Rechtvaardigheid is subjectief
De valkuil van de psychologie. "Een saillant voorbeeld daarvanis wat precies de grote onvrede bij de Pim Fortuyn-stemmersveroorzaakte. Het is moeilijk daar precies de vinger op te leggen."Iedereen speculeert over de oorzaak van de enorme aanhang vanFortuyn, terwijl al die speculaties niet te verifieren zijn. In depsychologie is het heel makkelijk vragen te stellen die nietbeantwoordbaar zijn. Dat is volgens hoogleraar sociale psychologieKees van den Bos het grote manco van zijn onderzoeksgebied."Psychologen moeten niet vergeten dat ze een empirische disciplinebeoefenen. Je kunt wel gedachten of theorieen hebben, maaruiteindelijk moet je die staven met metingen. Dat kan frustrerendzijn, omdat je vaak toch graag iets 'hoogs' wilt weten, maar dat jegenoegen moet nemen met iets 'lagers', omdat je dat wel kuntmeten."
Het dilemma is terug te voeren op de wortels van de psychologie.Psychologie heeft twee componenten, een meer theoretische,filosofische en een empirische, natuurkundige. Daarom is socialepsychologie ook zo'n succesvolle discipline binnen de psychologie,zegt Van den Bos. "Sociale psychologie heeft die combinatie heelerg in zich. Elke wetenschapper die van zijn vak houdt, zal datnatuurlijk zeggen. Maar dit is denk ik wel echt zo, het isbovendien ook vaker beweerd."
Binnen de sociale psychologie gaat de aandacht van Van den Bosuit naar sociale rechtvaardigheid. "Ons politieke bestel draait omsociale rechtvaardigheid, denk bijvoorbeeld aan de discussie rondde belastinghervorming. Thema's als zelfzucht en altruisme, zijnheel belangrijk. Ook de economie draait daarom. Hoe beperk jemensen hun zelfzucht?" Het 'graaigedrag' van topmanagers waarminister van economische zaken Heinsbroek tegen ageert, is daarvaneen actueel voorbeeld.
"Het probleem van denken over sociale rechtvaardigheid is dat eral snel objectiviteit insluipt", waarschuwt Van den Bos. "Terwijldie objectiviteit helemaal niet bestaat, iemands oordeel overrechtvaardigheid is altijd gekleurd."
Het oordeel van mensen of een bepaalde behandeling rechtvaardigis, hangt van de omstandigheden af. Van den Bos illustreert dat meteen simpel experiment. Proefpersonen worden gevraagd langs te komenom een onduidelijke situatie te beoordelen. "Als mensen door deregen er naar toe moeten komen, zullen ze sneller geneigd zijn eenbehandeling als onrechtvaardig te beschouwen. Op een zonnige dagoordelen ze anders. Het gevaarlijke is dat je je niet realiseertdat zulke factoren een rol spelen. Je denkt dat je een objectiefoordeel geeft, maar dat is dus niet zo."
Iets vroeger in zijn carriere onderzocht Van den Bos hoe mensende rechtvaardigheid van een rechterlijk vonnis beoordelen.Normaliter maken mensen eerst het proces mee en horen ze daarna wathet vonnis is. "De gang van zaken tijdens het proces vormt dan hetreferentiekader, de basis waarop mensen beoordelen of het vonnisrechtvaardig is. In een experiment gaven we mensen echter eerstinformatie over het vonnis en daarna pas over het proces. In datgeval bepaalt het vonnis of mensen de procedure rechtvaardig vondenBij een strenger vonnis vonden mensen het proces oneerlijker."
Ook de onzekerheid tijdens een sollicitatiegesprek is vaninvloed op ons oordelingsvermogen. Als het moeilijk is om eensalarisaanbod op waarde te schatten omdat je niet weet wat anderemensen in het bedrijf verdienen of omdat je het om een andereredenen niet goed kunt inschatten, blijkt opeens de behandelingtijdens het gesprek belangrijk te zijn. Van den Bos: "Door jeonzekerheid weegt de sollicitatieprocedure mee. Als je het gesprekrechtvaardig vond, zul je eerder geneigd zijn te denken dat hetsalarisaanbod dan ook wel rechtvaardig zal zijn."
Van den Bos heeft ook verschillende malen gepubliceerd overrechtvaardigheid in bedrijven. Reorganiserende bedrijven moeten ookwaken dat ze hun werknemers eerlijk blijven behandelen. "Het isvaak moeilijk voor een werknemer om te beoordelen hoe terecht eenreorganisatie met eventuele gedwongen ontslagen is", zegt Van denBos. "Dus hecht zo iemand dan juist veel waarde aan de manierwaarop het bedrijf met de situatie omgaat. Werknemers worden heelgevoelig voor rechtvaardigeid. Terwijl managers in tijden vancrisis juist denken 'Even snel reorganiseren', die zienrechtvaardigheid meer als een luxegoed."
En dat is gevaarlijk voor de sfeer in een bedrijf. "In Amerikazijn gevallen bekend waar werknemers over zijn gegaan totdesastreuze dingen. Het saboteren van de lopende band,bijvoorbeeld. Iets subtieler kan ook. Mensen doen vaak meer danprecies in hun taakomgeving staat. Wie werkt de nieuwe werknemerim? Wie organiseert het vakgroepsuitje? Als dat soort dingen nietmeer gebeuren, haal je de olie uit de machine."
Het gebrek aan een objectieve rechtvaardigheid maakt ook dediscussie over ontgroeningen bij studentenvereniging snelonoplosbaar. Vorige week zijn de verenigingen Unitas en Veritasfinancieel gestraft voor meer en minder bewezen excessen tijdens de'initiatie-riten' - om de psychologisch correcte term maar eens tegebruiken. Van den Bos: "Het is een van de klassieke thema's in desociale psychologie. Waarom laten mensen zich een ontgroeningwelgevallen? Er blijkt maar weer uit dat de mens een sterk sociaalwezen is. Hij heeft er veel voor over om deel uit te maken van eengroep. En een groep met een hele zware ontgroening, moet wel ergbijzonder zijn."
Van den Bos haalt het fenomeen cognitieve dissonantie om uit teleggen dat dat laatste argument verre van objectief is.Proefpersonen die een saaie taak verrichten, met eenspellingscontrole door hele lappen tekst gaan bijvoorbeeld,beoordelen die taak op basis van de beloning. Proefpersonen die 50eurocent voor de taak kregen zullen de saaiheid bagatelliseren,'het viel best mee'. Degenen die 20 euro als vergoeding kregenzullen de taak na afloop nog steeds heel saai vinden - zij zijnimmers beloond voor de nare taak.
De parallel met ontgroeningen is duidelijk. Iemand die tweeweken lang zwaar ontgroend is, zal daarna niet makkelijk toegevendat de vreugden van het verenigingsleven misschien helemaal nietopwegen tegen de ontgroening. "De implicatie is dat je omgevingmeer invloed op je heeft dan je denkt", zegt Van den Bos. Dieopmerking kunnen ouderejaars in hun zak steken.
Rinze Benedictus
Nederland - Duitsland
"Gisteravond keek ik naar een BBC-documentaire over debrandweermannen van 11 september", zegt sociaal psycholoog Kees vanden Bos. "Wat me opviel was de schok die door de mannen heenging ophet moment dat de eerste toren instortte. Dan valt de tweede ook,en er stort nog een naastliggend gebouw in. Je ziet dat bij diemannen hun hele basis van hun wereldbeeld wegvalt. De manier waaropze tegen de wereld aankijken verandert."
Dat geschokte wereldbeeld verklaart de - in Europese ogenwellicht overdreven - aandacht voor culturele normen en waardenzoals Amerikaanse vlaggen. "Maar dat is niet zo'n verrassendinzicht", relativeert Van den Bos. Met een eenvoudig experiment isdit namelijk te bewijzen. Van den Bos haalt een onderzoek aan vaneen Nijmeegse collega. Mensen werden gevraagd hun gevoelens op teschrijven als ze dachten aan hun eigen dood. Daarna moesten ze eenuitslag geven van de EK-voetbalwedstrijd Nederland tegen Duitsland.Mensen die net aan hun sterfelijkheid herinnerd waren, voorspeldeneen grotere overwinning voor Nederland, dan de controlegroep.
"De mens is een sterfelijk wezen. Natuurlijk weet iedereen dat,maar we drukken die gedachte weg. Als we daar toch aan herinnerdworden, gaan we meer waarde hechten aan culturele symbolen. Eenoverwinning op aartsvijand Duitsland wordt dan opeens nogbelangrijker."