. Ook de bewoners van de naastgelegen huizen werden geëvacueerd. Poptempel Tivoli ving al deze mensen op. Arlette de Jong, hoofd marketing en communicatie bij Tivoli, vindt het fijn dat de concertzaal iets kon betekenen voor hen: "We hadden een Wicked Jazz Sounds-avond: live-muziek en dansen. Maar aangezien de hele gracht was afgezet, kon het publiek niet bij de Tivoli komen. We hebben daarop het avondprogramma gecanceld en zijn gaan fungeren als opvang voor de gedupeerden van de brand." Rond half twee 's nachts konden de meesten weer terug naar hun eigen huis. Anderen vonden onderdak bij vrienden of familie.
De brand is bestreden door niet minder dan honderd brandweerlieden. Naar de oorzaak van de brand is het vooralsnog gissen: de politie is een onderzoek gestart, maar volgens de brandweer zal de oorzaak door de complete ravage moeilijk te achterhalen zijn. De politie hoopt nu via getuigenverklaringen vast te kunnen stellen waar en waardoor de brand is ontstaan.
De gebeurtenissen hebben indruk gemaakt op de mensen in de buurt. Ook op mevrouw Huibers die om de hoek woont in de Smeestraat. In haar winkel, vol tweedehands goederen en curiosa, heeft ze veel aanloop. "Ik heb laatst nog met mensen staan praten van het Algemeen Dagblad. Ik vertelde hun dat ik mezelf niet zo lang geleden had buitengesloten, waardoor ik via de achterkant van de nu uitgebrande panden naar mijn voordeur moest komen. Nou, het was daar binnen wel een onoverzichtelijk rommeltje. Maar dat zijn al die studentenhuizen, toch?"
Voor de verwoeste panden schieten twee fotografen hun platen. Een van hen is naar eigen zeggen een oud-journalist voor de luchtmacht. Hij komt uit Florida, hetgeen zijn zwaar Amerikaans aangezette Nederlands verklaart. Plots schakelt hij over op het Engels: "Het schijnt dat die medewerkers van De Arm en de studenten niet bepaald goed met elkaar overweg konden. Die Arm-medewerkers vonden het maar rijkeluiskindjes. De mensen hier op straat zijn volgens mij evenmin op de hand van de studenten, de sympathie ligt voornamelijk bij het personeel van de kringloopwinkel." Voordat de Amerikaan verder los kan gaan, wordt hij onderbroken door de vrouw van de politiepaarden: "Waarom praat die man ineens Engels? Hij stond net nog gewoon Nederlands te praten! Hee, en dat andere paard, dat heette Omer. Joep en Omer. Zo zielig."
Ronnie van Veen
Student Informatica Lukas Vermeer maakte foto's vanaf het begin van de brand. Kijk op: http://flickr.com/photos/lukasvermeer/